Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De ringparabel

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2811 woorden
  • 23 mei 2004
  • 76 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
76 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Die Ringparabel In 1779 geschreven --> Religionskonflikte
De ring zorgt ervoor dat je in ogen van mensen en god een aangenaam mens bent als je er zelf in gelooft
Niet de oudste, maar de liefste zoon erft de ring
Dan was er een man met 3 zonen en hij kon niet kiezen welke hij het liefste vind. Dus laat hij 2 extra ringen maken, allemaal hetzelfde. De zonen kregen ruzie over wie nou baas van het huis moet zijn
De ringen zijn niet te onderscheiden, de godsdiensten ook niet volgens Nathan. Godsdienst neem je over van je ouders, die vertrouw en geloof je gewoon, je kan hun niet als leugenaar zien door een ander geloof te nemen. Maatstaf voor een goed geloof: goed handelen (antwoorden) Welche Religion ist die wahre Religion. Christes (Bibel, neues Testament). Eine Parabel ist ein Vergleich worin in einem Modell die komplizierte Wirklichket erklärt wird. die drei Religionen; auf der wahre Religion

es gibt äußere Unterschiede zwischen die drei Religionen; die Gründe sind gleich, nämlich die Religionen gründen sich auf die Űberlieberung durch die Eltern. Der echte Ring macht den Träger zu einem angenehmen Menschen; es gibt keinen wahre Ring mehr, der ursprungliche Ring ist verloren gegangen; die wahre Religion gibt es nicht/ Wenn mann davon überzeugt ist, dass man der wahren Religion angehört, muss man das durch sein Verhalten (seine Taten) zum Ausdruch bringen. Vernunft, er hat eine Parabel erzählt und seine Meinung begründet. Aufklärung (1700-1780) Aufklärung = verlichting (voorlichting) Aufklärung der Bevölkerung --> Anfang der pädagogische Wissenschaft --> Fabeln,Parabeln - ”rationalistische Zeit” (ratio = Vernunft) --> Descartes (cogito ergo sum) - Kant (habe mut, dich deines eigenen verstandes zu bedienen) - gegen die absolute Macht des Königs und des Papstes
Hexen verfolgung abgeschafft
Folter
Pressefreiheit eingeführt
Für Toleranz gegenüber Andersdenkenden
Grundlage für die Entstehung der Menschenrechte (Fransözische Revolution 1789) Prometheus Prometheus was een van de titanen die tegen de goden werd en voor de mensen. Hij maakte mensen uit klei en met het vuur van Zeus maakte hij ze levend. Hij werd eerst gestraft, later adviseur van de goden. Gedicht over de opstand tegen de autoriteit. Zeus wordt vergeleken met machthebbers en Prometheus met het gewone volk. Sturm und Drang (1770-1785) die jungen Dichter Goethe und Schiller

eine Reaktion von jungen gegen Alten, Reaktion auf die Aufklärung. Vernunft wird jetzt ersetzt durch Gefühl. “himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt” = “Juigend tot in de 7e hemel, even later bijna depressief” Goethe: Die Leider des jungen Werther. Der Französische Dichter Rousseau “Zurück zur Natur” <--> Kultur In natuur is de mens ideaal, in cultuur juist helemaal niet
Der Mensch ist der Göttern gleich: des Göttliche = das Perfekte
Aufstand gegen die Herrschaft der Regeln (auch Literaturregeln), streben nach Freiheit --> künstlerischer Freiheit: Kunstgenie hält sich nicht an Regeln (originell, neue Ideeen) --> politischer Freiheit kraftgenie kämpft gegen die Macht von Kirche und Staat Wilkommen und Abschied Herz und Sehle --> kenmerken van gevoel (Sturm und Drang) Dingen uit de natuur hebben menselijke trekken (ook angstgevoelens) In die nacht was het allemaal nogal eng, maar hij was vrolijk
Natuur en gevoel wel volgens Sturm und Drang, het ritme niet. 1e 2 alinea’s --> ritme van paardengetrappel (dan rijdt hij ook paard_
Het goddelijke in Sturm und Drang is het perfecte
Wilkommen --> heel erg vrolijk
Abschied --> heel erg droevig Erlköning Weer paard, natuur & nacht
Vader heeft geen fantasie, beargumenteert alles, het kind wel. De elfenkoning belooft het kind allemaal mooie dingen. Kind beantwoord aan het beeld van Sturm und Drang. Vader is rationalist. Er was echt wat aan de hand, het kind zag het goed (& sterft). Faust Faust zou echt geleefd hebben (1480-1540), er was al een boek over hem. Hij was dokter, ook theoloog, filosoof, magie & sprak met de duivel. --> Zueignung (opdracht) is een gedicht voor de lezer. (1797 geschreven) Schiller heeft ervoor gezorgd dat Goethe aan Faust verder schreef. schwankende Gestalten = personages uit Faust
beschrijft dat het verhaal van Faust weer in zich opkomt, en jeugdherinneringen. Herz = Sturm – und Drangelement

Sehnen (= heftig verlangen) = S&D element, Träne ook
Deze 3 dingen zijn alle 3 geschreven in de klassik
Dus, samengevat: na 25 jaar gaat hij verder met schrijven --> Vorspiel auf dem Theater
Theatermensen reisden rond vroeger --> de personen geven door wat een goed theaterstuk is volgens Goethe
Direktor --> menigte behagen, dus veel geld
Enge Gnadenpforte = nauwe genadepoort = bijbels (hemelpoort) Dichter --> wil niks van ‘menigte’ weten, het moet diepgang hebben
Lustige person --> het stuk hoeft geen diepgang, plezier is beter
Einklang = datgene wat een schrijver in een stuk schrijft, moet in harmonie --> Prolog in Himmel
Aartsengelen prijzen schepping
Raphael prijst de zon; Gabriel prijst de aarde; Michael prijst de storm & de donder
Mephistopholes = duivel --> is alleen negatief. Hij ziet dat de mensen nog steeds zo slecht zijn als eerst. Hij zou beter leven als hij geen verstand had gekregen. Faust is de knecht van god, hij is een goed mens
r. 300 --> Gärung = onrust, die drijft Faust altijd verder (steeds verlangen naar doel) Oerworren = chaotisch

Mephistopholes wil met god wedden dat hij faust op het slechte pad kan krijgen “Es irrt der Mensch, solang ‘er strebt’”. Het streven naar een hoger doel van Faust, waarbij je steeds fouten/dwalingen kan begaan. Irren <--> streben ofwel kwaad <--> goed ofwel Teufel <--> Gott
God zegt dat Mephistopholes het maar moet proberen Faust van het goede pad te brengen, een goed mens is zich altijd bewust van het goede pad
r. 349 --> Den Alten = God
r. 355 --> Oud stuk; in Sturm und Drang geschreven. Faust is heel somber/negatief. Da steh..wie zuvor. Nog steeds geen inzicht na zoveel studie. Verdient zijn geld met lesgeven. Faust is niet bang voor de duivel, Faust gaat het met magie proberen. Faust wil “Das ich erkenne, was die Welt im Innersten zusammenhält” Dat is het streven, de zin van het leven. Trübselger Freund = de maan
Faust pakt het boek van Nostradamus, en dan ziet hij het teken van de Makrokosmos (schepping ind. Heelal e.d.) r. 447 --> “Wie alles...und lebt” m- - r r.454 “Welch...Natur?” Dan ziet hij het teken van de Erdgeist (Makrokosmos beperkt tot de aarde, hij gaat de geest oproepen, verheft zich, en het lukt hem. De geest doet spottend, dat Faust hoger wil zijn dan anderen, de geest zegt dat Faust helemaal niks begrijpt. r. 516 --> heel sterk Sturm & Drang “Ich Ebenbild der Gotheit” Wagner is een student van Faust; ze gaan in discussie, Wagner kwam kijken wat Faust aan het doen is. Wagner; r. 600; “Zwar weiß…alles wissen” hij wil wèten, niet inzien
r. 603 --> Faust ziet in dat hij niet echt gelijk is aan een godheid. Faust is gefrustreerd dat hij maar een mens is; hij heeft weer menselijke zorgen. Vanaf r. 640: ‘sie’ is de zorg
Dolch und Gift = dolk & gif
Faust vindt nu dat hij een worm gelijk is --> net als duivel (slang --> eet ook stof) Faust ziet in zijn kast een flesje wat zijn aandacht trekt; er zit een concentratie van dodelijke krachten in. Hij wil zelfmoord plegen, omdat hij een nieuw bestaan wil om inzicht te krijgen. r. 717 --> “Zu diesem…nichts dohinzufließen” Hij is dus positief ingesteld. Het engelenkoor zingt het paasverhaal; Faust hoort de boodschap maar hij gelooft er niet in. De klanken uit zijn jeugd laten hem zijn idee veranderen. De herinnering houdt hem van zelfmoord af. --> Vor dem Tor
r. 810

Scène van het nieuwe leven (rond Pasen), mensen pakken hun leven weer op. Wagner denkt dat het leuk is om populair te zijn, maar Faust zegt dat hij niks heeft kunnen brengen aan de maatschappij. Faust gebruikte drugs. “Zwei Seelen, wohnen, auch! In meiner Brust” = 2 ikken (zielen) hebben
Hij wil de wereld leren kennen, maar toch ook naar een hoger niveau komen, roep de geesten niet op. Het hondje maakt een cirkel om hem heen = de duivel komt eraan = Teufelkreis, een cirkel waar je niet meer uitkomt (visieuze cirkel) Faust is nu liefdevol, en liefde van God. Hij is blij met het leven. Vanaf r. 1530 --> Mephistopholes heeft een uitgaanspak aan. Hij wil Faust meenemen, het echte leven meemaken. Maar Faust wil niet (het leven is een ontbering) Faust wordt boos en gaat vloeken (r. 1587), hij vervloekt alles. Mephistopholes zegt dat Faust moet stoppen met zeuren. Mephistopholes zegt dat hij de knecht van Faust zal zijn. Weddenschap (r. 1656-1660) = ik dien jou hier op aarde, en in het hogere dien jij mij. En als Mephistopholes aan het levensgenoegen van Faust kan voldoen (als een moment langer moet blijven duren) heeft Faust verloren. Er moet iets ondertekend worden met bloed. Het gaat Faust niet om het plezier van het menselijk leven, maar om de ervaring. Mephistopholes zegt dat de schepping niet te doorgronden is. r. 1815 “Bin…näher” Mephistopholes gaat een geintje uithalen met een leerling van Faust (hij doet alsof hij Faust is) en heeft het met hem over studie en dergelijke
Vanaf r. 2050 --> Scene Auerbachs Keller in LEIPZIG (owjawel). Dieren gedragen zich als mensen en andersom. Mephistopholes wil Faust met Wein, Weib und Gesang “verleiden”. Mephistopholes zegt tegen mensen in de kroeg dat ze uit Spanje kwamen. Hij gaat zingen over een vlo die goed behandeld werd door een koning. Mephistopholes zegt dat wijn in de kroeg slecht is, en dat hij wel betere heeft. Hij heeft gaten in de tafel gemaakt en met was volgepropt, zodat ze uit de tafel wijn kunnen drinken, maar ze mogen niet morsen. Maar Faust wil weg. Er komt ruzie tussen Mephistopholes en de mensen in de kroeg. Mephistopholes betoverd hen, zodat ze denken dat ze tussen de wijntakken staan. Ze pakken elkaars neus, ze denken dat ze druiven zijn --> dan wordt de betovering verbroken en zien ze wat ze aan het doen zijn. Vanaf 2340 --> Faust moet er jonger uitzien voor de vrouwen; door heksen. Faust vindt het heksengedoe niks. Een andere manier om jonger te worden is je helemaal terug te trekken in de natuur. (80 jaar jonger) Maar Faust vindt dit erger. Faust ziet in een spiegel een mooie vrouw. De heks komt thuis en denkt dat Faust & Mephistopholes vijanden zijn, terwijl ze Mephistopholes zou moeten herkennen als haar meester. Hexen Einmaleins (tafels) = 1 t/m 10 opgeteld = 55 en zo oud is Faust
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 = = = = = = 10 3 7 8 1 0 = 29 dus hij wordt 29 jaar oud (door die overige cijfers moeten streepjes) R.2590 --> Faust gaat proberen elke vrouw te verleiden. Het meisje is zò religieus dat de duivel geen macht op haar heeft. r. 2645 Fransoz --> altijd vrouwen verleiden
Mephistopholes zegt dat Faust in de kamer van Margareta mag zijn, meer niet. Margareta wil Faust wel leren kennen, Mephistopholes heeft een cadeau voor Margareta: een kistje met cadeautjes. r. 2780 --> In een kistje zit een sieraad, halsketting, oorbellen
De sieraden van G. (Gretchen) zijn bij een priester, het was niet heilig. Mephistopholes is daar kwaad om. Mephistopholes moet nieuwe sieraden halen van Faust en contact zoeken met de buurvrouw van G. Marthe’s man is weggegaan en ze weet niet of hij nog leeft. G. heeft een nieuw kistje met sieraden gehad. Marthe zegt dat ze dat kistje bij haar moet achterlaten. Mephistopholes gaat naar Marthe; zeggen dat haar man dood is. Mephistopholes gaat Marthe’s man zwart maken (kan ze sneller op een ander vallen) r. 3025 --> Faust & Mephistopholes gaan getuigen dat de man van Marthe dood is (kan ze sneller op een ander vallen) r. 3415 --> Gretchenfrage: Wie hast du’s mit der Religion? = Tegenwoordig ook vragen naar principes op zich
Faust is niet christelijk, hij zegt daar gaat het niet om. God is voor Faust Allumfasser & Allerhalter. Wereldbeeld van pantheïsme. (overal God) Gretchen twijfelt erg aan de duivel, ze vind hem eng. Ze noemt hem Schelm, god ook. Lieschen zegt dat iemand zwanger is en niet getrouwd. G. vindt het geen leuk gesprek. Ze is zelf ook zondig. r. 3590 --> zwinger = ruimte tussen binnen -& buitenstadsmuren (symbool dat ze aan de rand van de maatschappij staat) Broer Valentijn is heel trots op zijn brave zusje. Hij weet nu wat er gebeurd is. Valentijn reageert agressief op de duivel, ze vechten en Valentijn valt dood neer. *AAAG WEEH! STIRB! Parapapapapam* Moeder is ook dood door druppels (slaapdruppels geloof ik) Vanaf r. 3835 --> Walpurgisnacht komt van de heksennaam Walpurga. De berg waarop het afspeelt --> Brocken (1100 m.) precies op de grens van de Muur. Hoe hoger je op de berg komt, hoe ‘slechter’ je wordt. De scène is een soort droomscène, met tovenarij enzo. r. 3915 --> Mammon, ‘god’ van rijkdom, wordt gezien als slecht. Op de berg is het nevelig, rare figuren & rare geluiden --> onaangenaam
r. 3960 --> Herr Urian = duivel
r. 3975 --> Slaat op Gretchen
Faust doet mee aan Walpurgisnacht, omdat hij zo dichter bij zijn doel komt om alles te begrijpen. Opeens zijn er tijdsfiguren van Goethe (General, Minister, etc.) en die worden bekritiseerd. r. 4105 --> smuck ( = sieraden van Gretchen ), Schwert (waarmee haar broer gedood is), gift (gif van dr moeder) Er is een geboeid kind te zien dat op Gretchen lijkt. Ze is in de gevangenis waarschijnlijk en ze zal de doodstraf krijgen. r. 4395 --> Gretchen zit in de gevangenis. Witze = grap/verstand
Faust gaat Gretchen bevrijden uit de gevangenis. Ze heeft haar kindje omgebracht, maar dat gelooft ze zelf niet. r. 4468 --> teuflischen Hohn (ze merkt dat Faust meer door de duivel ‘bezeten’ is) r. 4494 --> kippen sind kalt (ook door duivel en Walpurgisnacht) Gretchen wil alleen niet bevrijd worden uit de gevangenis, ze geeft zich over aan God. Ze huivert voor Faust. “Deus ex machina” god geeft een draai aan het verhaal, dat Gretchen gered is omdat ze niet met Faust verder wil. Bertolt Brecht (1898-1956) Zoon van een fabrieksdirecteur --> Anti-Haltung (hij is tegen alles waar zijn vader waarde aan hecht), nihilist. Studium von Marx’ werken --> Ende der zwanziger Jahren, klassenlose Gesellschaft --> Ziel der Menschkeit (nach Brecht) Revolution durch die Literatur (Theaterstücke und Gedichte) Er wendet sich an die Arbeiter: einfache Sprache. Keine Identifikation mit den Helden, kein Illusiontheater (kein Fernseh/filmgefühl) Eine distanzierte, kritische Handlung --> Analyse der (kapitalistischen) Gesellschaft. Brecht will den Zuschauern ihre Situation erklären --> nach dem Stück --> Revolution (in Theorie) Mittel: Verfremdungseffekt (V-effekt) “herschenden Gesetzen” --> “die Gesetze der Herschenden” episches Theater

Lyric = gedichten / dramatik = Theater / Epik = verhalen
Am Anfang eines Szene wird erzählt was passieren wird. Was? --> Wie? Unterbrechung der Handlung --> ein Spieler redet das Publikum zu --> Songs (Musik und Singer unschön) Die Dreigroschenoper = De driedubbeltjes-opera
Een opera voor bedelaars over bedelaars --> vandaar zo goedkoop
Moritat = straatlied, uit het leven gegrepen
Vorspiel: wordt verteld over Macheath (Mackie Messer) --> wordt vergeleken met een haai, alleen is Mackie Messer gevaarlijker. (je ziet niet dat hij gevaarlijk is, geen tanden of bloed) Erster akt: Rover Mackie <--> zakenman Peachum
Peachum heeft een zaak in ellende (er werken allemaal bedelaars), geeft licensies om te mogen bedelen. In dit 1e lied bekritiseert Peachum zichzelf. Er worden vaak teksten getoond, ook uit toneelspel halen als functie. Vanaf blz. 10 --> Filch is een klant van Peachum --> aan het slijmen om een baan te krijgen. In Londen is op dat moment een kroningsplechtigheid --> veel te bedelen
Blz. 12 --> Verfremdungseffekt: “Der Anblick…Geld herzugeben” (onderaan) De eigenaar van een zaak behandeld de arbeiders heel slecht, zo ook Peachum. De dochter van Peachum heeft een zakelijke functie, ze mag niet trouwen, dan komen er namelijk geen klanten meer
Der Anstatt-Dass-Song: de jeugd van tegenwoordig doet maar ‘raar’ Pollie trouwt in een paardenstal met Mackie Messer
De dominee trouwt een crimineel, de hoofdsheriff is vrienden met een crimineel --> Brecht laat zien hoe rot de maatschappij is. Blz. 27-28
Revolutie: schip met 50 kanonnen (Seeräuber-Jenny) De machtsfuncties worden helemaal omgedraaid. Blz. 30-32
Kanonensong. --> Het imperialisme van een kapitalistisch land wordt hier bekritiseerd. Scène 3
Moraal 1e lied: Polly wil geen nette man als echtgenoot, terwijl ze zo’n braaf meisje was. (niet geloofwaardige rollen) Räuber wordt Geschäftsmann & andersom, --> V-effekt, die zijn ongeveer gelijk

Erstes Dreigroschen Finale --> het recht van een mens op aarde is gelukkig zijn, maar de omstandigheden laten het recht niet toe. De wereld is arm, de mens is slecht --> voor revolutie
Blz. 50 (Zweiter Akt) Als Mackie weggaat kan het hem niet schelen wat er met de bende gebeurd, Polly mag ze aangeven ofzo. Ballade van sexuellen Horigkeit --> alle mannen (vooral Mac) zijn hetzelfde, denken maar aan 1 ding
Verhaal van Mac --> parallel met lijdensverhaal christus (donderdag, verraad door bekende) Zweiter Dreigroschenfinale: citaat van Brecht --> “Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral” blz. 75 --> V-effekt, laatste regel: rechters spreken nooit recht
Unzulänglichkeit (lied) --> onvoldoende
Je verstand is niet genoeg in dit leven, je bent niet slecht genoeg.

REACTIES

K.

K.

Cool mannn

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.