Hoofdstuk 14

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1013 woorden
  • 20 maart 2013
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
1 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Economie h14

Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal.

Marketing mix:

-          Productbeleid

  • Welk soort product?

-          Prijsbeleid

  • Hoe hoog moet de prijs?
    • Prijsdiscriminatie: als aanbieder bij verschillende groepen verschillende prijzen heeft
    • Prijsdifferentiatie: als aanbieder verschillende prijs voor hetzelfde product heeft doordat er kostenverschillen zijn.
    • Prijsdumping: verkopen producten onder kostprijs

-          Plaatsbeleid

  • Waar te verstigen?

-          Promotiebeleid

  • Hoe trek je klanten?

Beperken van concurrentie, dmv:

Uitschakeling:

-          Octrooi (patent): exclusief recht op een uitvinding, zodat anderen hier geen gebruik van mogen maken.

Concentratie (samengaan):

-          Kartelvorming: afspraken tussen bedrijven om prijs op te drijvenà is verboden

-          Franchising:overe4enkomst waarbij de verlener aan de franchiser tegen betaling toestaat om gebruik te maken van de handelsnaam en hun tactieken

  • Vb.H&m, burgerking etc.

-          Joint venture: gezamelijke nieuwe ondereming waarin partijen hun kennis en vermogen inbrengen

-          Consortium:  tijdelijke samenwerking tussen ondernemingen om risico’s te spreiden

-          Fusies en overnames

Kenmerken monopolie:

-          Één aanbieder, veel vragers

-          Onvolkomen markten

  • Passen productiedifferentiatie, prijsdifferentiatie en soms prijsdiscriminatie toe

-          Vrije marktwerking

  • Behalve merk rechten


Maximale omzet monopolie:

Heeft vrije keuze qua prijs

MO= 0

Qv= 2p+50 à p= -0,5q+25

To= pxq

To= (-0,5q+25) q

To= -0,5q2+25q

MO= TO’= -q+25

Tk= 5q +20

Mk= 5

MO=0 à 0=-q+25 à q=25

Break-even point:

Snijpunt GO/P = GTK

Maximale winst monopolie:

MO=MK

TW= (GO-GTK) x q

Welvaartverlies monopolie

Zie kaartje

BLZ 194!

Overheidsingrijpen

-          Mededingingswet

  • Kartelverbod
  • Verbod op misbruik van economische machtspositie
    • Bijv. Extreem hoge prijzen
  • Vergunning concentraties
    • Kunnen ook geweigerd worden

-          Overheidsmonopolies, ZBO’s en new public management

  • Toezichtshouders (monopolies op hun taak)
    • OPTAà post en telecommunicatie
    • Nzaà zorg
    • Nma; DTEà energie
  • ZBO; zelfstandig bestuursorgaanà voert zelfstandig overheidstaak uit
    • Kvk      
    • IBG      
    • Academische ziekenhuizen
  • Bovenstaande, zijn voorbeelden van public management;
    • Hervormde bedrijven van de overheid met minder bureaucratie als vroeger

-          Prijsvoorschriften

14.3

Verschillen in marktvormen:

   Hoeveelheid invloed van aanbieder op prijs :

 

                 Geen invloed prijs

          Weinig invloed prijs

    Volledig invloed prijs

-           Des te steiler de lijn, des te meer invloed van de aanbieder op de prijs

Monopolistische concurrentie

Oligopolie

-Veel aanbieders/ veel vragers

- onvolkomen markt

-Heterogeen product, ieder prduct zijn eigen klantenkring

-Op lange termijn geen winst

-Makkelijk toe te treden, vrije markt

-Weinig aanbieders/ veel vragers

-Onvolkomen markt

- homogeen product met heterogene kenmerkenen (kwaliteitsverschillen)

- vrije markt.

   

Maximale winst MO=MK

P=GTK

Anders maakt het bedrijf verlies; geen winst mogelijk!

Maximale winst MO=MK

P0 en q0

AB: Prijsverhoging bedrijf, maar niet van concurrenten à vraag loopt terug

BC: reactie concurrenten prijsverlaging à vraag neemt minder sterk toe

DE: prijsstarheid zolang MK MO snijd

Bij p=MK is de verkoopprijs hoger en de productieomvang kleinerà welvaartsverlies

Monopsonie: veel aanbieders, één vrager

Oligopsonie: veel aanbieders, weinig vragers

Countervailing power: als tegenkrachten economische markt neutraliseren kan optimale allocatie plaatsvinden

14.4/14.5

Tegenspeler die zich aanpassen op eht gedrag van de andere:

-          Simultaan: tegelijk

-          Seguentieel: na elkaar

Gevangene dillemma:

Speler 1 zwijgt

Speler 1 verlinkt

Speler 2 zwijgt

+

+

+

-

Speler 2 verlinkt

-

+

+ -

+ -

Pay-off-matrix

Bedrijf 1 kiest peper

Bedrijf 1 kiest zout

Bedrijf 2 kiest peper

1500

2000

2500

5000

Bedrijf 2 kiest zout

5000

2500

1000

1200

Dominante strategie: de beste reactie op de gekozen strategie van de ander

-          Stel B1 kiest peper, dan is dat voor B2 zout.

Bedrijf 1 geen prijs verlaging

Bedrijf 1 prijs verlaging

Bedrijf 2 geen prijs verlaging

1000

1400

900

1600

Bedrijf 2 prijs verlaging

1200

1300

1100

1500

Nash-evenwicht: ze gaan alletwee voor de beste individuele optie, die uiteindelijk tot het mindere kan leiden als de ander dit ook kiest. Als ze beiden de beste mogelijke optie kiezen is dit het nash-evenwicht

-          B1 kiest prijsverlaging , B2 ook

Pareto optimum: als het niet meer leidt tot extra welvaart van de ander

14.5

Belastingbetaler 2

Wel bijdragen

Niet bijdragen

Belastingbetaler 1

Wel bijdragen

0

0

-

+

Niet bijdragen

+

-

0/-

0/-

Doordat niet bijdragen voordelig kan zijn, ontstaan meeliftgedrag, zoals te zien bij paars, dat zou niet eerlijk zijn t.o.v. oranje. Bovendien als beiden niet zouden betlane is er geen geld.

-          Hierom: collectieve dwang.

Verzonken ksoten: kosten die al gemaakt zijn en niet terug gedraaid kunnen worden.

Formules:

Maximale winst

MO=MK

B.E.P

W=0 of P=GTK

Evenwichtsprijs

Qa=Qv of MK=P

Afwenteling

(Verschil _p/2)x100%

P=Qv en Mk=Qa

MW=TW’ en MO=TO’ MK=TK’

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.