Hoofdstuk 5: Jong geleerd, oud gedaan

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 496 woorden
  • 21 juni 2012
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
27 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

5.1

Vier levensfasen: 

  1. Kindertijd/jeugd
  2. Studententijd
  3. Werkzame tijd
  4. Pensioen

‘Intertemporele afweging’: het nemen van belangrijke beslissengen die voor je toekomst van belang zijn.

Vermogen: de waarde van je bezittingen – de waarde van je schulden

Stroomgrootheden: inkomen. Grootheden die per tijdseenheid of periode worden gemeten (salaris, rente, dividend)

Voorraadgrootheden: vermogen. Grootheden die op een bepaald tijdstip worden gemeten (

5.2

Jongeren zonder startkwalificatie: jongeren die volgens de overheid onvoldoende op de arbeidsmarkt zijn voorbereid. Dit gaat om mensen met enkel een vmbo-diploma of een mbo niveau 1 diploma.

Human capital: het investeren van tijd en geld in jezelf.

Redenen om te studeren:

  1. Vergroten van je kennis
  2. Verbeteren van je vaardigheden
  3. Ontplooiing
  4. Vergroten van je kansen op de arbeidsmarkt
  5. Verhoging van je kansen op een hoger inkomen

Herscholing: het opfrissen van bestaande kennis en vaardigheden

Bijscholing: het toevoegen van nieuwe kennis en vaardigheden aan bestaande kennis en vaardigheden.

Omscholing: het volgen van onderwijs om een geheel ander vak te leren.

Voordelen hoge kwaliteit werkenden:

  1. Productie van kwalitatief hoogwaardige goederen
  2. Het beter begrijpen van veranderingen in de samenleving en dus het sneller vinden van oplossingen
  3. De arbeidsproductiviteit is hoger
  4. Hogere arbeidsproductiviteit – minder arbeidskosten – meer winst
  5. Welvaart neemt toe
  6. Lagere arbeidskosten – daling verkoopprijzen – betere concurrentiepositie

Dropouts: leerlingen die zonder diploma hun school verlaten

Studiefinanciering: een bijdrage wanneer je gaat studeren.

Basisbeurs: wanneer je een voltijdstudie volgt

Aanvullende beurs: wordt lager naarmate het inkomen van je ouder(s) hoger is.

Collegegeldkrediet: een lening voor het betalen van je collegegeld

Prestatiebeurs: de basisbeurs en aanvullende beurs worden als lening uitbetaald. Als je binnen tien jaar minstens een hbo-diploma haalt, wordt deze lening omgezet in een gift. De eerste twaalf maanden is de prestatiebeurs altijd een gift. Je hebt vier jaar lang recht op de prestatiebeurs.

5.3

Begroting: een schatting van alle inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode

Budgetteren: zorgen voor evenwicht tussen de verwachte inkomsten en verwachte uitgaven

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud): helpt geldproblemen te voorkomen of op te lossen.

Inkomsten: salaris, vakantiegeld, dertiende maand, rentebijschrijving, kinderbijslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag, huur/kooptoeslag

Vaste lasten: uitgaven die op een vaste tijd terugkeren (hypotheeklasten, gas, water, elektriciteit, gemeentelijke heffingen, telefoon, kabel, internet, verzekeringen, school- en studiekosten, kinderopvang, abonnementen, contributie, vervoerskosten (belasting, verzekering, brandstof, afschrijving)

Reserveringsuitgaven: niet-regelmatige uitgaven en/of onverwachte uitgaven (kleding, schoenen, inventaris, onderhoud, recreatie, onvoorzien)

Huishoudelijke uitgaven: dagelijkse uitgaven voor de boodschappen (voedsel, was- en schoonmaakproducten, persoonlijke verzorging, overig huishoudgeld)

Begrotingstekort: de verwachte uitgaven zijn hoger dan de verwachte ontvangsten

Begrotingsoverschot: de verwachte inkomsten zijn hoger dan de verwachte uitgaven

Reserveren: geld achterhouden om de tekortmaanden door te komen

Welk bedrag maandelijks reserveren?

Nieuwe prijs van nu x procent stijging = nieuwe prijs van dan

Nieuwe prijs van dan – inruilwaarde = waarde te sparen bedrag

Waarde te sparen bedrag / aantal maanden = het te reserveren bedrag per maand

Auto of ov?

Aantal kilometers (heen en terug!!!)

Benzine kosten: kilometers / liter benzine per km x benzineprijs

Benzinekosten + verzekeringskosten + afschrijvingskosten = totaal aantal kosten

Totaal aantal kosten / aantal km = aantal cent per kilometer

REACTIES

L.

L.

Super bedankt! Ik heb hier veel aan gehad, ook aan je andere verslagen (H3-4-5)
Volgende week pww dus lekker aan het leren en had zelf geen zin om hele samenvattingen te maken haha.
Nogmaals bedankt, goede samenvatting!

12 jaar geleden

D.

D.

Heel erg handig...Bedankt!!!!!!!!!!!!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.