Economie
De producent , kosten opbrengsten en winst
Constante kosten = kosten die op korte termijn onafhankelijk zijn van de geproduceerde hoeveelheid => naar mate ik meer ga produceren nemen de constante kosten per product af
Variabele kosten = kosten die op korte termijn afhangen van de geproduceerde hoeveelheid =>
- Proportioneel = de variabele kosten zijn per stuk steeds hetzelfde
- Progressief = per stuk nemen de variabele kosten toe
- Degressief = per stuk nemen de variabele kosten nemen af
Besluitvorming bij proportioneel variabele kosten
TK = TCK + TVK
TVK = variabele kosten per stuk x aantal stuks [aq]
=> TK = variabelen kosten x aantal stuks + constante kosten
Omzet: p x q (= ookwel TO, de totale opbrengst)
q: de afzet, de verkochte hoeveelheid > bij q gaan we ervan uit dat er steeds evenveel producten geproduceerd worden, als er verkocht worden > geen voorraadvorming
Totale Winst = Totale Opbrengst – Totale Kosten (de winstvergelijking)
Break-even afzet = de afzet waarbij de totale kosten gelijk zijn aan de totale opbrengsten [TW = 0 , TK = TO]
Maximale winst = productie capaciteit
De ondernemer kijkt naar de volgende factoren, voordat hij besluit of hij iets nieuws op de markt gaat brengen of niet:
- de kosten
- de marktprijs
- de productiecapaciteit
- de door de ondernemer gewenste winst
De gemiddelde kosten / kosten per stuk
GTK = GVK + GCK
De gemiddelde opbrengst is altijd gelijk aan de prijs > GO = P
Besluitvorming in de Marge
Marginale kosten = de extra kosten bij de uitbreiding van de productie met één eenheid
Marginale opbrengst = de extra opbrengsten [omzet] als de afzet met één eenheid toeneemt
Marginale winst = de extra winst bij uitbreiding van productie en afzet met één eenheid
MW = MO – MK
MO = MK => de totale winst is maximaal
To do: opdrachten maken, rekenen en oefenen
REACTIES
1 seconde geleden