Duits hoofdstuk toets H 5 Neue Kontakte 1-2 Havo.
Grammar
Werkwoorden wollen, wissen en mögen
Willen
Weten
Mogen, houden van, lusten
Wollen
Wissen
Mögen
Ich
Will
Weiß
Mag
Du
Willst
Weißt
Magst
Er/sie/es/man
Will
Weiß
Mag
Wir
Wollen
Wissen
Mögen
Ihr
Wollt
Wisst
Mögt
sie
Wollen
Wissen
Mögen
Sie
Wollen
Wissen
Mögen
Persoonlijk en vragend voornaamwoord in de derde naamval
1
3
Ik
ich
mir
Jij
du
dir
Hij
er
ihm
Zij
sie
ihr
Het
es
ihm
Wij
wir
uns
Jullie
ihr
euch
Zij
sie
ihnen
U
Sie
Ihnen
Wie
wer
wem
De voorzetsels met de derde naamval
uit
aus
bij
bei
met
mit
na,naar
nach
sinds
seit
van, door
von
naar (bij personen), tot, bij
zu
REACTIES
1 seconde geleden