Economie integraal hfd 10

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 700 woorden
  • 21 juni 2022
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 10

Intertemporele ruil gezinnen

Paragraaf 1

per levensfase heb je verschillende behoeften aan consumptie.

indien je geld leent, verschuif je je consumptie van de toekomst naar het heden

indien je geld spaart, verschuif je je consumptie van het heden naar de toekomst

Dit wordt ook wel ruilen over tijd genoemd. 

tijdsvoorkeur

  • direct consumeren = hoge tijdsvoorkeur
  • consumptie uitstellen = lage tijdsvoorkeur 

invloed op tijdsvoorkeur 

  • risico’s
  • prioriteiten
  • kansen

Paragraaf 2

investeren in jezelf →Human capital 

waarom?

  • vergroten van je kennis
  • verbeteren van je vaardigheden
  • ontplooiing
  • vergroten kansen op arbeidsmarkt
  • vergroten kansen op hoger inkomen

Er is ook:

  • fysiek kapitaal (machines en transportmiddelen van bedrijven)
  • sociaal kapitaal (netwerk)

opofferingskosten zijn de kosten die je maakt voor het opgeven van een alternatief

verdiencapaciteit is wat iemand maximaal kan verdienen gedurende de werkzame periode

Het op de hoogte blijven van de nieuwe technologische vernieuwingen noemen we herscholing of bijscholing. Het leren van een geheel ander beroep noemen we omscholen.

voordelen goed onderwijs en dus goed geschoolde beroepsbevolking

  • een goed geschoolde beroepsbevolking kan kwalitatief hoogwaardige producten produceren
  • door onderwijs en scholing begrijp je veranderingen in de samenleving beter. zo worden sneller goede oplossingen voor maatschappelijke problemen gevonden
  • door een goed geschoolde beroepsbevolking is de arbeidsproductiviteit hoog
  • door een hogere productie per werkende worden de arbeidskosten per product lager. hierdoor kan de winst toenemen
  • door de lagere arbeidskosten per product kunnen ook de verkoopprijzen dalen. dit leidt tot een betere concurrentiepositie
  • door de hogere arbeidsproductiviteit produceren werknemers meer in dezelfde tijd. in een land kan dan in totaal meer geproduceerd worden

Paragraaf 3

je wilt rente over spaargeld ontvangen:

  • als vergoeding voor het uitstellen van consumptie
  • als vergoeding voor het inflatierisico

samengestelde interest → rente over rente

je ontvangt rente over je inleg en daarna ook over de ontvangen rente

→ n jaar = (1 + P)^n x eenmalige begin storting

Enkelvoudige interest → rente over inleg

je ontvangt rente over je oorspronkelijk opgelegde spaarbedrag

nominale rente = rente die je van de bank krijgt 

reële rente = geeft aan met hoeveel procent de koopkracht van je spaargeld is gestegen of gedaald

Ric = Nic/Pic x 100

Risico’s beleggen

  • aandelen 
  • obligaties 

welke soorten leningen zijn er?

  • rekening-courant krediet (rood staan)
  • persoonlijke lening
  • doorlopend krediet (als je de lening hebt afgelost, kun je er weer opnieuw gebruik van maken
  • kopen op afbetaling (aanbetaling nodig, maar gelijk eigenaar product)
  • huurkoop (je bent pas eigenaar van het product als je alles hebt afbetaald)
  • hypothecaire lening (huis dient als onderpand)

je betaald leenrente omdat?

  • als een vergoeding voor het gebruik van andermans geld
  • als een opslag voor het risico op wanbetaling
  • als compensatie voor het inflatierisico

Paragraaf 4

Huurwoning

  • sociale huurwoning
  • vrije sector woning

Sociale huurwoning

  • huurtoeslag
  • max percentage huurverhoging
  • huur is laag

Vrije sectorwoningen

  • geen maximum huur
  • huurverhoging vrij
  • geen huurtoeslag
  • geen wachtlijsten

Lineaire hypotheek

  • de aflossing is gelijk verdeeld over de looptijd van de lening
  • daar bovenop betaal je rente

Annuïteiten hypotheek

  • je betaald iedere periode een vast bedrag dat bestaat uit rente en aflossing

paragraaf 5

Pijler 1: AOW-basispensioen

  • voor alle mensen die in nederland wonen

Pijler 2: Bedrijfspensioen

  • meestal verplicht deelname via werkgever

Pijler 3: individueel 

  • niet iedereen

AOW-basispensioen

financiering met omslagstelsel:

werkende betalen in lopend jaar via premies de uitkering van de ouderen.

AOW probleem : vergrijzing

er komen in verhouding meer ouderen dan werkende → elke werkende moet meer gaan betalen

vergrijzing = verandering i/a- ratio

i/a ratio is een verhouding tussen het aantal (actieve) werkende en inactieve (uitkeringsontvangers). dit bereken je door aantal inactieve/ aantal actieve

Het bedrijfspensioen

financiering met het kapitaaldekkingsstelsel

voordeel: geen last van vergrijzing

nadeel: onzekerheid over opbrengst beleggingen

individuele besparingen

je spaart zelf voor later (kapitaaldekkingsstelsel)

voorbeelden

  • lijfrente sparen
    • tussentijds geen geld opnemen, wel geld storten of eenmalig storten. je spreekt met de bank voor uitbetalingen in termijnbedragen
  • levensverzekering
    • uitbetaling vindt eenmalig plaats, dit kan op een vooraf afgesproken datum of als de persoon voor die datum overlijdt keert de verzekering het geld uit aan de nabestaanden

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

voorbeelden

  • lijfrente sparen
    • tussentijds geen geld opnemen, wel geld storten of eenmalig storten. je spreekt met de bank voor uitbetalingen in termijnbedragen
  • levensverzekering
    • uitbetaling vindt eenmalig plaats, dit kan op een vooraf afgesproken datum of als de persoon voor die datum overlijdt keert de verzekering het geld uit aan de nabestaanden

indexering

→ aanpassen hoogte pensioenuitkering

  • welvaartsvast
    • uitkeringen stijgen mee met de lonen, zodat de welvaart ten opzichte van de rest van de bevolking blijft
  • waardevast
    • uitkeringen worden aangepast aan de  inflatie, zodat de koopkracht gelijk blijft
  • bevriezen
    • Er komt niets bij, het bedrag blijft hetzelfde
  • Korten
    • als er echt geld te kort is kunnen de pensioen worden verlaagd

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.