Formules Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 t/m 5

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 335 woorden
  • 1 juli 2014
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
32 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Aanbod van arbeid (beroepsbevolking) = zelfstandigen + werknemers + werklozen

Personen tussen de 15 en de 65 jaar die willen en kunnen werken

Vraag naar arbeid = werknemers + vacatures + zelfstandigen

De hoeveelheid arbeid(skrachten) die werkgevers in dienst willen nemen

Procentuele verandering = (nieuw - oud) / oud x 100

Deeltijdfactor: aantal arbeidsplaatsen / aantal personen

vb. 0.6= deeltijdfactor -> dan werkt iemand 60% van een fulltimebaan

-> Het aantal personen met een baan is groter dan het aantal fulltimebanen

p/a ratio = het aantal personen / aantal arbeidsjaren

vb. p/a = 1.3 = op 100 voltijdbanen werken 130 mensen

De verhouding tussen personen en arbeidsjaren

Netto participatiegraad = werkzame beroepsbevolking  / potentiële beroeps bevolking x 100

Geeft aan hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking een baan heeft

Bruto participatiegraad = beroepsbevolking / potentiële beroeps bevolking x 100

Geeft aan hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking tot de beroepsbevolking behoort

Arbeidsproductiviteit = productie(waarde) / werkzame beroeps bevolking

De productie per persoon per tijdseenheid

i/a ratio = inactieven / actieven x 100 = ontvangers uitkeringen / betalers sociale premies x 100

vb. i/a ratio = 70 = 100 actieven betalen voor 70 inactieven

De verhouding tussen inactieven en actieven

Loonelasticiteit van het arbeidsaanbod = procentuele verandering arbeidsaanbod / procentuele verandering loon

Als het arbeidsaanbod looninelastisch is dan reageert het zwak op een verandering.

Sociale premiedruk = sociale premies / bruto inkomen x 100

Werkgelegenheid = productie / arbeidsproductiviteit

Het aantal feitelijk bezette banen in een land (arbeidsvolume). Bestaat uit mensen in loondienst en zelfstandigen

Indexcijfer werkgelegenheid = indexcijfer productie / indexcijfer arbeidsproductiviteit x 100

Loonelasticiteit  van de vraag = procentuele verandering van de vraag / procentuele verandering van de loon

Loonelasticiteit van het arbeidsaanbod = procentuele verandering van het aanbod / procentuele verandering van het loon

Indexcijfer reëel loon (koopkracht) = indexcijfer nominal loon/ prijsindexcijfer x 100

Indexcijfer loonkosten per product = indexcijfer totale loonkosten / indexcijfer arbeidsproductiviteit x 100%

vb: 103 / 105 x 100 = 98.1 -> daling van de loonkosten met 1.9%

Indexcijfer reeël loon (koopkracht van het loon) = indexcijfer nominale loon (netto) / prijsindexcijfer (CPI) x 100.

Productiewaarde = arbeidsproductiviteit x werkgelegenheid

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.