1e, 3e en 4e naanval

8.5

Samenvatting door een scholier
2e klas havo | 255 woorden
17 juni 2013
10 keer beoordeeld

8.5

10 keer beoordeeld

Taal

Duits

Vak

Duits

ADVERTENTIE

Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

1^enaamval bij onderwerp en naamwoordelijk gezegde

3^e naamval bij meewerkvoorwerp (=> aan of voor)

voorzetsels: aus bei mit nach seit von zu

4^e naamval bij lijdend voorwerp en tijdsbepalingen

voorzetsels: bis durch fur gegen ohne um

1^e naamval	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
de/het	der	die	das	die
welke	welcher	welche	welches	welche
deze	dieser	diese	dieses	diese
een	ein	eine	ein	keine
3^e naamval	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
de/het	dem	der	dem	den (+n) *
welke	welchem	welcher	welchem	welchen
deze	diesem	dieser	diesem	diesen
een	einem	einer	einem	keinen

*Bij 3^e naamval meervoud komt er –n of –en achter het zelfstandig naamwoord.

4^e naamval	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
de/het	den	die	das	die
welke	welchen	welche	welches	welche
deze	diesen	diese	dieses	diese
een	einen	eine	ein	keine

Der-Gruppe

=> dies, jen, jed, manch, welch, solch, alle, verschiedene, mehrere

Ein-Gruppe => kein, ein, mein, dein, sein, ihr, unser, euer, ihr, Ihr

Persoonlijk voornaamwoorden	1^e naamval	3^e naamval	4^e naamval
ik	ich	mir	mich
jij	du	dir	dich
hij	er	ihm	ihn
zij	sie	ihr	sie
het	es	ihm	es
wij	wir	uns	uns
jullie	ihr	euch	euch
zij	sie	ihnen	sie
u	Sie	Ihnen	Sie