Hoofdstuk 3: Risico en informatie

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1751 woorden
  • 16 november 2016
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Hoofdstuk 3, risico en informatie
Transactiekosten: al de tijd, geld en moeite die het kost om een transactie tot stand te brengen. De transactiekosten komen bovenop de prijs van een transactie. Naarmate de risico’s van een ruil groter zijn nemen de transactiekosten ook toe.
Om de uitvoering van transacties makkelijker te maken hebben zich in de loop van de tijd normen en waarden ontwikkeld. Ook heeft de overheid regels opgesteld om de transactiekosten zo laag mogelijk te houden.
Ruil(transactie): eigendomsrechten worden uitgewisseld. Zo’n ruil mondt uit in een contract of overeenkomst.  Zo’n contract staat niet noodzakelijk op papier. Ook als er niets op papier staat moeten beide partijen zich aan afspraken houden, er bestaan in de ruilhandel normen en waarden, ongeschreven regels waar partijen op vertrouwen. Zo zal de koper ervan uitgaan dat de verkoper na zijn toezegging het product niet alsnog aan iemand anders verkoopt.
Schriftelijk contract: de overeenkomst staat zwart op wit
Hoewel contracten zijn gebaseerd op geschreven en ongeschreven regels blijven er altijd onzekerheden.
Volledig contract: als alle onvoorziene gebeurtenissen in een contract zijn opgenomen, maar deze contracten bestaan alleen maar in theorie. Kopers en verkopers zoeken informatie om zoveel mogelijk risico’s uit te sluiten en het contract zo volledig mogelijk te maken.
Risicomijdend/risicoavers: het mijden van risico’s. Het streven naar volledige contracten wordt ingegeven door het verlangen om risico’s uit te schakelen.
Asymmetrische informatie: de ene partij beschikt over meer informatie dan de andere
Averechtse selectie: de koper selecteert het tegengestelde van wat hij wil selecteren, dit kan worden tegenaan door verschillende mogelijkheden waarbij vertrouwen een grote rol speelt:
- het risico van een miskoop kleiner maken door b.v. garantie (je geeft geen garantie op slechte producten)
- een goede reputatie opbouwen. Als iemand bekend is als eerlijke zakenman zullen ze vaker naar hem toegaan.
Verzekering: je beschermt jezelf tegen een risico door premie te betalen aan een verzekeraar. Uit de premies betaalt een verzekeraar schadeclaims en overige kosten.
WA-verzekering: wettelijke aansprakelijkheid verzekering, voor de schade die je toebrengt aan andere, is verplicht voor bestuurders van motorvoertuigen. Er worden verschillende instrumenten gebruikt om averechtse selectie tegen te gaan.
- er wordt een basispremie opgesteld afhankelijk van de nieuwwaarde van de auto en het aantal kilometers dat gereden is per jaar.
- er wordt gekeken in welke stad of regio de verzekerde woont
- en er wordt gebruik gemaakt van het bonus-malussysteem
Berekening premie= kans op schade x de gemiddelde hoogte van de verwachte schade
Het is voor een verzekeraar belangrijk om veel klanten te hebben, stel je voor je hebt er maar 2 dan is de kans klein dat er iemand iets overkomt maar de kans is er wel.
Averechtse selectie door verzekeraars: bij verzekeraars is er vaak sprake van informatieasymmetrie (de verzekerde kent zijn risico veel beter, b.v hij kent zijn eigen rijgedrag). De asymmetrie heeft gevolgen voor de verzekeringmarkt vóór en na het afsluiten. Bij het afsluiten kan er sprake zijn van averechtse selectie. Nádat ze eenmaal verzekerd zijn, bestaat de kans dat ze hun rijdgedrag veranderen. Een verzekeraar weet van tevoren niet wie de slechte en wie de goede risico’s zijn, daarom stelt hij een gemiddelde premie. De goede risico’s voelen zich benadeeld, zij hebben een lager risico en denken dat ze teveel betalen. Een aantal van hen zal de verzekering stopzetten en een goedkopere zoeken. De slechte risico’s blijven over en claimen veel schade de kans is groot dat de premies omhoog moeten. Daardoor haakt een nieuwe groep met lage risico’s af. Opnieuw moet de premie omhoog. De selectie van de verzekeraar is averechts. Van iemand die zich tegen zo’n hoge premie wil verzekeren zal de verzekeraar denken:’als iemand zich tegen zo’n hoge premie wil verzekeren zal hij wel een enorme brokkenpiloot zijn.’ Uiteindelijk stort de hele verzekeringsmarkt in.
Maar er zijn oplossingen:
- selecteren van risico’s: de verzekeraar kent zijn klanten niet persoonlijke en gaat op zoek naar de verschillen door ze een vragenlijst in te laten vullen of ze al eerder schade hebben geclaimd. Ook kan de verzekeraar risico’s vaststellen door te kijken naar leeftijd, beroep of postcode van het woonadres. Hierdoor hoeven de goede risico’s minder te betalen dan de slechte risico’s dat noem je premiedifferentie (verschil in premies).
- eigen risico: de verzekerde draait zelf op voor het eerste deel van de schade. Als de verzekerde dit zelf mogen bepalen zullen de goede risico’s een hoog eigen risico nemen en een lage premie betalen en de slechte risico’s zullen een laag eigen risico’s nemen en een hoge premie.

- Bonus-malusregeling: automobilisten die geen of weinig schade veroorzaken krijgen een korting (bonus) op hun premie en de automobilisten die veel schade veroorzaken moeten extra premie (malus) betalen. De bonus of malus wordt bepaald door het aantal jaren dat iemand schadevrij rijdt en dus geen beroep (no-claim) heeft gedaan op de verzekering.
- Dwang van de overheid: bij sociale verzekeringen is het gebruikelijk dat de overheid mensen verplicht zich te verzekeren en zijn verzekeraars verplicht iedereen te accepteren. De goede risico’s moeten zich verzekeren en daardoor blijft de premie laag.
Moreel wangedrag/ moral hazard: iemand gaat zich roekelozer gedragen omdat hij weet dat hij de schade zelf niet hoeft te betalen. Moreel wangedrag heeft als gevolg dat de premies hoger worden en de goede risico’s weglopen. Dit kan je tegengaan door het invoeren van:

Principaal: de opdrachtgever
Agent: voert de opdracht uit die hij krijgt van de principaal
Als een contract onvolledig en de principaal vindt dat de agenten niet goed genoeg hun werk doen kan hij dit verhelpen door te controleren of ze goed werken en als ze dat niet doen spreekt hij hun erop aan. Als de agenten slecht gedrag blijven vertonen ontslaat de principaal ze. Maar door te controleren is de principaal wel meer transactiekosten kwijt.
Stelsel van sociale zekerheid: bestaat uit regelingen en wetten die zijn gebaseerd op solidariteit. Het gaat hierbij om de solidariteit van de gezonden met de zieken, van de jongeren met de ouderen en van de werkende met de werkelozen. De regeling is verplicht. Het stelsel bestaat uit verzekeringen en voorzieningen. Voorzieningen worden betaald uit belasting zoals de bijstand. Voor de sociale verzekeringen worden premies betaald. Er zijn twee soorten:
- Volksverzekering deze geldt voor iedereen
- werknemersverzekering deze geldt alleen voor de mensen in loondienst, de uitkering is afhankelijk van het laatst verdiende loon
Bij sociale verzekeringen is de premie inkomensafhankelijk. Bij de meeste volksverzekeringen krijgt iedereen dezelfde uitkering. De volksverzekeringen zijn:
Afkorting voluit
AOW Algemene Ouderdomswet, uitkering die je maandelijks van de staat krijgt als je 67 jaar of ouder bent, deze is voor iedereen even hoog.
AWBZ Algemene Wet Bijzondere ziektekosten, vergoedt de kosten van langdurige verpleging en psychiatrie is inkomensafhankelijk. Ook als je extreem hoge zorgkosten hebt kan je een beroep doen op de AWBZ.
Anw Algemene Nabestaandenwet, geeft recht op een uitkering als de partner overlijdt en is inkomensafhankelijk. Je ontvangt hem alleen als je een laag inkomen hebt.
AKW Algemene Kinderbijslagwet, je krijgt geld van de overheid omdat je een kind hebt

Werknemersverzekeringen zijn:
Afkorting voluit
WW Werkeloosheidswet, als een werknemer onvrijwillig werkeloos is kan hij een tijdje in de WW komen. Hoogte= 70% van het laatst verdiende loon
ZW Ziektewet, als een werknemer ziek wordt is de werkgever verplicht hem maximaal twee jaar loon door te betalen
WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, als een werknemer na twee jaar nog steeds ziek is en volledig arbeidsongeschikt dan krijgt hij op grond van de WIA een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als de werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is moet de werkgever zorgen voor aangepast werk.
Wajong  Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, variant op de WIA voor jongeren met een handicap

Verzorgingsstaat: in de jaren ’70 werd Nederland zo genoemd. Een samenleving waarin de overheid verantwoordelijk is voor het welzijn van de burgers. De verzorgingstaat bleek niet lang houdbaar. Door de stijgende werkloosheid en het misbruik van regelingen werd de verzorgingstaat onbetaalbaar. De sociale wetten zijn inmiddels versoberd (goedkoper).
Inactieven/actieven-ratio (i/a-ratio): de inactieven zijn de mensen die niet werken. De actieven zijn de werkzame personen van 15 jaar en ouder. Bij het berekenen van de i/a-ratio gaan we ervan uit dat de actieve een volledige baan hebben en de inactieven een volledige uitkering.
De berekening is: Inactieven : actieven x 100%
Zvw: de zorgverzekering, iedereen in Nederland is verplicht een zorgverzekering te hebben, het gaat hierbij om de basisverzekering. De verzekeraars mogen niemand weigeren om een basisverzekering af te sluiten en verzekeraars mogen geen hogere premie vragen op grond van leeftijd en/of gezondheid. De basisverzekering dekt de kosten voor de huisarts, de medicijnen en de specialistische hulp, het zogenaamde basispakket. Kinderen tot 18 jaar zijn gratis verzekerd. De premie bestaat uit twee gedeelte:
- nominale premie, deze premie gaat rechtstreeks naar de verzekeraar. Mensen met een laag inkomen krijgen van de belastingsdienst een zorgtoeslag(inkomensafhankelijk), deze is bedoeld om de nominale premie te kunnen betalen.
- inkomensafhankelijke bijdrage, deze wordt door de belastingsdienst geheven over het inkomen. Een deel van die heffing stort de belastingsdienst in het zogenaamde vereveningsfonds. Dat fonds keert bedragen uit aan verzekeraars met risicovolle klanten. Ongelijkheden in het klantenbestand worden zo verevend (gladgestreken). Ook de ziektekosten van kinderen jonger dan 18 worden uit het vereveningsfonds betaald. Bij werknemers wordt de inkomenafhankelijke bijdrage betaald door de werkgever, de zogenaamde werkgeversheffing. Zelfstandige en gepensioneerde moeten de inkomensafhankelijke bijdrage zelf betalen.

De overheid verwacht dat de hoogte van de premie mede beperkt blijft door de concurrentie in de zorg.  Zorgverzekeraars willen zo veel mogelijk klanten, ze beconcurreren elkaar op de prijs. De overheid hoopt dat de verzekeraars druk uitoefenen op zorgaanbieders om zo goedkoop mogelijk te werken.

De zorgverzekeringswet voorziet in een basisverzekering. Wie meer wil dan het basispakket kan een aanvullende verzekering afsluiten; tandarts, fysio enz. Met aanvullende verzekeringen bemoeit de overheid zich  niet.

Een voorbeeld van een voorziening is de Bijstand, het vangnet van de sociale zekerheid. De Bijstand is geregeld in de WWB, Wet Werk en Bijstand. Iemand die onvoldoende inkomen of vermogen heeft om zijn bestaan te voorzien, kan in zijn gemeente een bijstandsuitkering aanvragen. Om uitgaven te besparen proberen gemeenten de mensen in de bijstand zo snel mogelijk aan een baan te helpen.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.