Dans en toneel

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 661 woorden
  • 30 januari 2002
  • 173 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
173 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
2.2 Toneel

Een tekst kun je op veel manieren brengen, je kunt iets op vele manieren zeggen. Hierbij is spraak niet alleen belangrijk: lichaamstaal speelt een grote rol: je houding, manier van kijken. Na het zien kun je zelf een oordeel vormen.
Personages worden in een stuk op een bepaalde manier duidelijk gemaakt: door mededelingen van anderen (niet altijd te vertrouwen), zelfkarakteriseringen en de relatie tot anderen (de manier van reageren, omgang met de andere personages in het spel en de manier van denken).
De kunst in een toneelstuk is om de toeschouwer mee te laten leven: er wordt op zo’n manier gespeeld en gedaan dat je je betrokken gaat voelen bij het doen en laten van de (hoofd)personage. Bij wat voor soort dan ook, op deze manier zal de toeschouwer altijd de kant van die persoon kiezen, ook al is het een moordenaar.
Een toneelstuk is niet zomaar geschreven, maar er zit meestal een bedoeling achter. Vaak gaat het over een strijd tussen een groep mensen of meerderen personen of over een innerlijke strijd. Dit wordt een dramatisch conflict genoemd. Via een handelingsverloop wordt er in de loop van de gebeurtenissen een oplossing gezocht.
· Verloop en afloop zijn altijd belangrijk en nooit toevallig gekozen.
· De personages vervullen vrijwel altijd een functie van de tekst, het heeft een betekenis
· De expliciete boodschap: soms richt de hoofdpersoon zich in een monoloog tot het publiek met zijn zeggenschap.
· De vormgeving is heel belangrijk: dit hoeft niet altijd en overal hetzelfde te zijn. De regisseur kan bepalen wat hij bij de plaats en tijd vindt passen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van theatrale elementen: grime, decor, spel, belichting, muziek etc.
Je hebt twee hoofd soorten structuur in een tekst:
De eerste:
· Er wordt begonnen met een expositie: de kijker krijgt de voornamelijk informatie.
· Motorisch moment: de handeling komt goed op gang en de spanning wordt opgevoerd.
· De gebeurtenis leidt naar een climax, waardoor er een omkeer in de situatie komt.
· Als eind is er de ontknoping, de afloop.
Deze opbouw is een artistotelisch: de eenheid van plaats en handeling moet gelijk zijn en het speelt zich af in 24 uur.
De tweede is het episch theater: de scènes zijn losse episodes naast elkaar. De scènes verspringen, de plaats, tijd en personen kunnen veranderen.
Het absurde toneel houdt geen rekening met toneelwetten, maar doet alles door elkaar.

2.5 Dans

Dans is al oud en komt voort uit godsdienstige ceremonies. Verder werd er gedanst voor ontspanning. Folklorische dansen of discodansen kunnen uitgroeien tot een voorstelling. Dans werd in West-Europa lang als zondig gezien, maar in de 16e en 17e eeuw groeide dans uit: NL danstheater, Nat. Ballet, Scapino Ballet R’dam.
Twee vormen van danstechnieken:
· Het academisch (klassiek) ballet: vaststaand systeem
· Moderne dans: veel vrijer waarin vele dansstijlen worden gecombineerd tot één stijl
Het showballet valt onder de moderne dans.
De choreograaf bedenkt de dans. Het kan echter wijzigen bij de repetities, want de dansers hebben inspraak. De muziek is heel belangrijk en moet goed bij het stuk passen. Daarnaast wordt er gedacht aan decor, kostuums en licht.
Balletdanser is heel zwaar en kost veel trainwerk. Na je 38ste krijg je geen contract meer
Solisten zijn de hoofdrolspelers die veel ruimte in een stuk hebben; halfsolisten vervullen de bijrollen; het corps ballet danst in een groep; de balletmeester geeft les, leidt repetities en assisteert de choreograaf.
Drie genres:
· Verhalend: avondvullend en de dans, kostuums, lichaamstaal, decor, muziek, licht en stijl beelden een geluid uit. In het divertissement wordt danskunst uitgebeeld en het corps ballet doet het groepswerk.
· Thematisch: geen verhaal, maar uiting van gevoelens, stemmingen of gedachtes. Het stuk bestaat uit korte stukjes
· Absolute dans: er is geen diepere betekenis: puur dans
Waar een dansvoorstelling over gaat zie je niet alleen aan de dans, maar ook vooral aan de theatrale middelen, kleding, kleurgebruik. Een dansvoorstelling hoeft ook niet altijd licht van onderwerp te zijn. Er worden ook wel eens minder leuke dingen verwerkt in de dans.

REACTIES

S.

S.

Hartelijk bedankt aan dit stuk heb ik heel erg veel gehad en kan dit zeker voor mij werkstuk gebruiken!
-xxx-jes Sandra

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.