Communicatiebeheer

Communicatie
Alle stakeholders van een onderneming zijn communicaitiedoelgroepen. bv klanten, leveranciers, personeel, aandeelhouders, journalisten, de onderwijswereld…

Communicatie is er altijd op gericht de kennis, de attitude en/of het gedrag van personen te beïnvloeden.

Twee soorten bedrijfscommunicatie:
• corporate communicatie
• marketing communicatie

doel van corporate communicatie: vertrouwen opbouwen bij de doelgroepen. het heeft geen direct verkoopdoel maar legt een gunstige bodem voor de marketingcommunicatie.

doel marketingcommunicatie: merken, producten en diensten van een onderneming kenbaar maken en eventueel er een markt voor te creëren. Bij marketingcommunicatie vinde we de persoonlijke verkoop die erop gericht is kopers tot actie te bewegen .

2 soorten communicatie-instrumenten:
• corporate communicatie (publiciteit: water in de pers verschijnt is gratis, het kan ook negatief zijn):
o reclame
o public relations (onderhouden van contacten met de pers en stakeolders om het bedrijf in een positief daglicht te stellen)
o sponsoring
o beurzen
o tentoonstellingen
  binnen deze instrumenten worden media ingeschakeld als dagbladen, televisie, telefoon, internet.
• marketing communicatie gebruikt naast de voorgaande instrumenten ook nog:
o promoties
o direct marketing
o winkelcommunicatie
o persoonlijke verkoop

prospect: iemand die aan voorwaarden voldoet om klant te worden

suspect: iemand waarvan je een sterk vermoeden hebt dat hij klant zou kunnen worden

prospecteren: op zoek gaan naar nieuwe klanten binnen degene die in aanmerking komen om klant te worden

strategische communicatieplan= een strategisch marketingcommunicatieplan kunnen de krijtlijnen van de toekomstige communicatieactiviteiten van een bedrijf vastgelegd worden. het beslaat meestal een periode van 1 tot 3 jaar. De tijdsduur hangt af van de sector waarin het bedrijf werkzaam is.

voordelen: een gedegen communicatieplan helpt:
• vroegtijdig in te spelen op veranderingen
• winstmogelijkheden te identificeren
o zoeken naar oplossingen waarmee de grootste winst kan worden verwezenlijkt.
• een betere marktbewerking te organiseren
o deelnemen aan beurzen of indien de organisatie van het bedrijf het niet toelaat om deel te nemen, beurzen bezoeken, creëert mogelijkheden om een markt beter te leren kennen.

backorder: je moet zelf bestellen om zelf aan de bestelling van de klant te voldoen.

onderscheid/verschil vaste & vrijblijvende offerte: bij vrijblijvende kan de verkoper nog afwijken van de prijs.

Inflatie: prijs stijgt van goederen op jaarbasis

index/indexkorf: index die de prijsevolutie meet van en korf van producten die representatief is voor het verbruik van een lang.

korf: groenten, fruit, brood, …

bv. niet: een potje kaviaar, niet alle gezinnen kopen dat

 Er kmen steeds producten bij en het gaat er ook uit. De korf wordt berekend en gelijkgesteld aan 10. De prijzen worden elke maand opgeschoven en berekend. Het wordt dan vergeleken met basisjaar(=2004). nu zitten we aan 114, dus het is nu 14% duurder dan in 2004.

gezondheidsindex= de waarde van dezelfde korf van producten maar zonder tabak, alcohol, benzine, en diesel

spilindex: als de index stijgt met 2 punten is de spilindex overschreden en stijgen de lonen met 2%.

=> Je wordt er niet rijker op, want de prijzen zijn ook hoger.

Afgevlakte index/sociale index= het gemiddelde van de gezondheidsindex van de laatste 4 maanden

Verplichtingen bij het in dienst nemen van personeel:
• aansluiting bij RSZ
• pensioennummer voor de werknemer
• aansluiten bij een vakantiefonds
• aansluiten bij een kinderbijslagfonds
• arbeidsreglement
• interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk
• afsluiten van een verzekering tegen arbeidsongevallen

brutobezoldigin => kost 62030/62020 brutobez. arb/bed

- rsz wn => schuld 45400 RSZ
_____________________

belastbaar

- bedrijfsvoorheffing => schuld 45300 Ingehouden BV

_______________________

nettobezoldiging => schuld 45520/45530 vrsch. bezld arb/bed

+ RSZ wg => kost 62100 werkgeversbijdrage

=> schuld 45400 RSZ

45900 p+c  BV + RSZ

45300 p-d, p+c  bv

62030, 62020 k+d  bruto

55200 a-c  voorschot

45400 debet: rsz

credit: rsz wn, rsz wg

62100 debet: rsz wg

41610 debet & credit: voorschot

45530, 45520 debet -: voorschot

credit + : netto

voorschot arbeiders: 15e van de maand

einde van de maand: voorschotten wegboeken

15e van de maand: voorschot arbeiders

31e van de maand: berekening bezoldiging, soc. sec. stort de bv en rsz door aan staat

betaling schulden: aan de wn: nettobezoldiging, aan soc. secr.: rsz en bv, dienstverlening

boeken sociaal secretariaat kost

44000 p+c

41110 a+d

61330 k+d

concurrentiekracht: de mate waarin wij met onze Belgische bedrijven in staat zijn om te kunnen concurreren met het buitenland.

 prijs van de producten! loonkosten zijn hoog

loonnormen: bepaalt hoeveel onze lonen mogen stijgen in vergelijking met de lonen in onze naaste buurlanden (de voornaamste handelspartners: Nederland, Duitsland en Frankrijk)

 wordt bepaald door de CRB (= centrale raad voor het bedrijfsleven)

loonhandicap: bij ons hebben we een hoger loonkost dan bij onze buurlanden. In België hebben we een loonhandicap van 1,5% tegenover de handelspartner (€100 in Duitsland = €101,5 in België)