Eerste naamval/ der Nominativ
-onderwerp
-voor koppelww.
Tweede naamval/der Genitiv
-trotz – während – wegen – statt – innerhalb – ausserhalb.
-tussen 2 zn.
-bezits relatie.
Bij mannelijk en onzijdig: es achter zn met een lettergreep , s achter de rest.
Derde naamval/der Dativ
-bij mv (aan wie/ voor wie)
-bij vz: mit- nach -bei -seit -von -zu- aus -ausser - entgegen- gegenüber
samenvoegingen:
bei+dem=beim
von+dem=vom
zu+dem=zum
zu+der=zur
Vierde naamval/der akkusativ
-Lv (wie of wat + gez +ow)
-tijdsbepaling zonder vz
-bij vz: durch- fur – ohne – um – bis – gegen – entlang.
Vz derde/vierde naamval.
:an – auf – hinter – neben – in – über – unter – vor – zwischen.
3e naamval als: het vz is verbonden met ww dat een zich bevinden uitdrukt.
4e naamval als: het vz is verbonden met een ww dat een doelgerichte beweging uitdrukt,
Je moet altijd kijken naar de inf van het ww.
Als je naar een tijd vraagt krijg je 3e naamval.
Als je de hoofdregel niet kunt toepassen krijg je bij auf en über 4e naamval en bij de rest 3e .
Samenvoegingen: an+dem=am
an+das=ans
in+dem=im
in+das=ins
auf+das=aufs
m v of o?
M: - namen van dagen
maanden jaargetijden
en windstreken.
-mannelijke personen
V:- eindigt op: heit- keit-schaft-ung- e- ion-tät-ik-ur
-vrouwelijke personen
O: -het woorden in het nederlands
-verklein woorden (eindigen op chen of lein)
-hele werkwoord
lidwoorden:
m v o mv
1e der die das die
2e des der des der
3e dem der dem den
4e den die das die
persvnmw:
1e ich 3e mir 4e mich
du dir dich
er ihm ihn
sie ihr sie
es ihm es
wir uns uns
ihr euch euch
sie ihnen sie
REACTIES
1 seconde geleden