Hoofdstuk 1

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 347 woorden
  • 29 oktober 2019
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 8
4 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Fix onze energie!

Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past! 

Check Power Up The Planet!

Paragraaf 1 heb jij genoeg?

  • Economie= keuzes die je maakt
  • Schaarste= ontstaat als je niet genoeg middelen hebt om je behoeften te voorzien
  • Alternatief aanwendbaar= je hebt verschillende mogelijkheden om middelen in te zetten-> de ene keuze sluit de ander uit
  • Primaire behoeften= basisbehoeften (voeding, kleding, onderdak, zorg, onderwijs)
  • Secundaire behoeften= minder noodzakelijke behoeften-> maken leven aangenamer
  • Secundaire behoeften kun je onderverdelen in:
  • Normale behoeften-> je kan zonder maar dat is niet makkelijk (sport, mooi huis, etc)
  • Luxe behoeften-> vaak voor waardering van anderen. 
  • Ook wel statusgoederen genoemd (dure auto, nieuwste telefoons)
  • Behoeften zijn onbeperkt
  • Materiële behoeften= behoeften die je kunt voorzien met producten of diensten
  • Immateriële behoeften= kun je niet direct kopen-> wel kun je geld inzetten om de behoeften te verbeteren
  • Prioriteitenlijst= lijst van wat het belangrijkst voor iemand is
  • Consumeren= besteden van inkomen aan consumptiegoederen
  • Produceren= het voortbrengen van producten en diensten die kunnen worden geconsumeerd
  • Duurzame ontwikkeling= zo omgaan met schaarste dat je je behoeftes kunt voorzien en rekening houdt met de toekomst

Paragraaf 1.2 wil je ruilen?

  • Wederzijds voordeel= als je beide een voordeel hebt aan een ruil
  • Geld heeft 3 functies
  • Ruilmiddel
  • Rekenmiddel
  • Spaarmiddel /oppotmiddel
  • Sparen= geld niet gelijk uitgeven
  • Chartaal geld= contant-> munten en biljetten
  • Giraal geld= geld op de bank (girorekening(giraal))
  • Koopkracht= de hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen voor een bepaald bedrag
  • Inflatie= prijzen stijgen-> minder kopen met evenveel geld
  • Deflatie= prijzen dalen-> meer kopen met evenveel geld
  • Budget= de hoeveelheid geld waarover je in een bepaalde periode kunt beschikken
  • Begroting= overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode
  • Model= vereenvoudiging van de werkelijkheid
  • Budgetlijn= voorbeeld van een model-> geeft de grenzen van je budget weer
  • Laat zien welke keuze iemand kan maken als hij zijn hele inkomen aan maar 2 dingen besteedt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.