Hoofdstuk 1, Productie en productiefactoren

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 421 woorden
  • 2 januari 2003
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
23 keer beoordeeld

Hoofdstuk 1 Productie en productiefactoren De behoeften van de mens bestaat uit alles wat de mens nodig heeft. Primaire behoeften: voedsel, kleding en onderdak, zonder deze behoeften blijven we niet in leven. Secundaire behoeften: alles wat het leven aangenamer maakt. Goederen zijn alle stoffelijke en onstoffelijke middelen waarmee in de behoeften kan worden voorzien. Vrije goederen en Economische goederen.¡ý Individuele goederen zijn goederen die splitsbaar zijn in eenheden die aan individuele personen kunnen worden verkocht. Collectieve goederen zijn goederen die niet splitsbaar zijn in eenheden die aan individuele personen kunnen worden verkocht. Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen die door de overheid worden aangeboden. Productie ¡ú toevoegen van waarde
Productiefactoren (pf) of productiemiddelen zijn middelen die nodig zijn voor de productie. Arbeid ¡ú loon

Kapitaal ¡ú interest
Natuur ¡ú pacht
Ondernemersactiviteit ¡ú winst
Produceren is het combineren van productiefactoren met het doel waarde toe te voegen. Productie of toegevoegde waarde = omzet ¨C onderlinge leveringen = beloningen van de pf. Alle toegevoegde waarden = nationaal product (np) Alle beloningen pf = nationaal inkomen (ni) Bruto binnenlands product (bbp) Zie boek blz. 13
Welvaart is de mate waarin in de behoeften is voorzien. Schaarste is de spanning tussen de behoeften aan de ene kant en de middelen om die behoeften te bevredigen aan de andere kant. Behoeften nemen toe. Externe effecten doen zich voor als het streven naar welvaart door de ¨¦¨¦n onbedoeld invloed uitoefent op de welvaart van een ander. (kunnen positief of negatief zijn) Welvaart in enge zin ¡ú alleen productie
Welvaart in ruime zin ¡ú ook de behoeften en externe effecten
Beroepsgeschikte bevolking: 15 t/m 64 jarigen
Beroepsbevolking: bestaat uit alle personen van 15 t/m 64 jaar die beschikbaar zijn om betaald werk te verrichten voor tenminste 12 uur per week. Participatiegraad ¡ú welk deel van de beroepsgeschikte bevolking tot de beroepsbevolking behoort ¡ú Beroepsbevolking . Beroepsgeschikte bevolking * 100% Kapitaalgoederen zijn goederen die niet bestemd zijn voor consumptief gebruik maar om andere goederen te produceren. Vast kapitaal ¡ú langer dan 1 productieproces
Vlottend kapitaal ¡ú 1 productieproces

Investeren is het aanschaffen van kapitaal goederen. Kapitaalintensiteit is de hoeveelheid kapitaal goederen per eenheid arbeid. Breedte investering is een investering waarbij de kap int niet veranderd. Diepte investering is een investering waarbij de kap int toeneemt. Afschrijvingen geven de in geld uitgedrukte waardedalingen v.d. kap goed weer. Bij natuur kan je aan verschillende dingen denken: - de ligging van een land of een regio - natuurlijke hulpbronnen - het klimaat - milieufactoren
Duurzame ontwikkeling ¡ú natuurlijke omgeving zo min mogelijk aantasten. Een onderneming streeft naar winst en is eigendom van particulieren die het risico lopen verlies te lijden of failliet te gaan. Substitutie
Zie boek blz. 21.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.