Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

hoofdstuk 9

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 630 woorden
  • 7 maart 2016
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

§9.1 Belastingen en subsidies

Indirecte belastingen/kostprijsverhogende belastingen belasting op bijna alle producten

Consumentenprijs prijs die de consument voor een product betaald

Producentenprijs prijs die de aanbieder voor een product ontvangt

 

Twee soorten indirecte belasting

  • Belastingen als vast bedrag = accijns
  • Belastingen als percentage = btw

→ aanbodcurve verschuift hierdoor naar links

→ er ontstaat een nieuw evenwicht

 

Effect van accijns

  • Negatief voor consument (betaald meer) en voor producent (ontvangt minder)
  • Prijs gaat minder omhoog dan de af te dragen accijns
  • Accijnsopbrengst = verkochte hoeveelheid x accijnsheffing
  • Consumentensurplus en producentensurplus wordt kleiner

→ minder welvaart

→maar ook ergens meer welvaart doordat de overheid iets met het belastinggeld gaat doen waardoor anderen wel welvarender worden

  • Harberger driehoekje het uiteindelijke welvaartsverlies in het diagram

 

Redenen om belastingen te heffen

  • Overheid heeft geld nodig voor o.a. collectieve goederen (wegen etc.)
  • Politici willen grote inkomensverschillen voorkomen

 

Afwenteling de mate waarin een belasting ten koste gaat van het consumentensurplus dan wel van het producentensurplus

Wig verschil loonkosten en nettoloon

Kostprijsverlagende subsidies overheid betaald een deel van de kosten

→ aanbodcurve naar recht

  • Stimuleert consumptie
  • Wordt betaald met belastingen

 

§9.2 Prijsrestricties

Prijsregulering/prijsrestricties minimale- of maximale prijs voorschrijven

 

Minimumprijzen

  • Heffing (invoerrecht) op producten die worden geïmporteerd
  • Exportsubsidie (= verschil wereldmarktprijs en eigen prijs)

 

Gevolgen minimumprijs

 

   

 

 

             

                                                Minimumprijs

 

 

         A            B                                   (AB = overschot)

Kosten minimumprijs betaald door burger:

  • Ze betalen de minimumprijs, die hoger is dan de evenwichtsprijs
  • Opkomen van de overschoten wordt gedaan door de overheid met het belastinggeld dat de burgers uiteindelijk zelf betaald hebben

 

Gevolgen maximumprijs

 

   

 

 

 

 

             

                                                           Maximumprijs

 

 

         A            B                                   (AB = tekort)

 

Door een maximumprijs ontstaat er een zwarte markt (markt met onwettige economische transacties)

 

§9.3 Handelsliberalisme en immigratie

Invoerrecht product wordt op de grens belast zodat de prijs voor consumenten in het importerende land hoger wordt

Quotum stelt een maximum aan de ingevoerde hoeveelheid

Protectie bescherming

Vrijhandel vrij verkeer van goederen en diensten met het buitenland

Autarkie binnenlandse vraag wordt geheel voorzien door binnenlandse productie

 

Handelsliberalisme het proces waarbij beschermende maatregelen, zoals invoerrechten en quota, worden verminderd

 

Waarom is protectie niet verkeerd?

  • Antidumpingsargument dumping veroorzaakt alleen maar veel onrust, daarom moet je de markt beschermen
  • Opvoedingsargument nieuwe bedrijven in ontwikkelingslanden maken weinig kans en daarom is tijdelijke protectie goed
  • Zelfvoorzieningsargument besluiten om weinig producten te importeren

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.