Behoefte en consumeren

Paragraaf 1

Je hebt iets nodig of je wilt graag iets hebben. In zo’n geval heb je een behoefte.

Je hebt twee soorten behoeftes: basis behoefte en overige behoefte.

Als een behoefte bevredigd wordt, heet dat consumeren.

Als het inkomen stijgt ziet de consument:

• Meer goederen en diensten als noodzakelijk
• Minder goederen of diensten als luxe

Consumeren is beperkt door de schaarste in middelen en tijd.

Door de schaarste moeten consumenten prioriteiten stellen, en basisbehoeften hebben meer prioriteit dan de overige behoeften.

Paragraaf 2

Je kunt op verschillende manieren consumeren:

• Door iets te kopen: bedrijven produceren tegen betaling voor ieders behoefte.
• Zelfvoorziening: het product is dan nog niet helemaal klaar voor gebruik dus je voegt er zelf nog wat aan toe.
• Natuur: de natuur levert de grondstoffen waarvan producten worden gemaakt
• Gebruik maken van collectieve voorziening:  het is een gezamenlijk door belastingbetalers betaald.

Bij een deel van de collectieve voorzieningen vraagt de overheid een kleine bijdrage.

Paragraaf 3

Invloed op de aankopen van consumenten hebben:

• De mening van vrienden, kennissen en familie                               - eigen smaak en leeftijd
• Financiële mogelijkheden                                                         - reclame
• Kennis van zaken bij de consument                                      - gezinssamenstelling

Het koopgedrag van consumenten is in de loop van tijd veranderd door:

• De sterke stijging van inkomen.
• Technische ontwikkelingen.
• Invloed van veranderingen in de samenleving op hun behoefte.

Voorbeelden van verandering in de samenleving zijn: vergrijzing, milieuproblemen en veiligheidsproblemen.

Paragraaf 4

Ondernemers proberen op allerlei manieren hun verkoopopbrengst te verhogen. Ze doen aan marketing. Ze zorgen in de eerste plaats voor een goed productbeleid, hun producten moeten aansluiten aan de behoefte van de doelgroep.

Daarna moeten ze ook goede reclame maken om hun product populair te maken. Je hebt twee soorten reclames:

• Commerciële reclame: reclame voor een product met de bedoeling om er geld aan te verdienen.
• Ideële reclame: hierin wordt promotie gemaakt voor ideeën zonder de bedoeling er geld mee te verdienen.

Ondernemers proberen hun verkoopopbrengst te verhogen doormiddel van een marketingmix van:

• Product: wat ga ik verkopen?
• Prijs: wat wordt de prijs?
• Plaats: waar ga ik het verkopen?
• Promotie: hoe ga ik het bekend maken?

Paragraaf 5

Ondernemers proberen met merkreclame hun merken bekend te maken en de consument te verleiden tot de aankoop van deze merken.

Kopen via internet lijkt super makkelijk, maar e-commerce brengt risico’s met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van betaling.

Consumentenorganisaties houden regelmatig een vergelijkend warenonderzoek.

Paragraaf 6

Heb je iets gekocht of besteld? Dan heb je een koopovereenkomst gesloten, want je was het eens met de verkoper. Bij een koopovereenkomst zijn er rechten en plichten voor zowel koper als verkoper. Die rechten en plichten staan in de algemene voorwaarden.

De verkopers hebben de plicht om een deugdelijk product te leveren.

Bij levering van een ondeugdelijk product heeft de koper recht op ( volgorde!):

1. Reparatie van het product.
2. Ander exemplaar van het product.
3. Het geld terug.

Paragraaf 7

Producten met een milieukeurmerk zijn beter voor het milieu dan vergelijkbare producten zonder dit keurmerk. Een voorbeeld van een keurmerk is Max Havelaar.