Hoofdstuk 4

ECONOMIE SAMENVATTING HOOFDSTUK 4 INTERNATIONALE HANDEL.

Internationale handel lijdt tot een groter welvaart in de wereld, omdat elk land zich kan specialiseren in die producten waar zij goed in zijn.

Export Nederland: 300 mld.
Export VS :1500 mld.
Voor welk land is internationale handel belangrijker? Je zou op het eerste gezicht denken: VS. Maar dat is fout! We gaan eerst de export van elk land vergelijken met hoeveel er verdiend wordt in het land, dus het BBP:
NL: 300 mld.
600 mld. X 100% = 50%

VS: 1500 mld.
12000 mld. X 100% = 12,5 %
De internationale handel voor Nederland is belangrijker dan voor de VS.

Dus: formules:
Waarde export
Export quote = BBP x 100%
Waarde import
Import quote = BBP x 100%
Export + import
Handel quote = BBP x 100%

We gebruiken deze formules om te kijken of een land open is voor handel of niet. Hoe hoger het percentage, hoe open de handel, hoe belangrijker de handel voor het land.
Weetje:
Waarom is het logisch dat een groot land een laag percentage export quote heeft? Omdat dat land zelf veel produceert.

Protectionisme.
Protectionisme = handel van een ander land tegenhouden.
Protectie = het beschermen van de eigen industrie tegen concurrentie uit het buitenland.
Als een ander land groeit, dan gaat het ten koste van dit land. Het is juist goed, want dan kunnen wij dingen verkopen aan hun.

3 redenen voor protectionisme:
1. Beschermen van de eigen werkgelegenheid (werklozen zijn duurder, zij hoeven geen belasting te betalen).
2. Om infant industries (=nieuw opkomende factor van economie) te beschermen.
3. Het beschermen van strategisch belangrijke bedrijfstakken (zoals voedsel/staal).

Vormen van protectionisme:
A: Tarifair
1. Importheffing  geïmporteerde producten worden duurder gemaakt door extra belasting.
Weetje:
Verkoop onder de kostprijs heet dumpen.
2. Exportsubsidie  geëxporteerde producten worden goedkoper gemaakt door subsidie. Dit systeem is op 2 manieren nadelig voor de consument:
• Ze moet subsidie betalen via belasting.
• Europese consumenten betalen te veel voor een melk.
B: Non-tarifair
1. Quotum/Contingent  maximum hoeveelheid geïmporteerde goederen, bijvoorbeeld 1000 toyota’s per jaar.
2. Douaneformaliteiten  mensen laten wachten aan de grens, zo gaan de producten rotten.
3. Onredelijke kwaliteitseisen

De betalingsbalans.
We houden de geldstromen bij. Dit doen we m.b.v. de betalingsbalans.

De koers.
Voor wie is het een voordeel als de dollar daalt?
- consumenten uit Europa kunnen goedkoop een vakantie houden in Amerika
- voor bedrijven die producten uit Amerika kopen, is het goedkoper, want ze moeten minder euro’s neerleggen voor 1 $
Voor wie is het een nadeel als de dollar daalt?
- bedrijven in Amerika, want ze kopen nu producten uit het buitenland, waarbij ze meer dollars moeten neerleggen
Als de vraag van de € groter is dan de aanbod van de €, stijgt de koers van de €.
---------------------------------------------------------------------------------Appreciatie en depreciatie.
Appreciatie = als de koers stijgt door vraag en aanbod.
Depreciatie = als de koers daalt door vraag en aanbod.
Appreciatie van de € heeft 2 gevolgen:
1. VS is goedkoper in Europa  import EU gaat omhoog.
2. Producten uit EU duurder in $  export EU gaat omlaag.
3. Internationale concurrentiepositie van EU verslechterd  saldo betalingsbalans EU omlaag
Het berekenen van de saldo op de betalingsbalans.
Saldo lopende rekening = (alle + kanten bij elkaar) minus (alle – kanten bij elkaar).
Saldo kapitaal rekening = + kant minus – kant.

Het verschil tussen de kapitaalrekening en de lopende rekening is heel groot. Bij de kapitaalrekening heb je met vele grotere getallen te maken.
Een positieve saldo op de betalingsbalans lijdt tot appreciatie van de €.
Een negatief saldo op de betalingsbalans lijdt tot depreciatie van de €.

Het evenwicht dat ontstaat door de salderingsrekening is een boekhoudkundig evenwicht (= formeel evenwicht en geldt altijd)

De 20 hierboven betekent: afname voorraad deviezen.
Devies = vreemde valuta.
Als de saldo op de betalingsbalans 0 is, noemen we dat materieel evenwicht. (dit gebeurd zelden en is puur toeval)