H5 §1 t/m §8

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 344 woorden
  • 24 juni 2003
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 6
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
§5.1 ondernemingsvormen Eenmanszaak VOF BV en NV

eigendom eigenaar vennoten aandeelhouders
leiding eigenaar vennoten door
aandeelhouders
aangestelde pers.
aansprakelijkheid eigenaar met vennoten met BV en NV zijn
hele vermogen hele vermogen rechtspersoon

§5.2 verschil tussen balans en resultatenrekening:

- op een balans staan bezittingen, eigen vermogen en vreemd vermogen terwijl op een resultaten kosten en opbrengsten staan.
- Een balans laat de stand van zaken op een bepaald moment zien en een reslutaten rekening laat de winst of het verlies over een bepaalde periode zien

§5.3

*variabele kosten zijn de kosten die variëren met de productieomvang. (grondstoffen, hulpstoffen, energie, verpakking, enz.)
*constante kosten zijn kosten die niet variëren met de productieomvang. (machines, gebouwen)
aantal producten ‡ q
TK = Totale Kosten ‡ TK = TVK + TCK
TVK = Totale Variabele Kosten ‡ TVK = GVK x q
TCK = Totale Constante Kosten ‡ TCK = vast gegeven
(GVK = Gemiddelde Variabele Kosten, dus per product)

§5.4 Welke factoren bepalen de vraag van de consumenten naar een bepaald consumptiegoed:

- preferenties (voorkeur): als ze er geen behoefte aan hebben kopen ze het niet
- inkomen: hoe hoger je inkomen hoe meer je koopt
- prijs van het product: hoe lager de prijs hoe meer er verkocht wordt
- prijs van andere producten
- aantal vragers: als er meer mensen zijn, wordt er meer verkocht.

Preferenties ‡ beïnvloed door reclames
§5.5 Bereken de Ev als de prijs van 2 naar 4 gaat:
p=2 ‡ Qv = -2 +10 = 8
p wordt 4 ‡ Qv wordt –4 + 10 = 6
4 – 2 : 2 x 100% = +100
6 – 8 : 8 x 100% = - 25
Ev = -25 : +100 = -1/4
§5.6 Aanbod van een product is afhankelijk van:

- prijs van het product
- prijs van de productiefactoren
- productietechniek
- prijs van de grondstoffen
- aantal aanbieders

model oplossen: Qv = Qa !!!! (formules naast mekaar zetten)
q uitrekenen ‡ p (met een streepje der boven) invullen in beide formules ‡ antw ‡ q (met een streepje erboven)
§5.7

bepalend: aantal vragers ‡ altijd veel vragers
aantal aanbieders ‡ veel; beperkt aantal; één aanbieder
aantal van het product ‡ homogeen of heterogeen
Belangrijkste kenmerk: aantal aanbieders
Hoe meer aanbieders hoe meer concurrentie dus één aanbieder (monopolie) ‡ geen concurrentie.

§5.8 Een combinatie van het gebruiken van de 4 p’s

prijs
product
plaats
promotie
om de verkoop te bevorderen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.