Internationale handel

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1087 woorden
  • 3 februari 2009
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 5
8 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Samenvatting hoofdstuk 5 HAVO
Buitenlandse handel omdat:

• Goederen niet te krijgen zijn
• Buitenlandse goederen aantrekkelijker gevonden worden
• Buitenlandse producten goedkoper zijn
• Politieke redenen (EU altijd op voedselgebied autarkisch – zelfverzorgend - geweest)
PS: export van goederen = uitvoer = verkopen aan buitenland; import van goederen = invoer = kopen van het buitenland

Internationale concurrentiepositie: Het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan de concurrenten. In de regel wordt hieronder verstaan het kosten- en prijspeil van een land of een bedrijf in verhouding tot dat van andere (concurrerende) landen of bedrijven. Het kosten- en prijspeil hangt weer van talloze factoren af zoals de arbeidskosten (schaarste of juist niet op de arbeidsmarkt), de infrastructuur, de collectieve lastendruk, de arbeidsrust. Technologisch hoogwaardige kapitaalgoederen (mechanisatie: handelingen van mensen worden overgenomen; automatisering: besturing van productieproces wordt overgenomen) kan een kosten- en kwaliteitsvoorsprong geven. Dit geldt ook voor de mate van scholing van de arbeiders (human capital Men spreekt van human capital wanneer menselijke arbeid wordt beschouwd als een kapitaalgoed dat ontwikkeld en onderhouden moet worden: onderwijs wordt dan gezien als een investering in mensen.). Hierbij maken ook schaalvoordelen een rol spelen (zie hoofdstuk 2). Een stabiele wisselkoers geeft zekerheid dat de afgesproken bedragen voor de levering of de aankoop van goederen ook in de eigen munt constant kunnen blijven (zowel voor de koper als de verkoper).

PS: Internationale concurrentiepositie: = prijspeil buitenland / prijspeil binnenland * wisselkoers

Vrijhandel:
er bestaan geen belemmeringen bij internationale handel.

Protectie:
alle overheidsmaatregelen die de internationale handel belemmeren.

Argumenten om over te gaan tot protectie:

• Opvoedingsargument: jonge bedrijfstakken beschermen Door WTO (World Trade Organisation; opvolger van de GATT) voor een korte tijd geaccepteerd voor in feite ontwikkelingslanden.
• zelfvoorzieningsargument: land wil zelf zijn goederen maken
• werkgelegenheidsargument: import verbieden omdat anders de werkgelegenheid in eigen land vermindert.
• "vergeldingsargument": als jij protectie pleegt, dan doe ik het lekker ook.

Instrumenten om protectie uit te voeren:


-Tarifaire belemmeringen:

Invoerrechten: op ingevoerde artikelen wordt extra belasting geheven. Deze belasting wordt door de consument betaald. Hierdoor worden de buitenlandse producten voor de consument duurder. Er komt minder vraag naar buitenlandse producten en meer naar eigen producten.
subsidiëren export. Eigen product wordt goedkoper en kan beter in het buitenland met het buitenlandse product concurreren.

-Non-tarifaire belemmeringen

Contingentering: hoeveelheid beperken (vaststellen van importquota). Doordat de ingevoerde hoeveelheid beperkt wordt, kan er minder buitenlandse producten gekocht worden. Dus meer vraag naar eigen producten. Bovendien zullen buitenlandse producten duurder worden (meer vraag dan aanbod dus de prijs stijgt). Het wordt voor de consument nog aantrekkelijker om eigen producten te kopen.
strenge kwaliteitseisen stellen. Vaak strengere eisen dan aan de eigen ondernemingen. Om aan deze eisen te kunnen voldoen, gaan buitenlandse bedrijven wel proberen technische vernieuwingen door te voeren. Hierdoor kan een buitenlands product beter worden dan het eigen product.
aankoop van vreemde valuta beperken. Dit wordt in Rusland gedaan. Hierdoor is het niet mogelijk om importproducten te kopen, want je hebt te weinig of geen buitenlands geld.
subsidiëren binnenlandse productie. Eigen product wordt goedkoper en kan beter in eigen land met het buitenlandse product concurreren.
PS: niet alle methodenschrijvers noemen exportsubsidie een tarifaire handelsbelemmering. Het lijkt mij logisch om dit te doen omdat de prijs van een product beïnvloed wordt.

Gevolgen van protectie:

handelsoorlogen: "als jij niet doe wat ik wil dan koop ik ook lekker jouw producten niet". "O ja-a, dan ga ik lekker veel invoerrechten op jouw producten heffen". "Nou dan ga ik lekker tegen mijn vriendjes zeggen dat ze ook niet meer bij jou mogen kopen"!!
binnenlandse prijsstijgingen: doordat buitenlandse producten kunstmatig duurder gemaakt worden; de hoeveelheid goederen wordt beperkt, waardoor door schaarsteverhoudingen de prijs gaat stijgen.
De consument heeft minder keuze: een deel van buitenlandse producten kunnen niet gekocht worden.
Bedrijven die uitsluitend voor de binnenlandse markt produceren hebben door protectie minder last van importpenetratie . Zij kunnen echter wel met duurdere inkoop geconfronteerd worden.
Bedrijven die uitsluitend voor de exportmarkt werken zullen exportsubsidies toejuichen. Ook zij kunnen geconfronteerd worden met hogere inkoopkosten.
Voor sommige bedrijven die op de binnenlandse markt werken, valt helemaal geen buitenlandse concurrentie te verwachten (denk bijvoorbeeld aan de detailhandel).
Dat er handel gedreven wordt, ligt ook aan de kostenverhoudingen tussen landen en binnen een land tussen producten (dit zal aanleiding geweest zijn voor specialisatie van landen, externe arbeidsverdeling). Dit moet dan tot uiting komen in de prijzen.

Invoerquote
= waarde goederen- + dienstenimport /nationaal inkomen * 100%

Uitvoerquote
= waarde goederen- + dienstenexport /nationaal inkomen * 100%

Hoe hoger de quote hoe opener een economie.

Economische integratie.
Landen kunnen voordeel behalen door samen te werken.

5 vormen van integratie.


1. Vrijhandelszone

afwezigheid van handelsbelemmeringen: vrij handelsverkeer (van goederen).
ten opzichte van derde landen eigen invoerrechten, dus geen gezamenlijk invoerrechtenbeleid. (EFTA European Free Trade Association) Finland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, IJsland, Zweden, Zwitserland (EFTA = EVA bestaat niet meer!!).
NAFTA:North American Free Trade Association bestaat uit de landen Mexico, VS en Canada.
2. Douane-unie

afwezigheid van handelsbelemmeringen: vrij handelsverkeer
tegenover derde landen geldt een uniform buitentarief (= hetzelfde invoerrecht).
VB EEG
3. Gemeenschappelijke markt

afwezigheid van handelsbelemmeringen: vrij verkeer goederen
gemeenschappelijk buitentarief
vrij verkeer van productiefactoren
EEG heeft kenmerken hiervan.
4. Economische unie

afwezigheid van handelsbelemmeringen: vrij verkeer goederen
gemeenschappelijk buitentarief
vrij verkeer van productiefactoren
gecoördineerde economische politiek, gemeenschappelijke instellingen en supra-nationale besluitvorming
EU omstreeks 1995 is hier een voorbeeld van.
5. Economische en monetaire unie
afwezigheid van handelsbelemmeringen: vrij verkeer goederen
gemeenschappelijk buitentarief
vrij verkeer van productiefactoren
gecoördineerde economische politiek, gemeenschappelijke instellingen en supra-nationale besluitvorming (supra-nationaal = door een instantie die boven de landen staat.)
gemeenschappelijke munt
supra-nationale centrale bank
centraal (gecoördineerd) monetair beleid.

PS1: Er zijn een aantal voordelen van één gezamenlijke munt in de EU: er zijn geen koersrisico's voor bedrijven meer en er zijn geen omwissel- of transactiekosten mer. Doordat alle goederen in de EU in dezelfde valuta uitgedrukt worden, kunnen bedrijven beter bepalen waar goedkoper ingekocht kan worden. Ook is meer concurrentie mogelijk. Een praktisch nadeel zou kunnen zijn: kosten voor nieuwe automaten voor de euro, aanmaakkosten van nieuwe euro's, de Europese burgers moeten wennen aan de nieuw munteenheid.

PS2: In de EMU hebben de overheden in de deelnemende landen niet zoveel vrijheid voor eigen beleid meer. Een deel van het beleid (van rijksoverheid en de centrale bank) wordt door de Europese overheden gedaan.
PS3. Monetaire unie
Samenwerking op monetair gebied, met één gemeenschappelijke munt (mogelijk als rekeneenheid) en vaste wisselkoersen.

WTO wil de vrijhandel in de wereld bevorderen met behulp van de meestbegunstigingsclausule (handelsvoordelen aan een land moet ook aan alle andere deelnemende vlanden aan de WTO gegven worden).
OESO (organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling Organisatie van ruim twintig belangrijke geïndustrialiseerde landen die de overheden rapporteert en adviseert over het financieel-economische beleid in de lidstaten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.