§15.1 - Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt = totale V&A van arbeid, abstract
- Vraag naar arbeid = particulieren en collectieve sector
- Aanbod van arbeid = werkenden en werkzoekenden
Ipv arbeidskrachten investeren in kapitaalgoederen
Waarom is er geen volledige mededinging bij arbeidsmarkt?
Markt is niet volkomen, aanbod van arbeid is niet homogeen
- Iedereen is anders
- Markt is niet transparant
- Je kunt niet vergelijken, ook andere beloningen dan geld
- Arbeidsmarkt is niet vrij
- Wetten zoals ontslagrecht, minimum loon
Minimaal loon is hoger dan evenwichtsloon (minimum loon is ingesteld) → vraag naar laaggeschoolde personeel neemt af;
- Aanbod neemt toe → aanbodoverschot aka werkloosheid
Gevolgen loonstarheid zie blz. 97 voor grafiek
Krappe arbeidsmarkt = meer vraag dan aanbod
Ruime arbeidsmarkt = meer aanbod dan vraag → werkloosheid
§15.2 - Individuele arbeidsovereenkomst
Individuele arbeidsovereenkomst = afspraak tussen werkgever en -nemer, rechten en plichten werkgever en -nemer (= arbeidsvoorwaarden)
- Primair: loon, tijden, pensioen, vakantie
- Secundair: reiskosten, auto, kleding
- Zie voorbeeld blz. 99/100/101
§15.3 - Werknemers- en werkgeversorganisaties
Werknemersorganisaties:
- Moeilijk om met werkgever te overleggen (machtspositie)
- Zo gunstig mogelijke arbeidsvoorwaarden
- Financieel + juridische ondersteuning bij arbeidsconflicten
- Algemene taken: belastingbeleid beïnvloeden
Vakbonden
- Instanties die werknemers vertegenwoordigen, komen op voor belangen
- Vakcentrales = overkoepelende vakbonden
- FNV (bouw en sport)
Organisatiegraad = hoeveel procent lid is van werknemersorganisatie
Economische macht werknemersorganisaties groter bij krappe arbeidsmarkt dan ruime
Eerder eisen vakbeweging uitvoeren
Bedrijven bij branche/werkgeversorganisaties = belangen werkgevers bevredigen
Taken werkgeversorganisaties:
- Zo gunstig mogelijke arbeidsvoorwaarden voor werkgevers dmv onderhandelingen met werknemersorganisaties
- Financiële en juridische ondersteuning van werkgevers bij arbeidsconflicten
- Beïnvloeding arbeidsvoorwaardenbeleid overheid (bv belastingbeleid)
- VNO-NCW is de grootste
Werkgeversorganisaties onderhandelen met vakbonden over arbeidsvoorwaarden
- Dit geeft de collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
Stichting van de Arbeid hebben vakcentrales en werkgeversorganisaties overleg met overheid
- Zorgen voor Centraal Akkoord
- Afspraken over o.a. loonontwikkeling
- Basis voor cao-onderhandelingen
§15.4 - Collectieve arbeidsovereenkomst
Loonbegrippen
Begrippen bij cao-onderhandelingen
- Cao-loon = beloning voor verrichte arbeid, incl. toeslagen + bijzondere beloningen (vakantiegeld)
- Nettoloon = bruto + vergoedingen - loonbelasting - premies
- Loonkosten = brutoloon + premies sociale lasten werkgevers
- Loonkosten per product = loonkosten / productieomvang
- Stijgt als loonkosten procentueel meer stijgen dan arbeidsproductiviteit
- Loonkosten stijgt met 3,02% en productie 1%: loonkosten per product = 103,02/101 = 102, dus stijgen de loonkosten per product met 2%
- Wig = loonkosten - nettoloon
- Alle over het loon betaalde belastingen en premies
- Stijging wig → hogere loonkosten → minder mensen in dienst nemen
Loonstijgingen
- Incidentele loonstijging = staat niet in cao, gevolg van bonussen/leeftijdstoeslagen
- Reële loonstijging = koopkrachtstijging loon
- Neemt toe als loon procentueel meer stijgt dan stijging prijspeil (gaat hetzelfde als loonkosten pp)
- Prijscompensatie = contractloonstijging, even hoog als stijging consumptieprijspeil (CPI)
- Initiële loonstijging = extra cao-contractloonstijging boven prijscompensatie
- Contractloon stijgt met 4%, prijspeil met 1,5% → initiële loonstijging 2,5%
- Loonruimte = max stijging lonen zonder dalende winst
- Zolang loonkostenstijgingen niet boven stijging arbeidsproductiviteit + prijspeil
- Arbeidsproductiviteit stijgt 1,5%, prijzen stijgen 2%: 101,5 x 102 / 100 = 103,53
- Loonkosten kunnen 3,53% stijgen zonder dat winst daalt
Rekening houden met volgende dingen bij cao-onderhandelingen
- Prijscompensatie = door stijging prijzen daalt reële loon → koopkracht inkomen neemt af → meer loon eisen
- Productiviteitsstijging = arbeidsproductiviteit stijgt → meer productie → loonstijging mogelijk zonder winst in gevaar
- Schaarste op de arbeidsmarkt = lonen verhogen voor meer arbeidskrachten
- Arbeidsduurverkorting of -verlenging
- Arbeidsduurverkorting = minder werken, meer personeel
- Arbeidsduurverlenging = schaarste tegengaan, hogere AOW-leeftijd
- Overheidsbeleid = hogere loonbelasting en sociale premies → lagere nettolonen → meer loon eisen
Diepte-investeringen aantrekkelijk bij te hoge lonen → minder mensen nodig
Zelfbinding = verbonden aan vakbond, doen wat zij zeggen
§15.5 - Arbeidsvoorwaarden en overheidsbeleid
Collectieve dwang overheid bij onaanvaardbare overeenkomsten
Invloed overheid op individuele arbeidsovereenkomsten
- Wetgeving gelijke behandeling = geen verschillen tussen afkomsten en geslacht
- Wet op het minimumloon = laaggeschoolde arbeid redelijk inkomen geven
- Hoger dan bijstandsuitkering
- Leerplichtwet
- Arbeidstijdenwet = gezondheid, welzijn en veiligheid bevorderen
- Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) = houden aan veiligheids- en gezondheidsvoorschriften
- Ziektewet = eerste jaar 70% doorbetaald bij ziekte
- Deeltijd-WW = werknemers minder uur per week, wel volledige loon (WW-uitkering)
Invloed overheid op collectieve arbeidsovereenkomsten
- Kabinet overlegt met Stichting van de Arbeid over Centraal Akkoord
- Cao algemeen verbindend verklaren (doorvoeren cao)
- Verandering hoogte loonbelasting en sociale premies, minimum loon
Overheid als werkgever
Grootste werkgever in Nederland
Koppeling tussen lonen collectieve en particuliere sector = lonen collectief volgden cao-lonen particuliere → verbroken
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden