Hoofdstuk 7 Kunst voor de burger, gouden eeuw in de Nederlanden.
16e eeuw, zuidelijke en noordelijke Nederlanden in handen van Spanje.
Vanaf 1572 verzet van protestantse burgers en edellieden --- willen vrijheid
Splitsing zuidelijke en noordelijke Nederlanden door oorlog
27 aug 1585: Antwerpen valt in handen van Spanje
Amsterdam neemt de plaats van ’t machtige Antwerpen over
1588: Holland, Zeeland + 5 provincies worden protestantse calvinistische republiek.
Duizenden vluchtenden (waaronder handelslieden)
Amsterdam word economisch centrum
1568-1648 80jarige oorlog
Zuidelijke Nederlanden blijven in Spaanse handen
**Gouden eeuw!**
Frans Hals (1582-1666) Haarlemse portretschilder had veel aanzien en opdrachten.
Schilderde huwelijksportret Isaac Massa en Beatrix van der Lean
-> verenigt de twee belangrijkste bevolkingsgroepen in de republiek, nl. de koopman/diplomaat (rijk en aanzienlijk) en burgemeestersdochter (komt uit bestuurlijke elite).
Speerdistel staat voor mannentrouw
Klimoprank verteld dat de vrouw vergroeid met haar man
Wijnrank staat voor liefde en vriendschap
Emanuel de witte (1617-1691) portret v.e. familie in een interieur
Roos staat voor snelle vergankelijkheid
Handschoen staat voor huwelijkse band
Druiven symbool voor huwelijkse trouw en echtelijke kuisheid
Hondje is z’n baasje eeuwig trouw.
Prinsen van Oranje zagen de zuidelijke en noordelijke het liefst samen
Johannes vermeer (1632-1675) schilder met model, kenner Italiaanse schilderkunst
De schilderconst: schilder met model, op achtergrond landkaart die ongedeelde Nederlanden toont. Schilder met 17eeuwse kleding met attributen van Clio, de muze vd geschiedenis.
Alles in de juiste perspectivische verhoudingen.
Johannes Calvijn verspreidt zijn ideeën vanaf 1541 over de Nederlanden:
-Verzet tegen overdadige weelde van de katholieke kerken
-gemak waarmee de kerk z’n lot kon ‘kopen’
-ander onbijbels gedrag van de katholieke kerk
Pieter Saenredam (1597-1665) schildert kerkinterieurs al naar gelang geloof opdrachtgevers.
Schildert grote Sint-Odulphuskerk van Assendelft – leeg, wit interieur – verhult de soms hevige onderlinge conflicten binnen het protestantisme.
Protestantse dominees roepen op tot een geloof door drie goddelijke deugden; geloof, hoop, liefde en vier kardinale deugden; rechtvaardigheid, kracht, voorzichtigheid en matigheid.
Met matigheid hadden burgers moeite, door brede welvaart naar (toegepaste) kunst:
= exclusieve grachtenpanden
= rel. sobere gevels verhullen uitbundige interieurs met de fijnste meubels, schilderijen, beeldhouwwerken, tapijten en het fijnste goud- en zilverwerk.
n Men ging kunst verzamelen in ‘kunstkamers’:
- schilderijen lijst aan lijst opgehangen
- soms gesorteerd
- Nederlandse kunst
ze verzamelen ook: tulpenbollen, curiosa uit de natuur, antiquiteiten, albums met prenten en tekeningen, kostbare atlassen, exotische voorwerpen uit verre oorden, kostuums, muziekinstrumenten en wapens zijn voor veel geld te koop op veilingen.
Kunstcollectie dient om de financiële en maatschappelijke positie te laten zien en als spaarpotje voor later.
Rijke burgerij verstrekt opdrachten, lagere klassen kopen kant-en-klare kunst.
Nederlandse kunst is bestemd voor woonhuizen met geringe afmetingen en onderwerpen zijn alledaags.
Schilderijen zien er op het eerste gezicht realistisch uit, maar schijn bedriegt. Schilderijen zijn als rebussen waarin alledaagse zaken een dubbele betekenis hebben.
Jan Steen (1626-1679) Het toneel van de wereld
Vrolijke herberg, oude vrijer probeert jong meisje te verleiden met oesters. Jongen blaast zeepbellen- staat ervoor dat lichtvoetigheid z’n tol eis, de mens is vergankelijk.
Er verschenen emblemataboekjes waarin met korte geïllustreerde versregels waarin de lezer gewaarschuwd word voor hebzucht en onzedelijk gedrag, o.a. van Jacob Cats.
5tal schilderkunstige genres:
· historiestuk: een schilderij waarop een verhaal of gebeurtenis uit de klassieke oudheid, de bijbel of de geschiedenis is afgebeeld. (staat op stadhuis a’dam)
· portret
· genrestuk: eens schilderij met een al dan niet gefantaseerd tafereel uit het dagelijks leven. Drank en feesten of huiselijke bezigheden vormen het onderwerp. De afgebeelde personen zijn meestal niet-bestaand. Het genrestuk herbergt vaak en verborgen boodschap met betrekking tot de moraal.
· Stilleven: schilderij waarop levenloze of dode voorwerpen op een bepaalde wijze gerangschikt zijn afgebeeld.
· Een stilleven met een waarschuwende boodschap heet een vanitasstilleven: een schilderij in de vorm van een stilleven waarbij de afgebeelde voorwerpen een symbolische betekenis hebben. De eindigheid van het leven en de dood staan hierbij centraal. Veel voorkomende voorwerpen zijn: een schedel, een zandloper en een uitgebluste of bijna opgebrande kaars. Het genre werd vooral in de 17e eeuw beoefend door Nederlandse schilders. Johannes van der Beek schildert allegorie op matigheid. Boodschap= matigheid duurt het langst. Voor wie geen maat weet zal het slecht aflopen.
· Landschap: schilderij waarop een natuurlandschap, stadslandschap of zeelandschap is afgebeeld. Het landschap is een zeventiende-eeuws Nederlands specialisme.
· Nederlandse landschap: grootse wolkformaties boven lage horizon. Vlakke land, ruige zeeën of geïdealiseerde ‘Italiaanse’ landschappen.
Geïmporteerd chinees porselein is geliefd. Uit Vlaanderen en Antwerpen vestigen zich vaklieden in Delft na 1585. Het dikke aardewerk word zo gemaakt dat het uiterlijk lijkt op het dunne melkachtige chinees porselein.
Delftse meesterpottenbakker krijgt opdracht van Willem III om een tulpenvaas te maken, waardoor het delfts blauw aardewerk een zelfde status krijgt als het porselein uit China.
1640: bouw nieuw stadhuis in Amsterdam. Jacob van Campen (1595-1657) maakt het ontwerp. Gekenmerkt door klassieke principes. Is ook vredesmonument.
Van Campen legt in 1614 meesterproef af, maakt Groote tour door Italië. Bestudeert klassieke bouwwerken.
Klassieke symmetrie en harmonie sluiten immers goed aan bij het strenge calvinisme. Van Campen streeft naar harmonie.
Nut van het gebouw wordt bepaald door de functie te vergelijken met het ontwerp. Stadhuis heeft heldere en duidelijke indeling.
Stadhuis a’dam is een classicistisch paleis met symmetrische voor- en achtergevel,met een timpaan in het vooruitstekend middengedeelte. Pilasters accentueren symmetrie (combi van Ionisch en Corinthisch. Bekroond met een ronde toren waar een beiaard(klokkenspel; een reeks op toon gestemde klokken) is aangebracht. Burgerzaal is de belangrijkste zaal en ligt centraal en is twee keer zo lang dan hij breed is.
Blz. 96 en 97 muziek
15e eeuw: toneel in handen van de rederijkers
klassiek geschoolde burgers die de retorica beheersen
retorica hoort tot de zeven klassieke vrije kunsten:
naast beoefening rappe tong word aan toneelspel gedaan
optredens vinden plaats in eigen lokaal of op straat bij processie-, mirakel- en heiligenspelen.
In 16e eeuw verdwijnt kerkelijke karakter -> wereldse ondertoon en maatschappelijke kritiek
Langs de route van een optocht bouwen beeldhouwers klassieke triomfbogen.
In de nissen tableaux vivants: Bewegingloze voorstellingen door mensen waarin een verhaal of gebeurtenis wordt uitgebeeld. Meestal betreft het een verhaal uit de klassieke oudheid, de bijbel of de geschiedenis. (historiestuk)
In 1617 sticht Samuel Coster (1579-1665) de ‘De Nederduytse Academie’ om het Nederlands te ontwikkelen en te bevorderen.
In 1637 bouwt Jacob van Campen op die plaats een classicistisch amfitheater. Takels en valluiken bieden de mogelijkheid voor spektakel en het grote raam in het dak zorgt voor vold. licht aangezien de voorstellingen om 4h ’s middags beginnen.
Joost van den Vondel (1587-1679) bedenkt het woord schouwburg en schrijft het klassiek geïnspireerde drama Gysbrecht van Aemstel voor de opening. (gebaseerd op Troje)
Een normale voorstelling begint met een treurspel, gevolgd door een klucht. Daarnaast zijn er nog stukken met klassieke of bijbelse vertellingen en blijspelen.
*Treurspel:toneelspel met ernstige inhoud ontstaan in het midden van de zesde eeuw voor Christus in Athene. Bestaat uit een proloog gevolgd door drie tot vijf bedrijven Inhoud mythologisch. Vaste regels, zoals de eenheid in tijd, plaats en handeling. De tragedie als theatervorm is door de eeuwen heen altijd blijven bestaan, al dan niet in aangepaste vorm.
**klucht:komisch toneelstuk over het dagelijks leven. Het verhaal en de gesproken taal zijn vaak grof en volks.
***blijspelen:vorm van het drama dat zich vooral van de tragedie onderscheidt door een andere kijk op mens en wereld, door een zekere toegeeflijke glimlach. Kenmerken: een lichtere intrige, een oppervlakkige karaktertekening en een goede afloop.
Protestantisme: eenstemige samenzang afn de psalmen door de hele gemeente past beter bij de niewue grondslag van het geloof: terug naar het woord van God.
Stadbestuur heeft macht over kerkorels en Beiaards (dat zijn kerklokken)
Kerk krijgt na de reformatie een andere functie, er wordt geflirt,gekletst, een verlengstuk van de straat organisten, concerten
Jan Pieterszoon Sweelinck was een organist.
è om mensen van de straat te houden.
Sweelinck maakt klaviecomposities
Toccata: een virtuoos werk zonder vast omschreven vorm
Klavier: toetsenbord
Stedelijke organisten en musici moesten les geven aan het collegium musicum, middenstanders volgen lessen in het spelen van de luit, klavecimbel en orgel.
Jacob van Eyck giet klankzuivere klokken. Speelt op vaste tijde op het carillon (het klokkenspel)
Rembrand van Rijn -> etstechniek
Burijn
_ _ _ was
Droge-naald-techniek gravure: diepdruktechniek waarbij met een scherpe naald direct op een kopere plaat wordt getekend. Door nieuwe status van rembrand-> kunst verzamelen -> blut.
Hoofdstuk 8 Gevoel of Verstand, Barok en classicisme in de 18e eeuw
18e eeuw: aan de ene kant hang naar emotie/sentiment, aan de andere kant Verlichting, men gaat uit van het verstand -> leidt tot de herleving klassieke oudheid en opstellen van kunstregels. De dans en instrumentale muziek worden zelfstandig maar Lodewijk de 14e proffessionaliseerde de dans al.
emotie: navolging Italiaanse barok
Johann Sebastiaan Bach (1685-1750)
Matthauspassion: lijdensverhaal, passie van Christus zoals beschreven door Mattheus. Verschillende rollen: Christus, Judas, Pilatus en Verteller.
Concert: een grote meerdelige compositie voor een of meer solisten met orkest
(begin =) expositie : het hele orkest laat 2 thema’s horen en die worden verder in het stuk steeds herhaald.
Soloconcerten bestaan uit drie delen en heet naar het instrument van de solist
1. 2. 3.
Snel langzaam snel
Concertino 4 instr. met orkest tutti
Met orkest.
De piano doet zijn intrede -> piano-forte (hard/zacht)
Concertstukken uit deze tijd waren barok, de kenmerken waren beweeglijkheid, tempoverschillen en de contrasten tussen hard en zacht!
Oratorium: zang op religieuze tekst, rollen, orkest, maar ze zijn niet verkleed en er zijn geen decors, ze spelen geen toneel en t wereldlijke was afwezig.
Symfonie = samenklank voor alle instrumentengroepen, groot werk voor sumfonieorkest in meestal 4 delen, snel, matig, snel, snel = deels ontleend aan de opbouw van het klassieke drama. -> sluit aan bij het classicisme.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791). Hij was de eerste die niet bij iemand onder contract stond, en zijn 35e symfonie was een onstuimig menuet -> voorbode romantiek
Het stukje van Figaro alleen even op 108/109 doorlezen.
Mozarts Figaro is een voorbeeld van de opera buffa = Italiaanse variant Franse komedieopera’s, het is een komische opera. Avondvullend, bestemd voor de burgerij, vrolijk, tegenpool van de opera seria. Met de volkse thematiek van alledag, dialecten, flarden vreemde talen, citaten, parodieën, niezen, geeuwen en stotteren.
Verschillende muziekstijlen zijn kenmerkend voor het werk van Mozart.
17e eeuw Frankrijk: gaan dans, theater en muziek met elkaar verbinden.dans maakt zich los uit zijn dienende en decoratieve functie aks onderdeel van de balletkomedie en balletopera.
-> handelingsballet: verhalend balletgenre, dat als opvolger van de balletopera en voorloper voor het romantische ballet, opkomt in de achttiende eeuw. Hierbij werd voor het eerst het hele verhaal uitgebeeld door dans en mime zonder hulp van zang en voordracht, wat wel gebruikelijk was bij de eerdere hofballetten en balletopera’s.
beginselen gelegd door Jean Georges Noverre.
Aan eind 18e/begin 19e eeuw wordt ballet een zelfstandige kunstvorm.
Geest verlichting christelijke ler
Schepping te vergelijken met grote klok, door god in werking gezet maar die bemoeit zich er niet meer mee. Religie is onwetenschappelijk en invloed van de kerk op t sociale leven word bekritiseerd.
Ook kritiek op de staatsinrichting, gaat uit van ongelijkheid en geeft enkelen macht over velend.
Montesquieu komt met de triaspolitica.
è revolutie in Frakrijk, vrijheid gelijkheid en broederschap
è rationele classicisme word kunststijl van de revolutionairen om dat het een goed tegenwicht vormt voor de protserige rococo van de oude elite.
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Was de schakel tussen het classicisme en romantiek in de muziek. Thema’s zoals hartstocht, lijden en eenzaamheid, benut de ruimte binnen de klassieke regels.
De productiviteit neemt af.
De orkestbezetting voor de symfonie is groter dan ooit en is heel lang.
Beeldend
Beeldende kunst uit de 1e helft van de 18e eeuw, was geen barok
17e eeuw: Barok
Italiaanse Barok(contrareformatie) Franse Barok (Lodewijk XIV)
Zwier, pracht en praal veel soberder en klassieker
Gevoel, zintuiglijk verstand
Rococo-> schelpvormen -> prullerige modestijl
Stucwerk: ruimtelijke decoratieve toevoegingen in architectuur
2e helft van de 18e eeuw wint de klassieke kunst -> opkomst verlichting!
Er is drang tot het verzamelen van kennis en ordenen -> opgravingen Pompei
Classicisme: herorientatie op de klassieke oudheid in een zuiverdere vorm dan classicisme
Rococo Classicisme
Weelderig sober
Overdreven streng
Bouwkunst, beeldende kunst en in de theaterwereld gelden
Vaste regels uit de oudheid.
11. Spiegel aan scherven.
1e wereldoorlog – 2e wereldoorlog, economische crisis en fascisme verlammen ’t culturele klimaat. Bestaande regels en uitgangspunten worden overboord gezet en dat leidt tot internationalisering van de kunst.
Freud ontwikkeld de visie dat de mens in zijn gedrag gestuurd wordt door het onderbewuste (±1900)
Wilhelm Conrod Röntgen: x-stralen; röntgenstralen.
Schokkend want men leerde dat wat men zag niet altijd werkelijkheid was.
Arnold Schönberg (1874-1951) schrijft Erwartung, spanning/emoties en de tijd wordt onder de loep genomen, expressionistisch, hij wil een wereld van gevoelens en emoties uitdrukken.
Hij geeft expressie aan wat zich achter het zichtbare schuilhoud.
Breekt met de harmonieleer (welke tonen i/e octaaf goed i/h gehoor liggen)
Atonale muziek (Erwartung): Het tooncentrum ontbreek, je hoeft niet binnen een bepaalde toonladder te blijven.
Dodekafonie, serialisme: 12 tonen, componist bepaald de volgorde. De reeks tonen wordt na elkaar of tegelijkertijd gebruikt en elke toon mag pas weer opnieuw gespeeld worden als de hele reeks was afgewerkt.
inspireert
Vassily Kadinsky (1866-1944) laat in de schilderkunst de regels los, abstracte kunst, moet uitdrukking geven aan de niet-materiële geestelijke wereld. Kleur, lijn en vorm spelen de hoofdrol.
Expressionisme: de verzamelnaam voor ontwikkelingen in de beeldende kunst, dans, muziek architectuur en literatuur rond WO I waarbij de nadruk ligt op het uitdrukken van emoties. Geen aandacht voor regels en wetten.
Kadinsky gaat motieven uit de volkskunst gebruiken en richt met Franz Marc de kunstenaarsgroepering Der Blaue Reiter op.
Paul Klee (1879- 1940)
Aquarel; Moskee in Hammamet (1914)
Abstracte patronen van islamitische kunst zijn herkenbaar.
Les ballet Russes (Paris)
Diaghilev; leider dansgezelschap had goede componisten, beeldende kunstenaars en dansers waaronder Vaslav Nijinsky (1889-1950), belichaamt ongetemde driften.
Léon Bakst (1886-1924) ontwerpt een goddelijk en dierlijk kostuum voor L’après-midi d’un faune.
Igor Stravinsky (1882-1971) is een moderne componist die de muziek aansluit bij Nijinsky’s bewegingen. (zie le sacre du printemps)
Ostinato: een ritmische of melodische figuur die voortdurend herhaald wordt in een muziekstuk. Een zich herhalende baspartij, zowel bekend in klassieke als populaire muziek, heet basso ostinato.
Martha Graham (1893-1991) schrijft vloeiende choreografie op ‘Le sacre’. De nadruk ligt op psychologisch drama. Het is expressionistisch want er is geen duidelijke verhaallijn.
Een contrast tussen spanning en ontspanning (contraction and release) speelt grote rol. Grahamdans wordt nu nog gegeven op dansopleidingen.
Stravinsky; ragtime; stuk voor 12 instrumenten (waaronder een cimbaal, klank heeft nl. iets weg van de honky tonk piano), gebaseerd op jazz.
Ragtime: gecomponeerde pianomuziek met in het ritme verrassende en afwijkende accenten. Een strak metrum in de begeleiding, de melodie speelt hier tegen in. ‘verscheurde maat’; melodie loopt achter de bas aan. Eerste instrumentale en genoteerde ‘zwarte’ muziek.
Scott Joplin (1868-1917); componist
Dans: cakewalk: spottende imitatie op ’t dansen van de blanken. Snelle en wild uitgevoerde dans in een tweedelige maat; de beste danser kreeg een cake.
Feeling blue, blues Bessie Smith (1894-1937), Louis Armstrong (1901-1971)
Blues: soort volksmuziek die vanaf 1900 door de Noord Amerikaanse zwarte bevolking beoefend en beluisterd werd. Neerslachtig karakter, berustend.
* 3 zinnen tekst per couplet, 1e zin wordt herhaald, derde is een conclusie
* begeleiding over een vast akkoordenschema van 12 maten.
* dirty intonation met glissando’s.
New Orleans; smeltkroes, volkeren en rassen, honky tonks (obscure zwarte kroegen), Louis Armstrong speelt in de beste bands in de uitgaanswijk Storyville (vooral ragtime en blues).
Variant op de vroege jazz uit Storyville noemt men dixieland.
In 1917 werd Storyville gesloten, men trekt naar Chicago en er ontstaat een eigen ‘Chicago-stijl’.
In 1905 richt Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938) de kunstenaarsgroep Die Brücke op. Dit is het begin van het expressionisme als stroming. Voor expressionisten is de houtsnede een favoriete techniek. Het maken van een houtsnede vraagt meer kracht dan schilderen of tekenen en fouten kunnen niet worden hersteld.
Pablo Picasso(1881-1973) schildert Demoiselles d’Avignon. Hij luidt daarmee het kubisme in. Het onderwerp lijkt te zijn gekozen om te choqueren. Schilderstijl onderstreept platvloersheid van het onderwerp.
Kubisme: het opdelen van een schilderij in allerlei losse hoekige fragmenten (ongecultiveerde en primitieve vormen)
De parade van Les ballets Russes, picasso ontwerpt de kostuums, kubistisch. Het verhaal speelt zich af in een music hall. Managers proberen het publiek te lokken en presenteren alvast een parade met drie acts als voorproefje.
Eric Satie schrijft de muziek, verwerkt hierin jazz-achtige thema’s, aandacht voor alledaagse geluiden, mist elke vorm van ernst.
Er is veel technische vooruitgang (hoogte eiffeltoren).
Robert Delaunay (1885-1941) schildert Hommage aan Blériot, laat de twee symbolen van het machine tijdperk zien, nl. een vliegtuig en de Eiffeltoren. Geeft weer dat dingen nu ook vanuit de lucht te bekijken zijn.
Futuristisch manifest van Marinetti, (1909), kunstenaars mogen zich alleen nog maar bezig houden met de toekomst van het machinetijdperk.
Futurisme: Poging om literatuur, muziek, theater en beeldende kunst te laten aansluiten bij een snel veranderende dynamische samenleving waarin industrie, machine en oorlog een belangrijke rol spelen.
Giacomo Balla (1871-1958) doet poging om sensatie van met hoge snelheid een weg af te rijden weer te geven, abstract.
Umberto Boccini: Unieke vorm van continuïteit in de ruimte. Herscheppen van het menselijk lichaam naar het voorbeeld van de machine. Oppervlakte laat denken aan een harnas, vechtmachine.
Rolschaatsen worden door Jean Börlin weergegeven in een vloeiende dans en door Arthur Honegger gecomponeerd in Skating Rink.
Dramatische afloop van de eerste wereldoorlog, opkomend nationalisme en socialisme etc. Veel kunstenaars vluchten naar het neutrale Zwitserland, Zürich. Een andere wijkplaats is New York. In deze twee plaatsen ontstaat dada.
Dada is een antibeweging. Tegen het nationalisme en de oorlog. Ze willen verkomen onderdeel te worden van de gevestigde orde. Dada wil blijven irriteren en zodoende de creatieve geest wakker houden. Spontane actie al alternatief voor een sluitende theorie.
Marcel Duchamp (1887-1968); readymades, fontein (van een pisbak). Stelt daarmee de geldende definitie voor kunst ter discussie.
Kurt Schwitters(1887-1948); Merz, toevalkunst, ontmaskering van de beschaving.
H12
Opmars van de vooruitgang
Abstracte kunst; waarin het afbeelden of verbeelden van natuurlijke waarneembare voorstellingen geen rol speelt
Supprematisme ontwikkelt door de Rus Malevich
Volledige abstracte kunst met geometrische als vormelement ->opwekken van pure gevoelens, niet aan de werkelijkheid
Constructivisme; abstracte veelal ruimtelijk
-> montage van losse elementen – El Lissitzky
->in rusland
tot de revolutie moest toneel zo echt mogelijk lijken -> naturalisme; natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid
-> lijsttoneel; traditioneel toneel, duidelijke scheiding van publiek en toneel d.m.v. van een lijst en een doek, levend schilderij.
-> Konstantin Stanislavsky ontwikkelt dit
Vsevolod Meyerhold -> russische toneel vernieuwen
-> constructivistische theater; nadruk op niet-naturalischtisch spel en geabstraheerde industrieel ogende chaos
Biomechanica; training om het menselijke lichaam op mechanische manier te kunnen inzetten op toneel
-> Lichaam meer als materiaal gezien
stanislavsky epische theater
naturalisme eerder verstand dan gevoel
Russisch Duits
Bertold zet zich aftegen
No-theater; klassiek Japans theater 14e eeuw handelingen van spelers van commentaar voorzien door een koor en begeleid door een klein orkest.
Niet alleen Japans theater staat onder de belangstelling maar ook de Japanse architectuur
->Frank Lloyd Wright Naar het Japanse model geen gescheiden maar doorlopend oppervlak. Interieur past bij exterieur
-> Gerrit Rietveld (1888-1964) zijn inrichtingen van de ruimtelijke vertalingen van Piet Mondriaan maar niet echt functioneel(niet echt lekker zittend)
-> De Stijl; groepering Nederlandse kunstenaars in het tijdschrift De Stijl uitgangspunten voor Beeldende kunst, architectuur en toegepaste vormgeving
-> Belangrijkste vertegenwoordiger Piet Mondriaan; kunst is bij uitstek geschikt om de achterliggende harmonie te onthullen
Het werk van Brancusi is te vergelijken met Mondriaan oervormen die hij herhaalt.
Volkskunst lezen op blz. 174, 175
Fonograaf; toestel om geluiden op te nemen met behulp van een wasrol
Bauhaus; kunstopleiding (weimar=Duitsland) met nadruk op toegepaste kunsten en industriële vormgeving
-> Enthousiast over Rietveld en De Stijl
->Persoonlijke willekeur uitbannen
-> Objectieve vormgeving
-> Primaire kleuren, geometrische vormen
->Industrieel design
Het nieuwe bouwen
Internationalisering is het kenmerk van de progressieve kunstenaars in de jaren 20 en 30
Naast het Bauhaus, internationaal gezelschap dat lesgeeft, CIAM; congres internationaux d’architecture moderne
->1927 richtlijnen voor nieuwe architecturen
-> nieuwe bouwen, architecten beïnvloedt door CIAM
-> functioneel
*geen historisch stijlcitaten
*geen decoraties
*geen onnodige imponeermaterialen
*neutrale materialen -> glas, staal en gepleisterde witte muren.
Reactie op bedompte arbeiderswijken
-> meer licht en ruimte
Le Corbusier; leidinggevend persoon CIAM
->sociale woningbouw en stadsplanning
prefab elementen; geprefabriceerde onderdelen
er zijn weinig projecten gerealiseerd door Economisch crises en oorlog
-> van Nelle fabriek wel gerealiseerd
-> is gebouwd door Johannes Brinkman en Leendert van der Vlugtßarchitecten
de macht verfilmd
Fritz Lang, regisseur -> Metropolis, hij laat een gevaarlijke toekomst zien ->duurste film v.d. stomme films
Elementen:
*bruut
*held
*romance
*list en bedrog
maar hij imponeert vooral met massascènes
nazi’s zien film als goed propaganda middel
1933 Goebels vraagt aan Lang om propaganda te maken. Lang vertrekt gelijk naar Hollywood
eerbetoon aan de revolutie in 1917 Sergei Eisenstein maakt een film voor communistische partij -> Oktober
attractiemontage; de betekenis van het ene filmbeeld wordt bepaald door toevoeging van andere beelden die enerzijds niets te maken heeft met het vorige beeld anderzijds het vorige beeld betekent
-> Music hall
Kabuki theater; Japanse theatervorm ontstaan in de 17e eeuw op basis van volkstoneel en het no-theater. Dans muziek en acrobatiek en declamatie -> voordragen vormen de basis van deze theatervorm waarin het spektakel niet wordt geschuwd
->weinig tekst, heftige gebaren, maskers en symbolische kostuums
1934 maakt Leni Riefenstahl in Nazi-Duitsland propaganda film
-> filmtechnisch grote kwaliteit
Charles Chaplin -> The great dictator, 1940 (voor dat de oorlog echt enorm uitbreekt)
-> parodie op Hitler -> blz 181
Verboden kunst
Lezen 182 en 183
Entartete kunst; benaming die door het fascisme werd gebruikt voor moderne (ontspoorde) kunst. Uit in beslag genomen werk werd de reizende tentoonstelling Entartete kunst samengesteld. Opkomst van het fascisme en de 2e wo legden voor ruim15 jaar de ontwikkeling van moderne kunst vast
Hoofdstuk 13, Hollen of stilstaan.
Na woII -> consumptie, materialisme en welvaart
Scheding kunst, vermaak, commercie en ideologie vervaagt, er is sprake van herbezinning.
Existentialisme -> sartre -> leidt je eigen leven, niet volgens de massa. Accepteer de werkelijkheid van je leven. Je bent vrij, maakt zelf keuzes. Ieder mens voor zich bepaalt hoe en wat hij doet om z’n leven verder te vormen en te sturen.
è ’50: Parijs trekt jonge kunstenaars aan -> twintigers laten bekrompen en verwoeste vaderland achter zich -> nieuwe start in de anonimiteit van een wereldstad
Absurd theater -> breken met de klassieke theaterwetten -> zijn even absurd en onlogisch als het leven zelf
- theater van de wreedheid
- raamvertelling: verhaal binnen een verhaal.
Films van Amerika waren hier te zien
Neorealisme:
- geen technische trucs
- weinig montage
- amateur acteurs.
Novelle Vague: neemt loopje met de werkelijkheid
- jumcut montage
- chaotisch
- filmwetten bewust overtreden
Abstract Expressionisme: groots en meeslepend
- het denken uitgeschakeld.
- Ondanks de chaos ook evenwicht (N.Y.)
- Invloed van de surrealisten
- Colorfield painting -> schilderen met conentratie.
Cobragroepering -> compromisme van hetinterbellum tegengaan maar individueler worden -> regels overboord -> spontaan, oorspronkelijk, primitief (Karel Appel)
Overeenkomst: beiden expressionistisch
Verschil: het een komt voort uit het surrealisme -> probeert de psyche te bevrijden. Cobra is geinteresseerd in he spontane en niet zozeer in de achterliggende psyche.
2 centra: EU/Parijs
VS/New York
Hoofdstuk 15. Massamedia, vermaak en verzet.
è kunst ontwikkelt zich snel en is alleen te volgen door een groep ingewijden -> intellectuele aangelegenheid. Film, radio en Tv concentreren zich vooral op de vermaaksfunctie van kunst -> moet begrijpelijk zijn voor iedereen –> staat dus recht tegenover de avant-garde.
~ kracht van de massamedia: er kan op een relatief makkelijke manier een groot (internati.) publiek bereikt kan worden.
~ uitvinding grammofoonplaat vergroot beschikbaarheid van muziek en de radio brengt haar nog dichterbij -> blanke jongeren maken kennis met zwarte muziek zonder naar het ‘zwarte circuit’ te hoeven gaan.
War of the worlds (1939) -> Orson Welles -> rellen, te realistisch.
Tv wordt een belangrijk meubelstuk:
~ bron van informatie, voor allerlei soorten vermaak.
~ Je kunt er doorheen praten of koffie zetten.
~ Eigen taal, kenmerkend voor de massacultuur -> pakkende ‘informatie’ met veel afwisseling in korte blokken -> moet de kijker verleiden verder te kijken -> kan op grote schaal smaak en koopgedrag beïnvloeden.
Batman (1965-’66) -> populair omdat onrealistische en stripachtige elementen worden overdreven:
~ tekstballonnen met kreten
~ hoofdfiguren hebben onduidelijke apparaten
herkenbaar door:
~ gimmicks: een bizar uiterlijk of typerend taalgebruik
~ onrealistische decors en kleding.
~ cliffhanger: onderbroken spanningsboog aan het einde van een aflevering -> in handen van de slechterik -> zo kijkt men de dag erop weer.
Hollywood; filmstad -> stomme films
Dan komen geluidsfilms, live-muziek bij de film verdwijnt
Vele acteurscarrières gebroken;
Eerst: overacting: onhoorbare dialogen door overdreven theatrale gebaren en gezichtsuitdrukkingen verteld
In geluidsfilm: natuurlijker spelen, tekst is oorbaar -> spel minder theatraal -> underacting
Theatermusicals op film en dus bereikbaar voor miljoenenpubliek.
Musical: muzikaal theaterspektakel waarin zang, muziek, dans en toneelspel wordt gecombineerd. Met veel show en entertainment richt de musical zich op een groot publiek, verhaal is niet echt belangrijk. Muziek, aankleding en showballet vormen de belangrijkste ingrediënten.
-> invloeden van de londense music-hall met zijn humoristische muziek en de romantische Weense operette herkenbaar, -> muziek vooral geïnspireerd op de blanke jazz.
George Balanchine (rus) maakte choreografieën voor zowel de showdans in musicals als de klassieke dans.
-> werkt veel samen met Igor Stravinsky -> maakte balletten op zijn muziek
kenmerken: snelle en hoge bewegingen van de benen en swingende heup- en bekkenbewegingen.
Contrast
Klassiek ballet: abstracte dansen op muziek, elke opsmuk is verdwenen. Dansers bewegen in eenvoudige trainingspakken in volledig abstracte decors; muziek en bewegende lichamen
De twee uitersten van de dans ontmoeten elkaar: verhalende en abstracte vorm.
Melodrama = aanduiding van een gesproken tekst met muzikale begeleiding. Ook, onder invloed van het huiveringwekkend effect door muzikale illustratie van gruwelijke gebeurtenissen op het toneel, benaming voor een soort toneelstuk dat in het Nederlands afkeurend draak wordt genoemd: een drama met schokkende gebeurtenissen en met een voor de dappere held en achtervolgde onschuld gelukkig einde.(bijv. “Singin’ in the rain” uit 1952 en de soap Dynasty (1981-1989)).
Soaps
1932: eerste soap (One Man’s Family) op de radio (hoorspel)
huisvrouwen kopen zeep
binden met hun onderwerpen
Irna Philips herschrijft voor TV -> As the world turns van 1949 tot 1959 een televisieserie.
Irna Philips wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van de televisiesoap.
Jaren ’60: Soaps bekend in Nederland (Coronation Street en Peyton Place).
1990: GTST
è Zij ontwikkeld vaste Formats = vaststaande formule of schema waarmee binnen een televisie of radioserie een eenheid ontstaat:
· standaard verhaallijn; elke aflevering invulbaar en vertrouwd, loopt door als het echte leven.
· Vaste karakters/ seriestamboom(= stamboom waarin alle personages van de soap en hun onderlinge relaties weer zijn gegeven)
· Cliffhangers zijn kenmerkend voor soaps; volgende aflevering in leiden en kijker vasthouden.
· Een soap dient als voorbeeld: de kijker leert hoe anderen (de soapkarakters) met bepaalde situaties omgaan.
· Traagheid in verloop van tijd; steeds weer gemakkelijk op te pikken
· Goedkoop studiowerk; simpele locaties/decors en weinig verschillende ruimtes.
· Verhaal hangt aan dialogen; veel (half) close-ups
· Intermenselijke relaties als onderwerp; vaak toegespitst op de vrouwelijke kijker met emotionele intelligentie.
Ersatzfamilie, buren, roddelen intriges, ontspanning: algemeen herkenbaar.
Soapwetten:
Geen aanstoot geven; dus geen religie en/of politiek
Toegankelijkheid moet zo groot moeilijk, lokaal is beter dan import en clichés worden niet gemeden.
Douglas Sirk: meester van het melodrama
The Imitation Of Life: decors en kledingstukken benadrukken de karaktertrekken van de personages bijna overdreven.
Master of suspense
Bioscoopbezoek loopt terug door de komst van de tv.
Alfred Hitchcock (1899-1980) -> psycho, groot publiek (1960)
Laat zien dat een film niet ergens over hoeft te gaan om interessant te zijn
De camera speelt de hoofdrol -> toeschouwers betrekken in de film
Suspense: opbouw van spanning
Pop Art: vervreemding van de werkelijkheid; codes van striptekenaars om bepaalde dingen weer te geven, maar we begrijpen het wel -> creatief.
Pop; afkorting populariteit, slaat niet op de populariteit van deze kunst maar op de keuze van de onderwerpen uit de populaire media -> onze kijk op de werkelijkheid wordt niet alleen maar door voorbeelden beïnvloed maar nu wordt het ook door het alledaagse beeld beïnvloed.
Richard Hamilton; vind dada en futurisme de voorlopers van popart. Dada = destructief. Popart = positieve dada.
Collage-> opeenstapeling van luxe: verzamelt plaatjes uit Amerikaanse tijdschriften.
Ø In europa staat Amerika voor alles wat nieuw, modern en appealing is; de populariteit van Amerika is ontstaan door:
- Amerikanen speelden een heldenrol bij de bevrijding
- Marshallhulp: herstel koopkracht
- Koude oorlog bond Europa en Amerika.
Europa is in de ban van de American dream: way of life waar gemak en vermaak voorop staan. -> beeldbepalende producten; sigaretten, jeans, tv etc.
Ø acceptatie/verzet tegen amerikanisering bepaalt door leeftijd; jongeren nemen meer over.
Rock-‘n-Roll: muziekgenre ontstaan in de jaren ’50 uit rhythm and blues en country en vormt in die zin een verbinding tussen blanke en zwarte muziek. Ritmisch en rouw-> begin van de popmuziek.
Elvis Presley (1935-1977)
Rhythm and blues: vitale en ritmische muziek om lekker mee te zingen en lekker om op te dansen.Oorspronkelijk zwarte muziek, ontstaan in New Orleans vanuit de jazz en tot dan toe genegeerd door het witte publiek.
Met het opnemen en promoten van ‘That’s All Right, Mama’ doorbreken Phillips en Elvis Presley de barrière tussen blanke en zwarte muziek en is Rock-‘n-roll geboren. Presley en later Chuck Berry is het grote idool voor de blanke jeugd.
In ’56 lanceerde Hamilton Popart. Abstracte kunst is toonaangevend en voorstelling speelt nauwelijks in rol. Dit maakt kunst minder toegankelijk voor een breed publiek. Terwijl plaatjes kijken een van de voornaamste bezigheden wordt van de doorsnee burger, door de opkomst van de massamedia bijv. Pop art overbrugt die kloof door de massamedia als onderwerp te kiezen.
Zonder onderscheid te maken tussen de werkelijkheid en de gemanipuleerde werkelijkheid van de media is pop art moeilijk te begrijpen. Pop art gebruikt voorstellingen uit de tweede hand.
Andy wharhol: gebruikt voorbeelden uit de media die hij op fotografische wijze omzet in een zeefdruk (het portret herhalen in verschillende kleurstellingen).
Roy Lichtenstein: gebruikt de anonieme tekenstijl van strips en vergroot deze buiten proporties (blow-ups).
è media doen een beroep op gemeenschappelijke verlangens.
De werken van Hamilton, Warhol en Liechtenstein illustreren de algemene kenmerken van de pop art. Persoonlijke zienswijze is ondergeschikt aan het gevonden voorbeeld; als individu telt de kunstenaar niet.
De geciteerde afbeeldingen ondergaan vervreemding, door bijv. een collage, assemblage, herhalingen, herschepping in andere materialen en uitvergroting.
Jasper Johns (1930) -> vervreemding van de alledaagsheid speelt een grote rol. Amerikaanse vlag is een terugkerend thema. De achterliggende gedachte is vergelijkbaar met marcel Duchamps poging het meest banale voorwerp, het urinoir tot kunst te verheffen. Maar in tegenstelling tot Duchamps urinoir dat als readymade in een museum werd geëxposeerd, heeft John van zijn vlag een schilderij gemaakt. We weten niet meer of we een vlag of een schilderij zien.
Gevestigde kunstenaars ergeren zich aan de banale en anonieme kunst van Johns.
REACTIES
1 seconde geleden