Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 4

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 577 woorden
  • 20 juni 2018
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Economie
De onzichtbare hand

De markt als organisator

Productiefactoren / productiemiddelen: als je iets wilt produceren heb je Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemersactiviteit nodig.
> Kapitaal: gebouwen en machines
> Arbeid: al het menselijke werk
> Natuur: grond en alles wat de natuur ons biedt
> Ondernemersactiviteit: het combineren van de driefactoren. Levert bij succes winst op

Allocatie: de verdeling vd productiefactoren over de productiemogelijkheden [welke goederen en diensten gaan we produceren , hoeveel van die goederen en diensten gaan we maken en in welke kwaliteit , Welke productiefactoren gaan we voor de productie gebruiken en in welke combinatie]

Adam Smith: als iedereen zijn eigenbelang nastreeft, dan stemt het marktmechanisme onze handelingen op elkaar af. De organisatie gaat vanzelf. (= de onzichtbare hand)

Soorten markten

Substitueerbaar: goederen zijn substitueerbaar als ze in de ogen van de consument door elkaar kunnen worden vervangen

Om te bepalen met welke marktvormen je te maken hebt kijk je naar =>

  • Het aantal vragers en het aantal aanbieders =>
    - 1 aanbieder : er bestaat geen substituten voor het product (water, paspoorten)
    - Weinig aanbieders : als ze bij hun handelingen rekening houden met de reacties van de  andere aanbieders [supermarkt , olie , auto , vliegtuigen]
    - Veel aanbieders : de individuele aanbieder geen invloed kan uitoefenen op de marktprijs [agrarische grondstoffen] -> de hoeveelheid die wordt aangeboden door 1 producent , is een uiterst klein deel van de totale hoeveelheid.
  • De aard van het goed => homogeen of heterogeen
    => homogeen: de goederen die op volkomen gelijke wijze voorzien in een bep. behoefte
    => heterogeen: de goederen die in de ogen van de consument toch van elkaar verschillen
  • De transparantie van de markt => als vragers en aanbieders op de hoogte zijn van alles wat er op de markt gebeurt -> op hetzelfde tijdstip kunnen er geen prijsverschillen bestaan tussen homogene goederen.
  • De hoogte van de toetredingsbarrièrs, toetreding kan belemmerd worden door (wettelijke) eisen van vakbekwaamheid en door de aard van de productie

 

 

 

 

 

Productdifferentiatie: door verschil in verpakking, merk en wijze van verkoop gaat de consument verschil maken tussen goederen die in feite in dezelfde behoefte voorzien

Perfect werkende markten = de aanbieders kunnen geen enkele invloed op de prijs uitoefenen => volledige mededinging of volkomen concurrentie [prijsnemers]

Niet perfecte markten = de aanbieders hebben genoeg macht om de prijs te kunnen beïnvloeden => monopolie , oligopolie , monopolistische concurrentie [prijszetting]

Prijsvoorkeur: de consument koopt het goedkoopste product, als er geen verschil is in de producten onderling (homogene goederen)

De werking van perfecte markten [de aanbieders kunnen geen enkele invloed op de prijs uitoefenen]

Bij een prijsdaling, op een perfect werkende markt, neemt de vraag naar een bepaald product toe. Terwijl bij een prijsstijging, de vraag afneemt.
-> als de vraag toe neemt, verschuift de vraagcurve naar rechts. Neemt de vraag af dan verschuift deze naar links.
Als de prijs van een bepaald product stijgt, neemt het aanbod juist toe en bij een prijsdaling neemt het aanbod af.

Evenwichtsprijs = de prijs waarbij de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid

Op perfect werkende markten worden producten uitsluitend tegen de evenwichtsprijs verhandeld
> de vrager maakt geen onderscheidt tussen de producten (homogeen goed)
> de markt is transparant
=> door concurrentie worden de producten uitsluitend tegen de evenwichtsprijs verhandeld

Het prijsmechanisme stuurt de allocatie > als de aangeboden hoeveelheid afneemt, door een lagere prijs, dan zal men minder beroep doen op de productiefactoren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.