Thema 4

4 functies van het skelet: 1 stevigheid 2 vorm 3 beweging 4 bescherming
het verschil tussen been en kraakbeen is dat bij kraakbeen minder kalkzouten zorgen voor stevigheid in zitten en meer lijmstoffen zitten en die zorgen voor buigzaamheid. Tussencelstof zorgt ervoor dat kraakbeen stevig is maar toch buigzaam. Beenderen zijn op verschillende manieren verbonden zoals 1 door vergroeide botten 2 door een naad 3 door kraakbeen en 4 door gewrichten. Een gewricht wordt gevormd door twee botten. Die hebben een gewrichtskogel en een gewrichtskom. Die worden bedekt door een kraakbeenlaagje daardoor kan het soepel bewegen. Ze worden vastgehouden door het gewrichtskapsel daarin zit gewrichtssmeer en kunnen ze soepel bewegen. Om de gewrichtskapsel zit de gewrichtsband en die houd de botten op hun plaats. Er zijn 3 typen gewrichten 1 rolgewricht 2 kogelgewricht 3 scharniergewricht
Als uitzondering is er nog een zadelgewricht. Die zit bij de duim daardoor heeft de duim een grijpfunctie. Door je spieren kun je bewegen. Alle spieren samen zijn het spierstelsel. Een spier zit met een pezen aan je bot vast. De plaats waar het vast zit heet het aanhechtingsplaats. Je armbuigspier wordt biceps genoegt en je armstrekspier triceps. Als er spieren het tegengestelde effect hebben noemen we het antagonisten. Bij veel mensen is de lichaamshouding verkeerd. De wervelkolom lijkt op 2 s’en . dat noemen we een dubbele s vorm. Deze vorm wordt stand gehouden door de spieren. Als je fout tilt dan zet je al je gewicht op je rugspieren en die kunnen daardoor overbelast raken. Lichaamsbeweging is goed voor je rug. En je krijgt er een goede conditie van. En ontspanning is ook heel goed voor je rug. Een blessure is een pijnlijke plek na een val of een klap in je spier (meestal een scheurtje). Door een plotselinge beweging kan je een spierscheuring oplopen als dat in je kuit zit wordt het een zweepslag genoemd. Je kan op verschillende manieren spierpijn krijgen, zoals door slapen of tocht of als je ineens gaat hardlopen. Je kan ook aan de gewrichten en pezen een blessure oplopen. Als je botten zijn gebroken worden ze weer goed gezet dat heet gezet en dat kan je been weel heel worden. Tussen je botten van je been zit kraakbeen dat wordt meniscus genoemd. Als dat scheurt doet dan heel heel erg pijn. Belangrijke vragen voor proefwerk. 1 wat is een kneuzing. 2 waarom wordt een gekneusde plek behandeld met ijs. 3 wat is er aan de hand als je je voet verzwikt. 4 wat is er aan de hand bij een ontwrichting. 5 wat is er aan de hand bij een tennisarm. 6 wat is er aan de hand bij een achillespeesontsteking. 1= dat als er iets is beschadigt zonder dat het gebroken is of gescheurd. 2= dat vermindert de pijn en kan het in rust genezen. 3= een kneuzing aan een gewricht je hebt je kapselbanden te ver uitgerekt. 4= dan schiet de gewrichtskogel uit de gewrichtskom en moet dan weer worden teruggeduwd. 5= de arm is overbelast en is bij de aanhechtingsplaats ontstoken. 6= dat is als de aanhechtingsplaats ontstoken en als de pees te veel word belast komt er een scheur en moet het worden gehecht. Fontanellen is een soort plakband maat dan plaatjes die de schedel van een pasgeboren kind bij elkaar houd en na een half jaar helemaal is vastgegroeid. Tussenwervelschijven zijn de stukjes kraakbeen tussen de wervels van de wervelkolom. Tussenwervelschijven zorgen ervoor dat je voorover kan buigen