Economie integraal hfd 11

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 324 woorden
  • 21 juni 2022
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Hoofdstuk 11

Intertemporele ruil overheid

paragraaf 1 

Uit welke onderdelen bestaan de overheid

  1. Het rijk
  2. De provincie →lage overheden
  3. De gemeente → lage overheden
  4. Het waterschap → lage overheden

De overheid

De collectieve sector dient het algemeen belang van het land en is de verzamelnaam voor alle overheidsorganisaties en zelfstandige bestuursorganen. 

de particuliere sector dient het eigen belang

er kan een samenwerking zijn tussen beide sectoren → publiek-private samenwerking

privatisering → wanneer de collectieve sector het eigendom van bedrijven en diensten overgaan naar de particuliere sector.

collectieve sector → wanneer de particuliere sector wordt overgenomen door de collectieve sector

zelfstandige bestuursorganen

→ voeren zelfstandig overheidstaken uit

→ de instellingen voor sociale zekerheid en zorg voeren de socialezekerheids- en zorgwetten uit.

→ overige zelfstandige bestuursorganen zijn scholen of CBS

kenmerkende verschillen collectieve en particuliere sector

  • De collectieve sector dient het algemeen belang
  • De collectieve sector financiert via collectieve dwang
  • De particuliere sector wordt gedreven door eigenbelang
  • De particuliere sector financiert zich door te werken

paragraaf 2 

Inkomsten overheid, onder andere

  • directe belastingen (belasting over inkomen, vermogen en winst)
  • indirecte belasting (prijsverhogende belastingen en accijns)
  • sociale premies (via belasting geïnd) 

afspraken over begroting in stabiliteits- en groeipact in de EU-landen:

  • begroting mag niet groter dan 3% van de bbp zijn
  • staatsschuld mag niet groter dan 60% van het bbp

enkele beginselen

  • draagkrachtbeginsel (sterkste schouders dragen de zwaarste lasten)
  • profijtbeginsel (meer belasting betalen naarmate je meer gebruik maakt van overheidsvoorzieningen)
  • solidariteitsbeginsel (de belastingbetaler ondersteunt de zwakkeren in de samenleving)
  • doelmatigheidsbeginsel (Kosten van belastinginning mogen niet hoger zijn dan de belastingopbrengst)

paragraaf 3

inkomstenbelasting wordt berekend door middel van boxen

Box 1: inkomen uit werk en woning

Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 3: inkomen uit sparen en beleggen

progressief belastingtarief → je betaalt procentueel meer belasting naarmate je meer verdiend

degressief belastingtarief → het te betalen belasting percentage daalt naarmate het inkomen stijgt

belastbaar inkomen berekenen

Eigenwoningforfait → percentage / woz-waarde 

Belastbaar inkomen door de schijven halen voor het te betalen belasting.

als je door alle nodige boxen geweest bent kun je de kortingen eraf halen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.