Zintuigen en prikkels 3.1

Zintuigen en prikkels 3.1

Een prikkel is informatie uit je omgeving. Je zintuigen vangen die prikkels op. De zintuigen zitten in je oren ogen tong neus en huid. In je huid liggen er verschillende zintuigen, elk zintuig is gevoelig voor maar één soort prikkel.

Dit zijn de zintuigen IN de huid.

Warme zintuig = Hogere temp.

Koude zintuig = Lagere temp.

Tastzintuig = Hoe voelt een voorwerp aan? Is het voorwerp bijvoorbeeld hard, zacht of plakkerig?

Pijnzintuig = Zijn er voor de prikkel ‘’ pijn ‘’

Na een waarneming reageer je meestal. Bijv. Als iemand in je oor schreeuwt Je reageert op de waarneming van de prikkel ‘geluid ‘. Elke prikkel uit je omgeving wordt door je zintuigen opgevangen en doorgegeven aan je hersenen. Voordat je na een waarneming ook werkelijk iets doet, gebeurt er van alles in je lichaam. Elke zintuig zet prikkels om naar een bericht. Zo’n bericht heet een impuls. De impulsen val al die zintuigen gaan via zenuwen naar je hersenen. Je hersenen sturen het door, waardoor je lichaam reageert. Zenuwen zijn door je hele lichaam verspreid. Die zenuwen zijn via je ruggenmerg verbonden met je hersenen. Het ruggenmerg zit goed beschermd in je wervelkolom.

Je zenuwen, hersenen en ruggenmerg vormen samen je zenuwstelsel.

Zenuwen  die vanuit je zintuigen naar de hersenen lopen. Heten gevoelszenuw. Pas als de impulsen in je hersenen  aankomen, ben je je pas bewust van wat je waarneemt.                                                                   Vanuit de hersenen gaan impulsen naar je spieren. Die impulsen gaan door andere zenuwen: de bewegingszenuw

Je zintuigen sturen zoveel impulsen naar je hersenen dat ze niet op alles kunnen reageren.  ( Bijv ) Het tikken van de klok hoor je meestal niet, maar het roepen van je naam wel. Dat komt doordat het tikken van de klok steeds maar doorgaat. Je hersenen zijn na een poosje gewend aan het tikken van de klok.Als er nieuwe prikkels binnenkomen, zoals het roepen van jouw naam, dan reageren je hersenen wel. Hoe meer de informatie uit een zintuig afwijkt van datgene wat je gewend bent. Hoe belangrijker deze impulsen voor je hersenen zijn. Je hersenen besluit dan om te reageren, dus gaan ere impulsen naar je spier.

In de hersenen zijn speciale gebieden voor de impulsen die via gevoelzenuw vanuit bepaalde zintuigen binnenkomen, Je noemt zo’n gebied een hersencentrum. Andere hersencentra zijn verbonden met je spieren. Hier starten de impulsen die lang bewegingszenuwen naar je spier gaan.

Zintuigen = Nemen informatie op uit je omgeving. Elk zintuig reageert op één soort prikkel.

In je huid liggen vier typen zintuigen = Warmte zintuig, Koude zintuig, Pijn, Tastzintuig

Andere zintuigen zijn = Ogen, Oren, Het reukzintuig in je oor, en de smaakzintuig op je tong.

Van Prikkel tot reactie

• Prikkels worden door zintuigen omgezet in impulsen.
• Impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen.
• Via de zenuw sturen je hersenen impulsen naar de juiste spieren

Gevoelszenuw: Vervoeren impulsen vanaf de zintuig naar de hersenen

Bewegingszenuw: Vervoeren impulsen vanaf de hersenen naar de spieren

Zenuwstelsel: Zenuwen, Ruggenmerg, Hersenen

Om te onthouden :-)

Per zintuig is er een gebied in je hersenen waar de impulsen binnenkomen. De uitgaande impulsen naar je spieren komen ook uit bepaalde gebieden in je hersenen.