Thema 6 erfelijkheid en evolutie. Argumenten voor de evolutietheorie.

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 134 woorden
  • 19 april 2012
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
9 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Argumenten voor de evolutietheorie.

>Fossielen= versteende overblijfselen van organismen, of afdrukken van organismen in gesteenten.

Afbeelding 28 tekstboek blz 220: ontstaan van fossielen.

Sommige soorten organismen hebben alleen in een bepaalde periode geleefd en zijn daarna uitgestorven.

>voorste ledematen (arm. voorpoot) van een mens - vleermuis - mol hebben een grote overeenkomst in bouw (zelfde bouwplan).

De functie van deze voorste ledematen is verschillend.

>Rudimentaire organen.

Deze organen hebben door verandering van het milieu hun functie verloren.

Ze komen niet meer of nauwelijks meer tot ontwikkeling.

Voorbeelden van rudimentaire organen: blinde darm mens, staartwervels mens, pootresten bij reuzenslangen.

Het is aannemelijk dat verschillende soorten organismen een gemeenschappelijke voorouder hebben.

>Overeenkomst in embryonale ontwikkeling.

Verschillende soorten gewervelde dieren hebben waarschijnlijk een gemeenschappelijke voorouder.

>Celdelingen verlopen bij vrijwel alle organismen op dezelfde manier.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.