Bloed bestaat uit bloedplasma, in het bloedplasma drijven bloedcellen en bloedplaatjes.
Waar bestaat bloedplasma uit? Bloedplasma bestaat 7% uit plasma- eiwitten. Bij geneesmiddelen worden deze ook vervoert door het bloedplasma.
Een van de plasma-eiwitten is fibrinogeen.
Fibrinogeen dient een functie een functie bij de bloedstolling.
Welke stoffen vervoert bloedplasma? Bloedplasma vervoert: zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, regelende stoffen en beschermende stoffen.
Waar bestaan voedingsstoffen uit? Voedingsstoffen bestaan uit glucose, mineralen en vitamines. En verteringsproducten: koolhydraten, eiwitten en vetten.
Waar bestaan afvalstoffen uit? Afvalstoffen bestaan uit koolstofdioxide.
Wat zijn regelende stoffen en waar bestaan deze uit? Regelende stoffen bestaan uit hormonen en enzymen, deze processen regelen alles in je lichaam.
Waar bestaan beschermende stoffen uit? Uit antistoffen zoals eiwitten.
Rode bloedcellen
Kenmerk: Kleine ronde schijfjes die in het midden dunner zijn dan aan de rand, hebben geen celkern. Bevatten hemoglobine (rode kleurstof die vervoeren van zuurstof makkelijk maakt)
Functie: Vervoeren van zuurstof
Waar worden ze gevormd? In het rode beenmerg.
Hoeveel per mm3? 5.000,000 rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Kenmerk: geen vaste vorm kunnen daarom makkelijk door kleine openingen, hebben wel een celkern.
Functie: maken ziekteverwekkers onschadelijk (meestal) en ruimen dode cel resten op
Waar worden ze gevormd?: Worden gevormd in het rode beenmerg
Hoeveel per mm3? 5000 witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Kenmerk: Delen zonder celkern van uiteengevallen cellen
Functie: bloedstolling
Waar worden ze gevormd?: Worden gevormd in het rode beenmerg
Wat is bloedarmoede? Bij bloedarmoede bevat het lichaam te weinig rode bloed cellen of de rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine, hierdoor voel je je vaak duizelig en of heb je hoofdpijn
Wat is leukemie? Bij leukemie word in het rode beenmerg abnormaal veel witte bloedcellen geproduceerd, dit is een vorm van kanker.
Wat is bloederziekte? Bloeder ziekte is een erfelijke afwijking waardoor het bloed niet goed stolt, komt vaak voor bij de mannen
Rechterboezem: Ontvangt zuurstofarm bloed uit de onderste en bovenste holle ader voert dit door naar de rechterkamer – weinig gespierde wang
Rechterkamer: pompt zuurstofarm bloed in de longslagader – weinig gespierde wang
Linkerboezem: ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longaders en voert door naar linkerkamer- weinig gespierde wand
Linkerkamer: pompt zuurstofrijk bloed in de aorta – zeer gespierde wang
Harttussenwand: scheidt de linker- en rechter hart helft
Hartkleppen: kleppen tussen boezems en kamers, verhinderen het terugstromen van bloed van kamers naar boezems
Halvemaan vormige kleppen: Kleppen aan het begin van de longslagader en aorta, verhinderen het terugstromen van bloed uit de longslagader en aorta naar de kamers.
Kransslagaders: aftakkingen van de aorta, hierdoor stroomt bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier,
Krans aders: Hierdoor stroomt bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg uit de spier.
Hoe werkt het hart?
De boezems trekken zich samen, hierdoor stroomt bloed naar de kamers vervolgens gaan de hart kleppen open en de halve maan vormige kleppen zijn dicht
Daarna trekken de kamers zich samen, de hartkleppen zijn dicht en de druk in de kamers stijgt vervolgens gaan de halvemaanvormige kleppen open ten slotte word het bloed in de longslagader en de aorta gepompt.
Daarna is er een hartpauze: boezems en kamers ontspannen zich, bloed stroomt vanuit de holle aders en longaders naar de boezems en kamers, hartkleppen zijn open maar de halvemaanvormige zijn dicht.
Ten slotte de hartritme: De impulsen die het hart samentrekken ontspan in het hart zelf en het zenuwstelsel en hormonen kunnen dit beïnvloeden, bij lichamelijke inspanning word het hartritme verhoogd waardoor je hart sneller gaat kloppen.
Er zijn 3 type bloedvaten:
Slagaders: stroomt bloed van hart weg, hoge bloeddruk, dikke stevige en elastische wand, slag merkbaar id pols, diep in het lichaam gelegen, begin van longslagader en aorta
Haarvaten: wand van 1 cellaag dik, vocht met opgeloste stoffen en witte bloedcellen kunnen door de wand de haarvaten verlaten
Aders: stroomt bloed naar hart toe dus lage bloeddruk. dunne wand, geen slag merkbaar, ondiep in het lichaam, kleppen verhinderen dat het bloed terugstroomt
n dubbel bloedsomloop? Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart.
-
Kleine bloedsomloop: rechterkamer, longslagaders, longaders, linkerboezem
-
Grote bloedsomloop: linkerkamer, aorta, armslagaders, armaders, halsslagaders, halsaders, leverslagader, leverader, darmslagader, poortader, nierslagaders ,nieraders, beenslagaders, beenaders, onderste holle ader, bovenste holle ader, rechterboezem.
Zuurstofgehalte van het bloed: slagaders kleine bloedsomloop zuurstofarm bloed, aders vd kleine bloedsomloop zuurstofrijk bloed. Slagaders grote bloedsomloop zuurstofrijk, aders grote bloedsomloop zuurstofarm.
Glucosegehalte: poortader treden grootste schommelingen op, bij meeste organen is het glucosegehalte van het bloed in de slagader hoger dan de bijbehorende ader, leverader vorm hierdoor een uitzondering doordat de lever het glucosegehalte van het bloed constant houd: het glucosegehalte van het bloed in de leverader is hoger dan de rest van de aders, In de onderste holle ader word het glucoserijke bloed uit de leverader gemengd met het glucosearme bloed dat afkomstig is van andere organen.
Bloeddruk: hoogst in de aorta, van slagaders naar aders neemt voortdurend af.
Lage bloeddruk: vaak last van hoofdpijn en duizelingen
Hoge bloeddruk: veroorzaakt kans op hart- en vaat ziekten
Wat is aderverkalking en hoe ontstaat het? Vernauwing van bloedvaten door een hoog cholesterolgehalte. Gevolg: mogelijke overbelasting van het hart.
Wat is een hartinfact en hoe ontstaat het? Een deel van de hartspier krijgt geen zuurstof en voedingsstoffen meer, door kransslagader en of een vertakking ervan is verstopt geraakt. Gevolg: deel van hartspier sterft af, kan dodelijk zijn.
Wat is een beroerte en hoe ontstaat het? Een deel van de hersenen krijgt geen zuurstof en voedingsstoffen meer doordat een deel van de hersenen is verstopt, of een bloedvat id hersenen is kapot gegaan. Gevolg: deel vd hersenen sterft af, kan dodelijk zijn.
Wat is een hartritmestoornis en hoe ontstaat het? Langdurige verstoring van het normale hartritme vaak doordat er storingen zijn gaan optreden bij de impulsen vt hart. Door aanhoudende stress. Gevolg: verminderde hartwerking en soms hartstilstand
Wat is een hartvergroting en hoe ontstaat het? Toename van de dikte van het hartspierweefsel, door voortdurende zware belasting gevolg is het hart kan per hartslag meer bloed wegpompen
Weefselvloeistof: ontstaat doordat in de haarvaten vocht uittreedt.
Bevat: zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen, antistoffen en hormonen, kan soms witte bloedcellen bevatten.
Functie: zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen toevoeren en koolstofdioxide en andere afvalstoffen van de cellen wegvoeren.
Lymfe bevat: zuurstofarm voedingsstoffen, koolstofdioxide, en andere afvalstoffen, antistoffen en hormonen, kan witte bloedcellen bevatten.
Verenigen zich tot grotere lymfevaten, lymfevaten bevatten kleppen.
Lymfeknopen zuiveren de lymfe o.a ziekteverwekkers
Samenvatting thema 8
Inwendig milieu: weefselvloeistof en bloedplasma
Het constant houden van de samenstelling van het inwendige milieu vind plaats dor opname, opslag en uitscheiding van stoffen, hormonen zintuigen en zenuwcellen spelen hierbij een belangrijke rol. Opname: een tekort aan bepaalde stoffen wordt voorkomen doordat regelmatig stoffen worden opgenomen uit het uitwendige milieu.
Opslag: stoffen waarvan een teveel aanwezig is in het inwendige milieu worden in bepaalde organen opgeslagen.
In lever en in de spieren: glucose. In gele beenmerg van pijpbeenderen en onderhuidse bindweefsel: vet
Kunnen in gewijzigde vorm weer in het inwendige milieu komen Glycogeen> glucose
Uitscheiding: overtollige en of schadelijke afvalstoffen worden aan het inwendige milieu onttrokken en uit het lichaam verwijderd.
Nieren: urine met water, ureum en zouten. Lever: gal met galkleurstof. Longen: co2
Bij een hoog glucosegehalte van het bloed wordt in de lever glucose omgezet in glycogen, glycogeen word opgeslagen. Bij een laag glucosegehalte word glycogeen omgezet in glucose.
Produceren van het bloedeiwit fibrinogeen, en afbreken overtollige eiwitten ( hierdoor ontstaat giftige stof ureum) & produceren van gal, afbreken dode rode bloedcellen, opslag van mineralen, ontgifteging van het bloed.
Wat is hepatitis? Ontsteking van de lever veroorzaakt door virussen of giftige stoffen
Hepatitis A: veroorzaakt door een virus bijv in voedsel of water, verschijnselen: vermoeidheid verminderde eetlust hoofdpijn en overgeven.
Hepatitis B: wordt veroorzaakt door een virus dat via bloed sperma of vocht uit de vagina word overgebracht. Verschijnselen: zelfde als bij A en later miss leverkanker of levercirrose
Wat zijn de functies van de nieren en de urinewegen? Uitscheiding van overtollig water, overtollige zouten, afvalstoffen en schadelijke stoffen dit bij elkaar heet urine.
Delen van de nier zijn: nierschors en niermerg: vorming van urine en nierbekken verzamelen van urine. Delen van de urinewegen: urineleider: afvoer van urine naar de urineblaas, urineblaas: tijdelijke opslag van urine, urinebuis: afvoer van urine naar buiten.
De huid: opperhuid en lederhuid. Opperhuid: hoornlaag en kiemlaag, geen bloedvaten.
Hoornlaag dode celresten ter bescherming voor uitdroging of beschadiging of infecties
Kiemlaag levende cellen en pigment beschermt tegen uv stalen delen zich voortdurend
Lederhuid: bloedvaten, haarspiertjes, zweetklieren, zenuwen & zintuigen
Onderhuidse bindweefsel: opslag van vet in vetcellen
Warmteproductie komt door verbranding, warmteafgifte via bloed dat door de huid stroomt en via zweet dat verdampt word. ( bescherming tegen stijging vd lichaamstemp)
Bloedvaten worden wijder, de zweetklieren gaan meer zweet produceren en warmteproductie neemt toe door verbranding.
Antigenen zijn stoffen die niet in het lichaam thuishoren.
Infectie: ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen – witte bloedcellen maken een antistof waar door de ziekte verwekker onschadelijk word gemaakt, 1 type antistof kan maar 1 type lichaamsvreemde stof hechten
Immuniteit: na een infectie blijft de antistof tegen de ziekte verwekker in het bloed aanwezig of word de volgende keer deze antistof snel gemaakt
Natuurlijke immuniteit: doordat je zelf die ziekte doormaakt
Kunstmatige immuniteit: je word hiervoor ingeënt persoon maakt zelf antistoffen
Passieve immunisatie: je maakt zelf geen antistoffen het zit al in de serum dat is ingeënt.
Transplantatie: een aangetast weefsel of orgaan wordt vervangen door een ander weefsel of orgaan.
Xenotransplantatie: de transplantatie van dierlijke organen naar mensen ( miss id toekomst mogelijk )
Auto-immuunziekte: ziekte waarbij het afweersysteem een lichaamseigen eiwit niet meer herkent (reuma)
Bloedgroep A heeft antistof B
Bloedgroep B heeft antistof A
Bloedgroep AB heeft geen antistof
Bloedgroep O heeft antistof A en B
RH+ bevat je het resusfactor
Als RH+ met Rh- in contact komt verloopt het antiresus langzaam’
Als je zwanger bent met van een kind met RH+ en je bent zelf RH- is dit niet schadelijk maar bij je volgende zwangerschap wel.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
Dit is geen antwoord op mijn vraag mijn vraag was kan de rode kleurstof van bieten voorkomen in een nierslagader of poortader
8 jaar geleden
Antwoorden