Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H13, Hollen of stilstaan.

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 915 woorden
  • 2 september 2008
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 13

Na de Tweede Wereldoorlog wordt er dieper nagedacht over hoe het nou verder moet met de kunst. Begrippen als consumptie, materialisme en welvaart bepalen voor veel mensen de nieuwe wereld. Ook vervaagt de scheiding tussen kunst, vermaak, commercie en ideologie.
Jean-Paul Sartre, Franse schrijver/filosoof, 1905-1980: verwoordt het gevoel van een strijd tussen enerzijds het positieve elan van de nieuwe tijd en anderzijds de twijfel over het eigen verleden. Leid je eigen leven en niet volgens de massa, accepteer de werkelijkheid en maak je eigen keuzes. Sartre is één van de belangrijkste vertegenwoordigers van het existentialisme (acceptatie van de werkelijkheid). Huis clos, eenakter uit 1944 => de hel creeër je zelf.
Ed van der Elsken, 1925-1990. publiceert in 1957 zijn fotoboek Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain-des-Prés. Hij toont het leven van artistiekelingen en intellectuelen in Parijs rond 1950. in die tijd trekt Parijs als een magneet jonge Europese kunstenaars aan voor een nieuwe start, om het verwoste vaderland achter te laten.

Samuel Becket, 1906-1989, schreef Wachten op Godot (1953) en illustreert daarin zijn wijze van het existentialisme. Hij is beïnvloed door Albert Camus (vergelijkt menselijk zoeken naar zingeving met de straf voor de mythologische koning Sisyfus (rotsbok op helling trekken, er weer af laten rollen, opnieuw de helling op enz.) => zinloos).
Absurd theater, breken met de klassieke theaterwetten, schuif het logische aan de kant, het leven is immers ook niet logisch.
Antonin Artaud, beïnvloeder van het naoorlogse theater, ontwikkelde het ‘theater van de wreedheid’=> niet de taal, maar licht, geluid en beweging staan centraal. (oergevoel).
Tatsumi Hijikata, 1928-1986, schreef het dansstuk Verboden kleuren (1959) aan de hand van Artauds ideeën. Nieuwe soort dans, noemt hij Ankoku Butoh (dans van de sombere ziel.) De dans lijkt doodsangst uit te drukken.
Peter Brook, 1925, geeft ‘theater van de wreedheid’ in de toneelwereld gestalte met zijn Marat/Sade, 1964. het is een raamvertelling (verhaal in verhaal). Volgens hem is de tekst slechts basismateriaal en moet deze niet simpelweg uit het hoofd geleerd worden.
Na WO2 wordt Europa overspoeld met Amerikaanse films. Amerikaanse filmindustrie (vanuit Hollywood) helpt mee om de Europeese filmindustrie weer op de been te krijgen. Toch kan Europa niet concurreren. Daardoor ontwikkeld zich een eigen stijl: geen steracteurs en zeker niet kanp, geen afgeronde films maar fragment uit levens. Vooral de Italiaanse en Franse cinema hadden grote invloed. Italië zet realisme voorop, Frankrijk houdt het bij intellectuele films die een spel spelen met de toeschouwer.
Neorealisme, dagelijkse realiteit als inspiratiebron. Geen technische trucs, heel weinig montage en amateur acteurs. Luchino Visconti (1906-1976) was één van de belangrijkste regisseurs van het neorealisme met zijn La Terra Trema (1948).
Nouvelle Vague, neemt een loopje met de werkelijkheid => film is een spel. Bereikt door jumpcut montage (verspringen van beeld, dit geeft onwerkelijkesfeer. De verhalen zijn chaotisch en de filmwetten worden bewust overtreden, als benadrukking van kunstmatigheid.
Jean-Luc Godard, 1930, Franse regisseur, voorbeeld van Nouvelle Vague.
Seriële muziek, verdere ontwikkeling van de twaalftoonstechniek. Noten worden in reeksen, toonduur, sterkte, klankkleur en manier van aanslaan vastgelegd. Wiskundige manier van componeren, een denkproces, kan dus erg ingewikkeld zijn.
Karlheinz Stockhausen, 1928, schrijft Seriële muziek. Schreef Grubben (1955), zo enorm complex dat er 3 orkesten nodig zijn om het te spelen. Ook maakt hij gebruik van elektronica. In Kontakte (1959) spelen een percussionist en een pianist samen met een bandopname.

Maurice Béjart, 1927, gebruikt elektronica in balletmuziek, uit in zijn stukken alle avantgarde ideëen over muziek en dans samen. Mixt acrobatiek, Grahamdans en klassiek ballet. Niet verhalend.
Musique concrète, muziek van Pierre Schaeffer en Pierre Henry, bouwen hun muziek op met bewerkte alledaagse geluiden. Bizarre klanken, geschreeuw en vervormd omgevingsgeluid.
Swing, blanke jazz, komt over naar Europa.
Bebop, ontwikkeling van de jazz, door zwarte muzikanten. Ongepolijste, hoekige muziekstijl.
Cool jazz, tegenhanger van Bebop. Minder snel en uitgelaten. Helderheid en pure klank staan voorop, het ritme krijgt minder nadruk.
Ornette Coleman (1930), maakt Free Jazz (1960), alle regels van ritme, akkoord en solo door elkaar. Op het cd-hoesje staat een schilderij van Jackson Polluck. Hij doet met verf wat Coleman met muziek doet.
Abstract Expressionisme, Eerste Amerikaanse kunststroming. Ontstaat in New York: groots en meeslepend. Jackson Polluck is de beroemdste uit deze stroming: maakt overall-composities (zonder rangorde). Hij zoekt oerprincipes. Niet het schilderij zelf, maar de handeling waaruit het ontstaat is belangrijk. Wil direct contact met doek. ‘kosmische ruimte’.
Willen de Kooning, 1904-1997, tegenpool van Jackson Polluck, ondanks ook gebruik van klodders en vegen. Hij schakelt het denken in en overweegt zijn stappen, waarna een ontlading komt. Hij zoekt balans tussen de kille abstractie en het expressionisme. Gebruikt Amerikaanse pin-ups als inspiratiebron.
Colourfield painting, alleen gebruik gemaakt van grote kleurvlakken naast elkaar. Voorbeeld: Barnett Newman, 1905-1970. Lijkt eenvoudig, is het niet. Lagen over elkaar heen, er ontstaan diepte in de lagen. Zoekt niet het expressieve moment maar gebruikt concentratie.

Na de WO2 is Europa verdeeld in twee delen. Het Westen is beïnvloed door het Amerikaanse kapitalisme en voert abstracte kunst de boventoon. In het Oosten, onder de Russen, is het de realistische kunst die vooraanstaand is.

Cobra (Kopenhagen, Brussel, Amsterdam) 1948, zes kunstenaars (onder wie Karel Appel, 1921) schaffen alle regels en opgelegde kunstwetten af. Hun doel is kinderlijke, eenvoudige kunst. Werken voornamelijk in Parijs.
Assemblageschilderij, naast verf bestaand uit andere materialen: Vragende Kinderen 1948, van Appel. Typeert de Cobrastijl. Lijkt kinderlijk, kleurig en simpel. Toch ligt er een diepere inspiratiebron achter => beeldtaal uit prehistorie, Middeleeuwen en volkskunst, oprechtheid.
1951 => Cobra houdt op met bestaan. Kunstenaars gaan uit elkaar, maar hun werken bevatten nog steeds de Cobrastijl.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.