Consument en Producent
Hoofdstuk 1
§1.1
Marktaandeel: verhouding tussen afzet v.e. merk en de totale afzet v.e. productvorm
Formule:
Marktaandeel= afzet merk x 100%
Totale afzet
Of
Marktaandel= omzet merk x 100%
Totale omzet
Producenten proberen behoeftes om te zette in preferenties voor hun merk.
§1.2
Individuele reclame -> reclame voor eigen merk
Collectieve reclame -> bedrijven maken samen een reclame
Door marktonderzoek krijgt de producent inzicht in:
1. behoeften en voorkeuren v.d. consumenten
2. inkomen v.d. consumenten
3. prijzen v. Andere goederen
4. aantal vragers
5. prijs v.h. goed
Door de punten 1-2-3-4 verschuift de prijsvraaglijn naar Links of Rechts
Door punt 3 verschuift de punt van de prijsvraaglijn
De prijsvraaglijn is altijd dalend; hoe lager de prijs, hoe groter de gevraagde hoeveelheid;
• Bij elke P meer vraag -> lijn naar Rechts
• Bij elke P minder vraag -> lijn naar Links
§1.3
Oorzaak-gevolgrelatie; stijging tabaksprijs -> minder verkoop v. Sigaretten
Formule
Elasticiteit uitdrukken in getal= % ∆ gevolg
% ∆ oorzaak
Prijselasticiteit v.d. vraag (Ev) = % ∆ Qv
% ∆ P
Antwoord op deze formule is meestal negatief, want:
Prijs is verkoop
Ev = hoe reageert de vraag op een prijsverandering
Voorbeeld:
Ev=1,4 betekend Prijs 1% dan Qv 1,4%
Ev=-0,4 betekend Prijs 1% dan Qv 0,4%
Elastisch: getal achter de - / + is groter dan 1, want de vraag reageert sterker dan dat de prijs verandert. Deze goederen zijn luxe goederen, primair niet noodzakelijk.
Inelastisch: getal achter de - / + is tussen de o en 1, want de vraag reageert minder sterk dan dat de prijs verandert. Deze goederen zijn primair noodzakelijk.
Indien een goed inelastisch is: Prijs omzet
Indien een goed elastisch is: Prijs omzet
§1.5
(prijs)Vraagfunctie/(prijs)vraagvergelijking:
Voorbeeld
Qv= -2,5 P +10
Als P=2 wat is Qv?
Qv= -2,5 x 2 +10
Qv=5
(negatief) extern effect: bijkomende effecten van productie en consumptie die niet in de (kost)prijs tot uitdrukking komen
Duurzame ontwikkeling: (economische)ontwikkelingen die niet ten koste gaan van toekomstige genraties en het milieu
Hoofdstuk 2
§2.1
Verschuiving vraaglijn: bij dezelfde Prijs andere Qv
Verschuiving aanbodlijn: Bij dezelfde Prijs ander aanbod
Redenen verschuiving aanbodlijn:
1. productiekosten veranderen
2. natuurlijke omstandigheden
3. verandering aantal aanbieders
§2.2
Afzet waarbij de kosten precies zijn gedekt: break-evenafzet (opbrengsten gelijk aan kosten) en geeft break-evenomzet
Breakevenanalyse -> verwachte kosten + opbrengsten
Men gaat uit van:
• alle geproduceerde eenheden worden verkocht
• alle eenheden worden voor dezelfde prijs verkocht
Constante kosten: Hangen niet af van de productieomvang. V.b.:
- kosten voor aanschaf machines
- ontwikkelingskosten
Variabele kosten hangen wel af van de productieomvang. V.b.:
- grondstofkosten
Formules:
GCK= TCK: q
GVK= VK : q
TO(omzet)= q x p
TK= TCK + TVK
GTK (kostprijs)= TK : q
GO(verkoopprijs)= TO : q
Breakevenomzet= TO=TK
Breakevenafzet= aantal prod. Dat je moet verkopen om geen winst en geen verliest te maken
Productiecapaciteit -> max. Hoeveelheid dat een bedrijf in een bepaalde periode kan produceren
Hoofdstuk 3
§3.2
Concrete markt: vragers en aanbieders ontmoeten elkaar
Abstracte markt: vragers en aanbieders ontmoeten elkaar niet
Een markt heeft in de economie de volgende functies:
1. vragers & aanbieders komen bij elkaar (zaken)
2. er komt een prijs tot stand
3. er wordt ‘geruimd’ , men verkoopt en koopt
§3.3
Als er veel aanbieders op een markt zijn, is de macht van de individuele producent klein.
Homogeen -> voor de consument geen verschil (graan, olie, valuta), macht individuele producent klein
Heterogeen -> voor de consument wel verschil, macht individuele producent groter
MARKTVORMEN;
• Monopolie
- veel vragers
- een aanbieder (90% v.d. markt in handen)
- homogeen
- oppassen voor substitutiegoederen
• Oligopolie
- veel vragers
- enkele aanbieders
- homo-/heterogeen
• Monopolistische concurrentie
- veel vragers
- veel aanbieders
- heterogeen
• Volkomen concurrentie/Volledige mededinging
- veel vragers
- veel aanbieders
- homogeen
komt nauwelijks voor, omdat;
1. individuele aanbieder heeft geen invloed op de prijs, in de praktijk is dit wel zo
2. er is nooit sprake van echt homogene producten
Transparante markt -> als belangrijke gegevens over de markt helder en duidelijk te verkrijgen zijn
§3.4
Marketingmix:
• Prijs
• Productbeleid (service, garantie)
• Promotiebeleid
• Plaatsbeleid
§3.5
Consumentenorganisaties;
1. geven voorlichting over producten
2. wijzen je op je rechten als consument, helpen tijdens een juridisch conflict met een bedrijf (mits je lid bent)
3. beinvloeden de politiek (wetten ter bescherming van de consument)
Hoofdstuk 4
§4.1
Door de werking van vraag & aanbod komen evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid tot stand, dit heet het marktmechanisme.
Aanbodvergelijking -> Qa
Vraagvergelijking -> Qv
Evenwichts-prijs & -hoeveelheid is het snijpunt in de grafiek, oftewel Qa=Qv
§4.2
Kartel -> afspraken tussen producenten om concurrentie te verminderen
Producenten of de overheid richten een bureau op dat ervoor zorgt dat te lage prijzen worden gecorrigeerd door een deel van het aanbod op te kopen (buffervoorraad) en om in tijden van hoge prijzen verkocht te worden.
Monopolisch/oligopolisch kartel:
+ Schaalvoordelen
+ continuïteit van de prijs
- hogere prijzen
Hoofdstuk 5
§5.1
De overheid beïnvloedt het gedrag van producent & consument door middel van;
• belastingen
• heffingen
• subsidies
• voorlichting
• kwaliteitseisen
Bemoei-/meritgoederen wil de overheid stimuleren
Demerit goederen wil de overheid afremmen
§5.2
Belastingen Direct (inkomen, winst, vermogen)
Indirect (BTW)
Met heffingen + accijnzen wil de overheid beïnvloeden, met BTW niet.
§5.3
Bij volledige mededinging:
+ marktmechanisme zorgt voor evenwicht, geen overschotten en geen tekorten
+ geen enkele partij heeft macht die misbruikt kan worden
- onbetaalbare/onredelijke evenwichtsprijs
Aanbodtekort kan opgelost worden door een bepaald aantal producten tegen maximum prijs te verkopen. De maximumprijs is er ter bescherming van de consumenten.
Aanbodoverschot kan opgelost worden het opkopen van het overschot of door quotering. De minimumprijs is er ter bescherming van de producent.
§5.4
Overheid bepaalt inhoud van productie + wie mag consumeren.
Mededingingsbeleid (Nma) zorgt ervoor dat er genoeg bedrijven zijn om mee te concurreren. Let tevens op kartelvorming.
Covenant -> producent belooft bepaalde dingen (niet) te doen, overheid belooft niet in te grijpen.
Consument & Producent H1t/m5
ADVERTENTIE
Fix onze energie!
Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past!
Check Power Up The Planet!

REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden