Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5, De vraag

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 571 woorden
  • 24 december 2003
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
26 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
· Buitenlandse en binnenlandse bedrijven maken gebruik van de in Nederland aanwezige productiefactoren. · Gebruik van productiefactoren leidt tot productie en inkomen. Middelen Bestedingen Y = INKOMEN C = Particuliere consumptie
M = INVOER I = Particuliere investeringen
O = Overheidsbestedingen
E = Uitvoer Middelen Aanbod van goederen en diensten in Nederland. LET OP!: Middelen en bestedingen zijn altijd gelijk aan elkaar!!! Y = C+I+O+E-M
Effectieve vraag De feitelijke bestedingen uitgeoefend in een land, door (Ev) Consumenten, ondernemingen, overheid en buitenland. · De effectieve vraag bepaald uiteindelijk de hoogte van het nationale product, en daarmee het nationaal inkomen. · Saldo lopende rekening = E-M · De golfbeweging wordt veroorzaakt door de verandering van de effectieve vraag. Aanbodfactoren Zijn de grootheden die de omvang van de productiecapaciteit

bepalen. · De hoeveelheid aanwezigheid van aanbodfactoren bepalen de grootte van de productiefactoren. Productiecapaciteit Maximale hoeveelheid goederen en diensten die een land op korte
termijn kan voortbrengen. Bezettingsgraad Geeft aan welk deel van de productiecapaciteit daadwerkelijk
wordt gebruikt ten behoeve van de productie. · De bezettingsgraad is bij normale bezetting +/- 85%, dit komt bijv. door zieke werknemers of kapotte machines. Trend Gemiddelde ontwikkeling van de productiecapaciteit over langere termijn. Conjunctuur Feitelijke groei van het NP veroorzaakt door veranderingen in de effectieve vraag, ten opzichte van de trend. Conjuncturele Golvende beweging van de feitelijke productie t.o.v. de trendmatige
Ontwikkeling groei van het NP. Economische groei De groei van het reële nationaal inkomen. Hoogconjunctuur Feitelijke groei van de productie ligt hoger dan de trendmatige
ontwikkeling. Bestedingsinflatie Door een toenemende vraag stijgen de prijzen. Conjuncturele Komt door overschatting van de groeimogelijkheden door de Afzwakking individuele ondernemers. Laagconjunctuur Feitelijke groei van de productie wordt lager is dan lager dan de
trendmatige groei. Recessie Afname van groei van nationaal inkomen. Depressie Productie neemt absoluut af. Conjunctureel Doordat de lonen en de prijzen dalen, wordt de internationale
Herstel concurrentiepositie beter, hier begint conjunctureel hersel. Dynamisch begrip Zegt iets over de groei in een bepaalde periode. Overbesteding Hoe de effectieve vraag zich verhoudt tot de normale bezetting
van de productiecapaciteit. Onderbesteding De vraag is lager dan de normale bezetting van de
productiecapaciteit. Bestedingsevenwicht Als overbesteding en onderbesteding aan elkaar gelijk zijn. · Hoogconjunctuur en laagconjunctuur zijn beide ongewenst, aangezien hoogconjunctuur leidt tot prijsinflatie en laagconjunctuur tot verlies van werkgelegenheid. En het kost beide de koopkracht van het inkomen aan. Economische politiek Overheid streeft bepaalde doelstellingen na, om een evenwichtige
economie te krijgen. Stabilisatiefunctie van de overheid

Het dempen, stabiliseren van conjunctuurgolven waardoor er prijsstabiliteit en een evenwichtige arbeidsmarkt ontstaan. Evenwichtige arbeidsmarkt Vraag naar arbeidskrachten uitgeoefend door bedrijven komt overeen met het aanbod van de arbeidskrachten. Anticyclisch begrotingsbeleid
Overheid moet de conjunctuurgolven meer in overeenstemming brengen met de trendmatige groei van het NP. à Middelen hiervan zijn de bestedingen en de belastingtarieven. · Laagconjunctuur wordt bestreden met lagere belastingtarieven, zodat men meer te besteden heeft. Dit wordt omgekeerd gedaan bij hoogconjunctuur. Multiplierwerking Toename van de overheidsbesteding/ afname van de belastingen
Inverdieneffect van extra overheidsuitgaven
Door het stimuleringsbeleid neemt het nationaal inkomen toe en daarmee de belastingontvangsten. · Bij overbesteding leent de overheid als het waren van de consument, het geld dat de consument niet uitgeeft. · Critici vinden dat de overheid zich niet zo met de economie moet bemoeien. Conjunctuurindicatoren
Vormen een aanwijzing voor de op korte termijn te verwachten economische ontwikkeling. Koopbereidheid Zegt iets over het consumentenvertrouwen. Andere indicatoren · Verwachte bedrijvigheid in de industrie · Feitelijke orderportefeuille van de industrie · Deze indicatoren zeggen iets over het producentenvertrouwen
Productenvertrouwen Het vertrouwen dat de producent in de markt heeft.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.