Het sterke ww

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1124 woorden
  • 11 februari 2004
  • 257 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
257 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Het sterke werkwoord

Kenmerken van het sterke werkwoord
• Klinkerverandering
• Volt. deelwoord eindigt op - en

infinitief (hele werkwoord) verleden tijd (o.v.t) voltooid deelwoord
singen sang gesungen
trinken trank getrunken

Soorten sterke werkwoorden
• Hoofdgroep (zonder uitzonderingen) beginnen - begann - begonnen
trinken - trank - getrunken
• Sterke werkwoorden met ingelaste e Als de stam op - t eindigt
bijv: bieten, bitten
Als de stam op -d eindigt
bijv: binden, meiden
• Sterke werkwoorden met een a in de stam a-Umlaut
bijv: tragen, fahren, laufen, halten
• Sterke werkwoorden met een e in de stam e-i Wechsel
bijv: essen, helfen, sprechen, lesen

A: Hoofdgroep (zonder uitzonderingen)
Voorbeeld: trinken

Tegenwoordige tijd Verleden tijd
persoon stam uitgang persoon stam uitgang
ich (ik) trink e ich (ik) trank -
du (jij) st du (jij) st
er (hij) t er (hij) -
sie (zij) t sie (zij) -
es (het) t es (het) -
wir (wij) en wir (wij) en
ihr (jullie) t ihr (jullie) t
sie (zij) en sie (zij) en
Sie (u) en Sie (u) en

Het voltooid deelwoord wordt: getrunken
De gebiedende wijs wordt: trink e ! (tegen 1 persoon)
trink t ! (tegen de groep)
trink en Sie ! (beleefdheidsvorm)

Opm 2:
Bij zwakke werkwoorden komt er achter de stam altijd een uitgang.
Bij het sterke werkwoord is dat niet altijd het geval (zie verleden tijd)

Bij het werkwoord trinken - trank - getrunken zie / hoor je 3 verschillende klinkers
Bij het werkwoord schreiben - schrieb- geschrieben 2 verschillende klinkers. Ook schreiben is dan een sterk werkwoord.

B: Sterke werkwoorden met een ingelaste e
Voorbeeld: binden

• Tot deze groep behoren de sterke werkwoorden met de stam op -t (bijv. bieten - bot - geboten)
• Tot deze groep behoren de sterke werkwoorden met de stam op -d (bijv. binden - band - gebunden)

Tegenwoordige tijd Verleden tijd
persoon stam uitgang persoon stam uitgang
ich (ik) bind e ich (ik) band -
du (jij) (e)st * du (jij) (e)st *
er (hij) (e)t * er (hij) -
sie (zij) (e)t * sie (zij) -
es (het) (e)t * es (het) -
wir (wij) en wir (wij) en
ihr (jullie) (e)t * ihr (jullie) (e)t *
sie (zij) en sie (zij) en
Sie (u) en Sie (u) en

Het voltooid deelwoord wordt: gebunden
De gebiedende wijs wordt: bind e ! (tegen 1 persoon)
bind (e) t * ! (tegen de groep)
binden en Sie ! (beleefdheidsvorm)

• Op de plaatsen met een sterretje wordt een e ingelast !

C: Sterke werkwoorden met een a in de stam ( a-Umlaut)
Voorbeelden: tragen

Tegenwoordige tijd Verleden tijd
persoon stam uitgang persoon stam uitgang
ich (ik) trag e ich (ik) trug -
du (jij) ..ä… st du (jij) st
er (hij) ..ä… t er (hij) -
sie (zij) ..ä… t sie (zij) -
es (het) ..ä… t es (het) -
wir (wij) en wir (wij) en
ihr (jullie) t ihr (jullie) t
sie (zij) en sie (zij) en
Sie (u) en Sie (u) en

Het voltooid deelwoord wordt: getragen
De gebiedende wijs wordt: trag e ! (tegen 1 persoon)
trag t ! (tegen de groep)
trag en Sie ! (beleefdheidsvorm)
Opmerkingen
• a-Umlaut alleen in de tegenwoordige tijd. Dat is logisch, want in de verleden tijd verandert de klank ( a wordt in dit geval u)
• a-Umlaut bij 2e persoon du en bij 3e persoon er, sie, es
• Bij ihr (jullie) geen a-Umlaut !
• Ook bij de gebiedende wijs is er geen a-Umlaut

A-Umlaut (stam op -t)
Voorbeeld: halten

Tegenwoordige tijd Verleden tijd
persoon stam uitgang persoon stam uitgang
ich (ik) halt e ich (ik) hielt -
du (jij) ..ä… st * du (jij) (e)st
er (hij) ..ä… - er (hij) -
sie (zij) ..ä… - sie (zij) -
es (het) ..ä… - es (het) -
wir (wij) en wir (wij) en
ihr (jullie) (e)t ihr (jullie) (e)t
sie (zij) en sie (zij) en
Sie (u) en Sie (u) en

Het voltooid deelwoord wordt: gehalten
De gebiedende wijs wordt: halt e ! (tegen 1 persoon)
halt (e) t ! (tegen de groep)
trag en Sie ! (beleefdheidsvorm)

Opmerking
• Bij a-Umlaut komt er geen ingelaste e. Dus du hältst i.p.v du hältest (zie sterretje)
Alleen e inlassen als er geen a-Umlaut is. Kijk maar in het schema van het werkwoord halten.

D: Sterke werkwoorden met een e in de stam (e-i Wechsel)
Voorbeeld: sprechen

Tegenwoordige tijd Verleden tijd
persoon stam uitgang persoon stam uitgang
ich (ik) sprech e ich (ik) sprach -
du (jij) ..i… st du (jij) st
er (hij) ..i… t er (hij) -
sie (zij) ..i… t sie (zij) -
es (het) ..i… t es (het) -
wir (wij) en wir (wij) en
ihr (jullie) t ihr (jullie) t
sie (zij) en sie (zij) en
Sie (u) en Sie (u) en

Het voltooid deelwoord wordt: gesprochen
De gebiedende wijs wordt: sprich - ! * (tegen 1 persoon)
sprech t ! (tegen de groep)
sprech en Sie ! (beleefdheidsvorm)
Opmerkingen
• e-i Wechsel alleen in de tegenwoordige tijd. Dat is logisch, want in de verleden tijd verandert de klank ( e wordt in dit geval a)
• e-i Wechsel bij 2e persoon du en bij 3e persoon er, sie, es
• Bij ihr (jullie) geen e-i Wechsel !
• Bij de gebiedende wijs is er wel e-i Wechsel ( bij gebiedende wijs tegen 1 persoon - zie sterretje) Je ziet dat op deze plek ook de e verdwijnt. Dus niet spriche !, maar sprich !
Belangrijk !
Korte è-klank geeft i Lange é-klank geeft ie Geen e-i Wechsel
sprechen - er spricht lesen - er liest gehen - er geht
essen - er ißt
stehlen - er stiehlt stehen - er steht
helfen - er hilft sehen - er sieht bewegen - er bewegt

Uitzonderingen: genesen - er genest
nehmen - er nimmt heben - er hebt
geben - er gibt
treten - er tritt

Nog een schema met e-i Wechsel
Voorbeeld: sehen

Tegenwoordige tijd Verleden tijd
persoon stam uitgang persoon stam uitgang
ich (ik) seh e ich (ik) sah -
du (jij) ..ie… st du (jij) st
er (hij) ..ie… t er (hij) -
sie (zij) ..ie… t sie (zij) -
es (het) ..ie… t es (het) -
wir (wij) en wir (wij) en
ihr (jullie) t ihr (jullie) t
sie (zij) en sie (zij) en
Sie (u) en Sie (u) en

Het voltooid deelwoord wordt: gesehen
De gebiedende wijs wordt: sieh - ! * (tegen 1 persoon)
seh t ! (tegen de groep)
seh en Sie ! (beleefdheidsvorm)
Opmerkingen
• e-i Wechsel alleen in de tegenwoordige tijd. Dat is logisch, want in de verleden tijd verandert de klank ( e wordt in dit geval a)
• e-i Wechsel bij 2e persoon du en bij 3e persoon er, sie, es
• Bij ihr (jullie) geen e-i Wechsel !
• Bij de gebiedende wijs is er wel e-i Wechsel ( bij gebiedende wijs tegen 1 persoon - zie sterretje) Je ziet dat op deze plek ook de e verdwijnt. Dus niet siehe !, maar sieh !
• Bij het werkwoord sehen (seh of sieh) blijft de h in de stam.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.