Aanbod van arbeid (beroepsbevolking) = zelfstandigen + werknemers + werklozen
Personen tussen de 15 en de 65 jaar die willen en kunnen werken
Vraag naar arbeid = werknemers + vacatures + zelfstandigen
De hoeveelheid arbeid(skrachten) die werkgevers in dienst willen nemen
Procentuele verandering = (nieuw - oud) / oud x 100
Deeltijdfactor: aantal arbeidsplaatsen / aantal personen
vb. 0.6= deeltijdfactor -> dan werkt iemand 60% van een fulltimebaan
-> Het aantal personen met een baan is groter dan het aantal fulltimebanen
p/a ratio = het aantal personen / aantal arbeidsjaren
vb. p/a = 1.3 = op 100 voltijdbanen werken 130 mensen
De verhouding tussen personen en arbeidsjaren
Netto participatiegraad = werkzame beroepsbevolking / potentiële beroeps bevolking x 100
Geeft aan hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking een baan heeft
Bruto participatiegraad = beroepsbevolking / potentiële beroeps bevolking x 100
Geeft aan hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking tot de beroepsbevolking behoort
Arbeidsproductiviteit = productie(waarde) / werkzame beroeps bevolking
De productie per persoon per tijdseenheid
i/a ratio = inactieven / actieven x 100 = ontvangers uitkeringen / betalers sociale premies x 100
vb. i/a ratio = 70 = 100 actieven betalen voor 70 inactieven
De verhouding tussen inactieven en actieven
Loonelasticiteit van het arbeidsaanbod = procentuele verandering arbeidsaanbod / procentuele verandering loon
Als het arbeidsaanbod looninelastisch is dan reageert het zwak op een verandering.
Sociale premiedruk = sociale premies / bruto inkomen x 100
Werkgelegenheid = productie / arbeidsproductiviteit
Het aantal feitelijk bezette banen in een land (arbeidsvolume). Bestaat uit mensen in loondienst en zelfstandigen
Indexcijfer werkgelegenheid = indexcijfer productie / indexcijfer arbeidsproductiviteit x 100
Loonelasticiteit van de vraag = procentuele verandering van de vraag / procentuele verandering van de loon
Loonelasticiteit van het arbeidsaanbod = procentuele verandering van het aanbod / procentuele verandering van het loon
Indexcijfer reëel loon (koopkracht) = indexcijfer nominal loon/ prijsindexcijfer x 100
Indexcijfer loonkosten per product = indexcijfer totale loonkosten / indexcijfer arbeidsproductiviteit x 100%
vb: 103 / 105 x 100 = 98.1 -> daling van de loonkosten met 1.9%
Indexcijfer reeël loon (koopkracht van het loon) = indexcijfer nominale loon (netto) / prijsindexcijfer (CPI) x 100.
Productiewaarde = arbeidsproductiviteit x werkgelegenheid
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden