Economie samenvatting hoofdstuk 7
Van concurrentie is sprake als bedrijven klanten van anderen voor zich proberen te winnen.
De afzet is de hoeveelheid verkochte producten in een bepaalde periode.
Omzet = Afzet x Verkoopprijs
Marketing: - Commerciële beleidsvorming
- Alle ondernemersactiviteiten gericht op beïnvloeding van de verkoopmogelijkheden van een bedrijf. Die marketing- of verkoopbeleid is een mix van productbeleid, het prijsbeleid, het promotiebeleid en het plaatsbeleid. (De 4 P’s)
Productbeleid: Welk product verkoop ik, wat is de kwaliteit daarvan, op wie richt je je met je product?
Prijsbeleid: Voor hoeveel geld verkoop ik mijn producten? Is dit aantrekkelijk?
Promotiebeleid: De manieren waarop je je product of je bedrijf onder aandacht krijgt. Bijvoorbeeld reclame, mooie etalages, perfecte winkelinrichting (Alles op stapels in een grote hal [IKEA], of rustig muziekje, verende vloerbedekking [Bang & Olufsen]), clubpassen enzovoort.
Plaats- of distributiebeleid: Waar zet ik mijn winkel neer, zijn er parkeerplaatsen genoeg, bereikbaarheid enzovoort.
Informatieve reclame: Een reclame die op een overzichtelijke manier informatie geeft over prijzen, kwaliteiten, uitvoeringen en technische mogelijkheden van bepaalde goederen.
Verleidende reclame: Reclame die de indruk wekt dat je door het kopen van een bepaald product gelukkiger wordt.
Misleidende reclame: Reclame waarin bewust een verkeerde voorstelling van zaken wordt gegeven door onjuiste of onvolledige informatie.
Reclame Code Commissie: Als je klachten hebt, kun je die indienen bij deze commissie. Deze commissie heeft het recht om bepaalde soorten reclame te verbieden.
Sluikreclame: In een televisie- of radioprogramma de naam van een merk noemen zonder dat hiervoor betaald is.
Psychologische prijzen: Een product goedkoper laten lijken door middel van de prijs, bijvoorbeeld € 99,99 op het kaartje zetten in plaats van €100, -.
Aanbiedingen: De bedoeling hiervan is om klanten naast de aanbiedingen ook andere producten te laten kopen.
Impulsaankopen: Niet geplande aankopen, bijvoorbeeld door naast de kassa wat snoep neer te zetten.
Presentatie: De wijze waarop de ondernemer zijn producten aanbiedt. Bijvoorbeeld door blauwe papiertjes rond wat sinaasappels te doen, zodat de rest meer oranje lijkt.
Winkelindeling: De winkelindeling op een bepaalde manier neerzetten, zodat de klant voor de dagelijkse boodschappen de hele winkel doormoet.
Clubpromotion en zegelacties: Een lidmaatschap geven, zodat je probeert de klant vaker terug te laten komen.
Resultatenrekening: Kosten | Opbrengsten
Balans: Bezittingen | Schulden
Debet | Credit
Debiteuren: Mensen waar je nog een bedrag van krijgt.
Crediteuren: Mensen die jij nog een bedrag moet geven.
REACTIES
1 seconde geleden