Thema 7

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 1170 woorden
  • 20 april 2011
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
36 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Basisstof 1 : het zenuwstelsel

• Het zenuwstelsel bestaat uit :

- Het centrale zenuwstelsel → hersenen (grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam) en ruggenmerg.

- Zenuwen.

• Functie van de hersenzenuwen → delen van hoofd en hals verbinden met de hersenstam.

• Functie van de ruggenmergzenuwen → delen van de romp en ledematen verbinden met het ruggenmerg.

• Functies van het zenuwstelsel :

- Verwerken van impulsen afkomstig van zintuigen.

- Regelen van de werking van spieren en klieren.

Basisstof 2 : zenuwcellen en zenuwen

• De bouw van het zenuwstelsel :

- Cellichaam met celkern.

- Uitlopers die impulsen naar het cellichaam toe geleiden.

- Uitlopers die impulsen van het cellichaam af geleiden.

• Een zenuw is een bundel uitlopers van zenuwcellen, omgeven door een stevige en beschermde laag.

• Elke uitloper van een zenuw is omgeven door een isolerend laagje.

• Gevoelszenuwcellen :

- Functie : impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel geleiden.

- De cellichamen liggen vlak bij het centrale zenuwstelsel.

- Ze hebben 1 lange uitloper die impulsen naar het cellichaam toe geleidt.

• Bewegingszenuwcellen :

- Functie : impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren geleiden.

- De cellichamen liggen in het centrale zenuwstelsel.

- Ze hebben 1 lange uitloper die impulsen van het cellichaam af geleidt.

• Schakelcellen :

- Functie : impulsen binnen het centrale zenuwstelsel geleiden.

- Ze liggen helemaal in het centrale zenuwstelsel → grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg.

Basisstof 3 : het centrale zenuwstelsel

• De hersenen bestaan uit de grote hersenen, de kleine hersenen & de hersenstam.

• Bouw grote- & kleine hersenen :

- Schors : aan de buitenkant – grijs van kleur – bevat veel cellichamen van schakelcellen.

- Merg : aan de binnenkant – lichter van kleur – bevat veel uitlopers van schakelcellen.

• Functies van de grote hersenen :

- Verwerken van impulsen afkomstig van zintuigen (bewuste gewaarwordingen).

- Regelen van gewilde bewegingen (bewuste reacties).

• Hersencentra → delen van de grote hersenen met speciale functies :

- In gevoelscentra (bijvoorbeeld : gehoorcentra, gezichtscentra) worden binnenkomende impulsen verwerkt : de plaats waar impulsen aankomen en worden verwerkt, bepaalt van welke prikkel je je bewust word.

- In bewegingscentra (bijvoorbeeld : schrijfcentra, spreekcentra) ontstaan impulsen voor gewilde bewegingen (bewuste reacties).

• Functies van kleine hersenen :

- Coördineren van bewegingen (onder andere : je balans houden, evenwicht bewaren).

• Functies van de hersenstam :

- Geleiden van impulsen van het ruggenmerg naar de grote- & kleine hersenen en omgekeerd.

- Geleiden van impulsen van zenuwen in hoofd en hals naar de grote- & kleine hersenen en omgekeerd.

- Geleiden van impulsen in reflexbogen van hoofd en hals.

Basisstof 4 : alcohol

• Gevolgen van alcohol op kort termijn :

- Loskomen : je wordt vrolijker & minder verlegen (of neerslachtig & agressief).

- Aangeschoten : je krijgt meer zelfvertrouwen, maar je kunt minder goed waarnemen : je reactievermogen neemt af.

- Dronken : je ziet slecht, je kunt je bewegingen moeilijk beheersen & je kunt je later vaak niets meer herinneren.

- Kater : je hebt erge dorst en hoofdpijn & je moet soms overgeven.

• Gevolgen van alcohol op lang termijn :

- Je moet steeds meer alcohol drinken om het zelfde effect te krijgen.

- Je raakt verslaafd, kunt niet meer zonder alcohol.

- Geestelijke afhankelijkheid : je hebt alcohol nodig om je lekker te voelen of om tot rust te komen.

- Lichamelijke afhankelijkheid : als je stopt met alcohol krijg je ontwenningsverschijnselen.

- De lever, hersenen, maag & hart kunnen beschadigd raken.

- Het geheugen kan geheel verdwijnen.

Basisstof 5 : de weg die impulsen afleggen

• Een reflex is een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel :

- De snelheid is vaak nodig om het lichaam te beschermen tegen beschadigingen.

- Reflexen hebben een functie bij het handhaven van bepaalde houdingen & bij bewegingen van het lichaam.

• Voorbeelden van reflexen :

- Terugtrekreflex

- Kniepeesreflex

- Ooglidreflex

- Pupilreflex

• Reflexboog :

- Onder invloed van prikkels ontstaan in zintuigcellen impulsen.

- Via gevoelszenuwcellen worden de impulsen naar schakelcellen in het ruggenmerg of in de hersenstam geleid.

- Schakelcellen geleiden impulsen direct door naar bewegingszenuwcellen.

- Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar spiercellen waardoor spieren zich samentrekken.

- De reflexbogen van hoofd & hals verlopen via de hersenstam.

- De reflexbogen van romp & ledematen verlopen via het ruggenmerg.

Basisstof 6 & 7 : het hormoonstelsel & hypofyse, schildklier en bijnieren

• Het hormoonstelsel bestaat uit de hormoonklieren die hormonen produceren.

- Veel hormoonklieren hebben geen afvoerbuis : de hormonen worden afgegeven aan het bloed.

- Hormonen regelen de werking van weefsels & organen die er gevoelig voor zijn.

- Hormonen zijn o.a. van invloed op de stofwisseling , voortplanting, groei & ontwikkeling.

• Ligging van de belangrijkste hormoonklieren :

- Hypofyse: onder tegen de hersenen aan, tussen de beide hersenhelften in.

- Schildklier: in de hals, voor het strottenhoofd tegen de luchtpijp aan.

- Eilandjes van Langerhans: in de alvleesklier.

- Bijnieren: als kapjes op de nieren.

- Eierstokken: in de buikholte.

- Teelballen: in de balzak.

• De hypofyse produceert groeihormoon & hormonen die de werking van andere hormoonklieren beïnvloeden.

- Groeihormoon stimuleert de groei van de beenderen van het skelet.

- Een hormoon uit de hypofyse stimuleert de productie van schildklierhormoon door de schildklier.

- Hormonen uit de hypofyse beïnvloeden de eierstokken & teelballen.

• De schildklier produceert schildklierhormoon.

- Schildklierhormoon beïnvloedt de stofwisseling. Het stimuleert de verbranding in cellen & de groei/ ontwikkeling.

- Voor de vorming van schildklierhormoon is jood nodig. Bij gebrek aan jood kan struma ontstaan.

• De bijnieren produceren adrenaline.

- Adrenaline komt vrij bij woede, angst & schrik.

- Onder invloed van adrenaline stijgt het glucosegehalte van het bloed. Ook worden de hartslag en ademhaling versneld.

Basisstof 10 : het ruggenmerg

• Bouw van het ruggenmerg:

- Schors: aan de buitenkant, licht van kleur, bevat veel uitlopers van schakelcellen.

- Merg (vlindervormig): aan de binnenkant, grijs van kleur, bevat veel cellichamen van schakelcellen & van bewegingszenuwcellen.

• Aan de rugzijde komen uitlopers van gevoelszenuwcellen het ruggenmerg binnen.

- De cellichamen van gevoelszenuwcellen liggen in de verdikkingen (zenuwknopen) vlak bij de rugzijde van het ruggenmerg.

• Aan de buikzijde verlaten uitlopers van bewegingszenuwcellen het ruggenmerg.

• Functies van het ruggenmerg:

- Geleiden van impulsen van zenuwen in de romp& ledematen naar de hersenen& omgekeerd.

- Geleiden van impulsen in reflexbogen van romp & ledematen.

Basisstof 11 : de eilandjes van Langerhans

• De eilandjes van Langerhans produceren insuline & glucagon.

- Insuline & glucagon regelen het glucosegehalte van het bloed (bloedsuikerspiegel). Het glucosegehalte wordt min of meer constant gehouden.

- Bij een hoog glucosegehalte van het bloed produceren de eilandjes van Langerhans veel insuline. Onder invloed van insuline wordt in de lever & in spieren glucose omgezet in glycogeen. Glycogeen wordt opgeslagen.

- Bij een laag glucosegehalte van het bloed produceren de eilandjes van Langerhans veel glucagon. Onder invloed van glucagon wordt in de lever & in de spieren glycogeen omgezet in glucose. De glucose wordt opgenomen in het bloed.

• Suikerziekte (diabetes): er wordt te weinig insuline gevormd, waardoor het glucosegehalte van het bloed te hoog wordt.

- Er wordt dan glucose uitgescheiden met de urine.

Verrijkingsstof 1 : drugs

• Softdrugs:

- Lichtverslavende werking.

- Matig gebruik geeft plezierig effect.

- Meer gebruik : licht in je hoofd (high), je reactie vermogen neemt af, armen & benen kunnen heel zwaar voelen (stoned).

• Harddrugs:

- Sterk verslavende werking.

- Geestelijk & lichamelijk afhankelijk.

- Afkicken → ontwenningsverschijnselen : koorts, pijn, misselijkheid & slapeloosheid.

REACTIES

H.

H.

Ha wat een mooie samenvatting heb jij zeg!

Prachtig

14 jaar geleden

N.

N.

Hele goede samenvatting! Heb er veel aan! Dankjewel!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.