-
-
Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
Loondienst = Gedurende korte of langere tijd in dienst van iemand anders werken. Je ontvangt daarvoor salaris/loon.
Werkgever =
Degene voor wie je werkt.
Werknemer = Degene die werkt en loon ontvangt.
Primaire arbeidsvoorwaarden = De arbeidsvoorwaarden (afspraken) die betrekking hebben op de hoogte van het loon en de arbeidstijd.
Secundaire arbeidsvoorwaarden = Andere arbeidsvoorwaarden die betrekking hebben op bijvoorbeeld pauzes, vakantieregeling, scholing, kinderopvang.
Eigen baas/Zelfstandig ondernemer = Eigenaar van een bedrijf/winkel/kantoor. Ze hebben vaak ook een of meerdere mensen in dienst.
Zzp’er = Zelfstandige zonder personeel (vooral een de bouw, het transport en de zorg).
Ondernemingsplan =
Hierin vermeldt een aanstaande ondernemer:
- doel onderneming;
- regels en voorschriften;
- kans van slagen (marktonderzoek).
Omzet = Het
bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers.
Formule: Afzet x Verkoopprijs.
Afzet = Verkochte hoeveelheid.
Verkoopprijs = De prijs per stuk.
Inkoopwaarde van de omzet = Wat de handelaar of verkoper zelf heeft betaald voor de producten die hij verkoopt.
Brutowinst = Omzet – Inkoopwaarde van de omzet.
Nettowinst = Het
geld dat over is als van de brutowinst de bedrijfskosten zijn afgetrokken
Formule: Nettowinst = Brutowinst – Bedrijfskosten.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
Mooie samenvatting, misschien wat uitgebreider gekund, x A.
7 jaar geleden
Antwoorden