Thema 2: voeding & vertering

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 1642 woorden
  • 8 december 2010
  • 542 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
542 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

SAMENVATTING BIOLOGIE

Thema 2: Voeding & Vertering


Basisstof 1: Voedings middelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen: alle producten die je eet of drinkt

Dierlijke voedings middelen: producten afkomsting van een dier of van producten van dieren.

Voedingsstoffen: de bruikbare bestandsdelen van voedingsmiddelen

Voedingsvezel: alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel

Voedingsstoffen kunnen in je lichaam verschillende functies vervullen:

• Bouwstoffen: zijn nodig voor groei en ontwikkeling van het lichaam en voor herstel bij verwondingen en beschadigingen. Met behulp van bouwstoffen kan je lichaam nieuwe cellen en weefsels maken (voorbeelden: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines ((alles dus)) )

• Brandstoffen: leveren energie. Voor verbranding(en) in e lichaam zijn brandstoffen nodig die energie leveren. Alle organen hebben brandstof nodig voor de energie om te kunnen functioneren. Ook voor het op peil houden van je lichaamstemparatuur heb je bouwstoffen nodig voor de energie. Ook voor groei, ontwikkeling en herstel van je lichaam is dit nodig. (voorbeelden: eiwitten, koolhydraten, vetten ((alles behalve water, mineralen & vitamines)) )

• Reservestoffen: zijn niet direct nodig als bouwstoffen of brandstoffen. Ze worden opgeslagen in sommige delen van je lichaam (vet) (voorbeelden: koolhydraten & vetten.

Er zijn 6 soorten voedingsstoffen:

 Eiwitten:

• Functies: vooral bouwstoffen, ook brandstoffen

• Eiwitten: kunnen niet als reservestoffen dienen.

 Koolhydraten:

• Functies: vooral brandstoffen, ook bouwstoffen en reservestoffen

• Voorbeelden: glucose suiker zetmeel

 Vetten:

• Functies: vooral brandstoffen, ook bouwstoffen en reservestoffen

• Vetten: kunnen o.a onder de huid worden opgeslagen

 Water:

• Functie: bouwstof

• Water is o.a belangrijk bij het vervoeren van stoffen in het lichaam

 Mineralen (zouten)

• Functies: bouwstoffen en beschermende stoffen

• Voorbeeld: kalkzouten voor de opbouw van beenderen

 Vitamines:

• Functies: bouwstoffen en beschermende stoffen

• Vitamines worden aangegeven met een letter (A,B,C,D)


Basisstof 2: het aantonen van zetmeel
Joodoplossing is een indicator voor zetmeel

Indicator: is een stof waarmee je een andere stof aantoont


Basisstof 3: gezonde voeding
Goede voeding is nodig voor een goede gezondheid. De basis van gezonde voeding is variatie. Alle producten die je eet kunnen een bijdragen leveren aan goed voeding, als je ze maar in de juiste verhoudingen en de juiste hoeveelheden gebruikt. Voedselvergiftiging, is een infectie die optreedt door het eten van voedsel dat is besmet met chemische stoffen, bacteriën of andere ziekteverwekkers.

ADVIEZEN VOOR GEZONDE VOEDING:

1. Eet gevarieerd

• Kies elke dag iets uit ieder vak van de schijf van vijf

2. Eet niet te veel en beweeg genoeg

• Een goed dagmenu bestaat uit drie maaltijden en niet meer dan drie of vier keer iets tussendoor

• Gebruik niet te veel vet, suiker en vet.

3. Eet minder verzadigd vet

• Gebruik weinig verzadigd vet. Vooral dierlijk vet is verzadigd vet.

• Kies halvarine in een kuipje, vloeibaar vet en olie.

4. Eet veel groente, fruit en brood

• Groente, fruit en brood bevatten weinig energierijke stoffen en veel voedingsstoffen. Ze geven snel een verzadigd gevoel.

5. Ga veilig met uw voedsel om

• Voorkom voedselvergiftiging door goede voedselhygiëne.

DE SCHIJF VAN VIJF

• VAK 1

Eet dagelijks veel groente en fruit. Deze producten leveren vooral vitamine C en voedingsvezel

• VAK 2

Eet veel brood en aardappelen (of rijst, macaroni, spaghetti, peulvruchten, couscous) deze voedingsmiddelen leveren vooral zetmeer, plantaardige eiwitten, vitamines, mineralen en voedingsvezel.

• VAK 3

Drink dagelijks melk en kaas (of andere melkproducten) en vlees(waren), kip, vis, ei, tahoe, tempé of andere vleesvervangers. Voedingsmiddelen uit vak 3 leveren vooral (dierlijke) eiwitten, vitamins en mineralen (o.a kalk ijzer).

• VAK 4

Eet dagelijks margarine, halvarine of olie. Deze voedingsmiddelen leveren vooral vetten en vitamines.

• VAK 5

drink dagelijks voldoende vocht.


Thema 4: hoeveel moet je eten en drinken?
Het is niet alleen belangrijk wat je eet en drinkt, maar ook hoeveel.

GEHEUGEN STEUNTJE:

PLAATJE NIET BESCHIKBAAR

(SORRY!)

Denk eraan, het is maar een gemiddelde! Misschien heb jij iets meer of iets minder nodig of juist meer.

GEMIDDELDE ENERGIEBEHOEFTE:
Hoeveel energie een persoon per dag nodig heeft, ligt aan verschillende factoren zoals; het geslacht, de leeftijd, de lichaamsgrootte en de lichamelijke inspanning. Jongens / manne hebben in het algemeen meer energie nodig dan meisjes / vrouwen. Zolang je in de groei bent, neemt je energie behoefte toe.

Verstandig lijnen:

Manier 1 is het minst streng, manier 5 is de strengste manier.

1. eet normale hoeveelheden en sport meer.

2. Als je een tussendoortje neemt, kies er dan een met weinig vet en koolhydraten.

3. Eet alleen de aanbevolen hoeveelheden. Dat betekent vaak: meer brood, meer fruit, meer groente, minder beleg en minder vet / vlees

4. Eet van de aanbevolen hoeveelheden alleen de kleinste hoeveelheid

5. Eet helemaal geen tussendoortjes. Droml we; vp;dpemde water, thee of koffie zonder suiker, of lightfrisdranken.


Thema 5: eerlijk zullen we alles delen.
ONDERVOEDING

Een mens heeft voedsel nodig om in leven te blijven.

In nederland is er voor iedereen genoeg voedsel, en hoeft niemand honger te lijden.

Dat geldt niet in alle landen van de wereld.

Vooral in ontwikkelingslanden lijden veel mensen aan ondervoeding.

Deze mensen eten steeds te weinig, doordat er niet genoeg voedsel is of doordat ze niet genoeg voedsel kunnen kopen.

De min. Hoeveelheid energie die een volwassene nodig heeft om in leven te blijven, is ongeveer 1700 kcal per dag.

Dat is alleen voldoende voor iemand die haast geen activiteiten verricht.

Kinderen krijgen opgezwollen buikjes door eiwittekort.

Je kan ook ondervoeding krijgen door te veel junkfood, omdat junkfood te weinig voedingsstoffen bevat.

OVERBEVOEDING ( OVERGEWICHT )

Het vele en vette eten in nerderland en andere westerse landen heeftvaak overvoeding tot gevolg.

Door het vele en vette eten slaan mensen te veel vet als reservestof op.

We spreken dan van overgewicht.

In nederland is het aantal mensen met overgewicht sterk toegenomen.

Mensen met overgewicht zijn vaker ziek dan andere en hebben een grotere kans op allerlei ziekten zoals hart- en vaatziekten.


Thema 6: het verteringsstelsel
• Vertering: het omzetten van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden opgenomen.

• Eiwitten: de meeste koolhydragten (o.a suiker en zetmeer) en vetten worden verteerd.

• Glucose, mineralen, vitamines en water hoeven niet te worden verteerd

• Vertering vind plaats met behulp van verteringssappen.

• Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren.

• Veel verteringssappen bevatten enzymen.

• Enzymen: stoffen die scheikundige processen versnellen.

• de enzymen in verteringssappen zorgen ervoor dat de vertering snel verloopt.

• Darmperistaltiek: het afwisselend samentrekken en ontspannen van kringspieren en lengtespieren in de wand van het hele darmkanaal.

• Functies: de voedselbrij verplaatsen, kneden en vermengen met de verteringssappen.

Thema 7: het gebit
• Uitwendige bouw van een tand of kies:

• Kroon: deel dat buiten de kaak uitsteekt

• Wortel(s): deel in de kaak.

• Inwendige bouw van een tand of kies

• Tandbeen

• Tandholte: holte in het tandbeen waarin bloedvaten en zenuwen liggen

• Glazuur: zeer harde laag om het tandbeen van de kroon

• Cement: laagje om het tandbeen van de wortel(s)

• Wortelvlies: bevestigd de tand of kies in de kaak ( de kaak is bedekt met tandvlees)

• Snijtanden & hoektanden: dienen om stukken van het voedsel af te bijten.

• Hoektanden zijn iets puntiger dan snijtanden.

• Kiezen: dienen voor het fijnmalen van voedsel.

• Kiezen: hebben een knobbelige bovenkant

• Melkgebit.

• Ontstaat tussen een half jaar en twee jaar

• In iedere kaakhelft zitten 2 snijtanden, 1 hoektand en 2 kiezen

• Tandformule: 2 – 1 – 2

2 – 1 – 2

• Blijvendgebit.

• Ontstaat vanaf ongeveer 6 jaar door vervanging van het melkgebit (wisselen).

• In iedere kaakhelft zitten 2 snijtanden 1 hoektand en 5 kiezen, waarvan 1 verstandkies (in totaal heb je 4 verstandskiezen)

• Tandplak: een dun laagje aanslag dat zich dagelijks op de tanden en kiezen afzet.

• Tandplak: bestaat uit bacteriën, etensresten en speeksel

• Gevolgen van tandplak:

• Bactieriën in tandplak zetten suiker uit het voedsel om in zuur. In het zuur lost het glazuur van tanden en kiezen op.

• Bacteriën in tandplak kunnen tandvlees ontstekingg verookzaken. Daardoor kunnen de wortelvliezen ontstoken raken, zodat de tanden en de kiezen losraken.

• Tandplak: kan verkalken tot tandsteen. Tandsteen kun je niet zelf verwijderen.

• Je kunt tandplak tegen gaan door:

• Dagelijks twee keer per dag op de juiste manier te poetsen

• Niet vaker dan driemaal per dag een tussendoortje te gebruiken.


Thema 8: de organen voor vertering
• Mondholte met gebit en speekselklieren.

• Functie gebit: het voedsel in kleine stukjes verdelen (kauwen), zodag het beter in te slikken is. Ook wordt het oppervlak van het voedsel vergroot, zodat enzymen op een groter oppervlak kunnen inwerken.

• Functie speekselklieren: speeksel produceren.

• Slokdarm

• Functie: het voedsel verplaatsen van de keelholte naar de maag.

• Maag

• Functie: het voedsel tijdelijk opslaan.

• Maagportier: kringspier die de maag afsluit.

• Maagsapklieren: produceren maagsap.

• Lever

• Funtie: gal produceren

• Gal: wordt tijdelijk op geslagen in de galblaas en afgevoerd via de galbuis

• Alvleesklier:

• Functie: alvleessap produceren

• Twaalfvingerige darm.

• Functie: gal en alvleessap vermengen met de voedselbrij

• Dunne darm

• Functie: voedingsstoffen, verteringsproducten en water opnemen in het bloed.

• Door darmplooien en darmvlokken: heeft de wand een groot oppervlak. De darmvlokken bevatten veel bloedvaten.

• Darmsapklieren: produceren darmsap

• Blindedarm met wormvormig aanhangsel (appendix)

• Bij blindedarmontsteking: is het wormvormig aanhangsel ontstoken.

• Dikke darm

• Functie: water onttrekken aan de brij van onverteeerde voedselresten, die daardoor wordt ingedikt. Het water wordt opgenomen in het bloed.

• Bij diaree: wordt in de dunne darm en in de dikke darm onvoldoende water in het bloed opgenomen.

• Endeldarm

• Functie: verzamelen en tijdelijk opslaan van onverteerde voedselresten (ontlasting)

• Anus: kringspier die de endeldarm afsluit


Thema 9: tandformule bij mensen & huisdieren
• Tandformule: de getallen geven het aantal snijtanden, hoektanden en kiezen aan.

• de getallen boven de horizontale lijn geven de tanden en kiezen in de bovenkaak aan.

• De getallen onder de horizontale lijn geven de tanden en kiezen in de onderkaak aan.

• De verticale lijn geeft het midden van het gebid aan. Links zijn de rechterkaakhelfen weergeven, recht de linkerkaakhelften. ( je bekijkt het vanuit de mond )

• Tandformule melkgebit:

Rechter-      2 . 1 . 2 2 . 1 . 2 linker-

Kaalhelften 2 . 1 . 2 2 . 1 . 2 kaakhelften

• Tandformule volledig blijvend gebit:

Rechter-       5 . 1 . 2 2 . 1 . 5 linker-

Kaakhelften 5 . 1 . 2 2 . 1 . 5 kaakhelften


Thema 10: verteringssappen
• Speeksel: water, slijm en een enzym

- Functie slijm: de glijbaarheid van het voedsel verhogen.

- Functie enzym: zetmeel voor een deel verteren

• Maagsap: water, zoutzuur en een enzym

- Functie zoutzuur: bacteriën in het voedsel doden

- Functie enzym: eiwitten voor een deel verteren.

• Gal: bevat geen enzym

- Functie: vetten emulgeren (grote vetdruppels verdelen in kleine vetdruppeltjes), zodat de vetten beter bereikbaar zijn voor enzymen

• Alvleessap: bevat verschillende enzymen

- Functie: eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

• Darmsap: bevat verschillende enzymen

- Functie: de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

(SORRY!)

Denk eraan, het is maar een gemiddelde! Misschien heb jij iets meer of iets minder nodig of juist meer.

GEMIDDELDE ENERGIEBEHOEFTE:
Hoeveel energie een persoon per dag nodig heeft, ligt aan verschillende factoren zoals; het geslacht, de leeftijd, de lichaamsgrootte en de lichamelijke inspanning. Jongens / manne hebben in het algemeen meer energie nodig dan meisjes / vrouwen. Zolang je in de groei bent, neemt je energie behoefte toe.

Verstandig lijnen:

Manier 1 is het minst streng, manier 5 is de strengste manier.

1. eet normale hoeveelheden en sport meer.

2. Als je een tussendoortje neemt, kies er dan een met weinig vet en koolhydraten.

3. Eet alleen de aanbevolen hoeveelheden. Dat betekent vaak: meer brood, meer fruit, meer groente, minder beleg en minder vet / vlees

4. Eet van de aanbevolen hoeveelheden alleen de kleinste hoeveelheid

5. Eet helemaal geen tussendoortjes. Droml we; vp;dpemde water, thee of koffie zonder suiker, of lightfrisdranken.


Thema 5: eerlijk zullen we alles delen.
ONDERVOEDING

Een mens heeft voedsel nodig om in leven te blijven.

In nederland is er voor iedereen genoeg voedsel, en hoeft niemand honger te lijden.

Dat geldt niet in alle landen van de wereld.

Vooral in ontwikkelingslanden lijden veel mensen aan ondervoeding.

Deze mensen eten steeds te weinig, doordat er niet genoeg voedsel is of doordat ze niet genoeg voedsel kunnen kopen.

De min. Hoeveelheid energie die een volwassene nodig heeft om in leven te blijven, is ongeveer 1700 kcal per dag.

Dat is alleen voldoende voor iemand die haast geen activiteiten verricht.

Kinderen krijgen opgezwollen buikjes door eiwittekort.

Je kan ook ondervoeding krijgen door te veel junkfood, omdat junkfood te weinig voedingsstoffen bevat.

OVERBEVOEDING ( OVERGEWICHT )

Het vele en vette eten in nerderland en andere westerse landen heeftvaak overvoeding tot gevolg.

Door het vele en vette eten slaan mensen te veel vet als reservestof op.

We spreken dan van overgewicht.

In nederland is het aantal mensen met overgewicht sterk toegenomen.

Mensen met overgewicht zijn vaker ziek dan andere en hebben een grotere kans op allerlei ziekten zoals hart- en vaatziekten.


Thema 6: het verteringsstelsel
• Vertering: het omzetten van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden opgenomen.

• Eiwitten: de meeste koolhydragten (o.a suiker en zetmeer) en vetten worden verteerd.

• Glucose, mineralen, vitamines en water hoeven niet te worden verteerd

• Vertering vind plaats met behulp van verteringssappen.

• Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren.

• Veel verteringssappen bevatten enzymen.

• Enzymen: stoffen die scheikundige processen versnellen.

• de enzymen in verteringssappen zorgen ervoor dat de vertering snel verloopt.

• Darmperistaltiek: het afwisselend samentrekken en ontspannen van kringspieren en lengtespieren in de wand van het hele darmkanaal.

• Functies: de voedselbrij verplaatsen, kneden en vermengen met de verteringssappen.

Thema 7: het gebit
• Uitwendige bouw van een tand of kies:

• Kroon: deel dat buiten de kaak uitsteekt

• Wortel(s): deel in de kaak.

• Inwendige bouw van een tand of kies

• Tandbeen

• Tandholte: holte in het tandbeen waarin bloedvaten en zenuwen liggen

• Glazuur: zeer harde laag om het tandbeen van de kroon

• Cement: laagje om het tandbeen van de wortel(s)

• Wortelvlies: bevestigd de tand of kies in de kaak ( de kaak is bedekt met tandvlees)

• Snijtanden & hoektanden: dienen om stukken van het voedsel af te bijten.

• Hoektanden zijn iets puntiger dan snijtanden.

• Kiezen: dienen voor het fijnmalen van voedsel.

• Kiezen: hebben een knobbelige bovenkant

• Melkgebit.

• Ontstaat tussen een half jaar en twee jaar

• In iedere kaakhelft zitten 2 snijtanden, 1 hoektand en 2 kiezen

• Tandformule: 2 – 1 – 2

2 – 1 – 2

• Blijvendgebit.

• Ontstaat vanaf ongeveer 6 jaar door vervanging van het melkgebit (wisselen).

• In iedere kaakhelft zitten 2 snijtanden 1 hoektand en 5 kiezen, waarvan 1 verstandkies (in totaal heb je 4 verstandskiezen)

• Tandplak: een dun laagje aanslag dat zich dagelijks op de tanden en kiezen afzet.

• Tandplak: bestaat uit bacteriën, etensresten en speeksel

• Gevolgen van tandplak:

• Bactieriën in tandplak zetten suiker uit het voedsel om in zuur. In het zuur lost het glazuur van tanden en kiezen op.

• Bacteriën in tandplak kunnen tandvlees ontstekingg verookzaken. Daardoor kunnen de wortelvliezen ontstoken raken, zodat de tanden en de kiezen losraken.

• Tandplak: kan verkalken tot tandsteen. Tandsteen kun je niet zelf verwijderen.

• Je kunt tandplak tegen gaan door:

• Dagelijks twee keer per dag op de juiste manier te poetsen

• Niet vaker dan driemaal per dag een tussendoortje te gebruiken.


Thema 8: de organen voor vertering
• Mondholte met gebit en speekselklieren.

• Functie gebit: het voedsel in kleine stukjes verdelen (kauwen), zodag het beter in te slikken is. Ook wordt het oppervlak van het voedsel vergroot, zodat enzymen op een groter oppervlak kunnen inwerken.

• Functie speekselklieren: speeksel produceren.

• Slokdarm

• Functie: het voedsel verplaatsen van de keelholte naar de maag.

• Maag

• Functie: het voedsel tijdelijk opslaan.

• Maagportier: kringspier die de maag afsluit.

• Maagsapklieren: produceren maagsap.

• Lever

• Funtie: gal produceren

• Gal: wordt tijdelijk op geslagen in de galblaas en afgevoerd via de galbuis

• Alvleesklier:

• Functie: alvleessap produceren

• Twaalfvingerige darm.

• Functie: gal en alvleessap vermengen met de voedselbrij

• Dunne darm

• Functie: voedingsstoffen, verteringsproducten en water opnemen in het bloed.

• Door darmplooien en darmvlokken: heeft de wand een groot oppervlak. De darmvlokken bevatten veel bloedvaten.

• Darmsapklieren: produceren darmsap

• Blindedarm met wormvormig aanhangsel (appendix)

• Bij blindedarmontsteking: is het wormvormig aanhangsel ontstoken.

• Dikke darm

• Functie: water onttrekken aan de brij van onverteeerde voedselresten, die daardoor wordt ingedikt. Het water wordt opgenomen in het bloed.

• Bij diaree: wordt in de dunne darm en in de dikke darm onvoldoende water in het bloed opgenomen.

• Endeldarm

• Functie: verzamelen en tijdelijk opslaan van onverteerde voedselresten (ontlasting)

• Anus: kringspier die de endeldarm afsluit


Thema 9: tandformule bij mensen & huisdieren
• Tandformule: de getallen geven het aantal snijtanden, hoektanden en kiezen aan.

• de getallen boven de horizontale lijn geven de tanden en kiezen in de bovenkaak aan.

• De getallen onder de horizontale lijn geven de tanden en kiezen in de onderkaak aan.

• De verticale lijn geeft het midden van het gebid aan. Links zijn de rechterkaakhelfen weergeven, recht de linkerkaakhelften. ( je bekijkt het vanuit de mond )

• Tandformule melkgebit:

Rechter-      2 . 1 . 2 2 . 1 . 2 linker-

Kaalhelften 2 . 1 . 2 2 . 1 . 2 kaakhelften

• Tandformule volledig blijvend gebit:

Rechter-       5 . 1 . 2 2 . 1 . 5 linker-

Kaakhelften 5 . 1 . 2 2 . 1 . 5 kaakhelften


Thema 10: verteringssappen
• Speeksel: water, slijm en een enzym

- Functie slijm: de glijbaarheid van het voedsel verhogen.

- Functie enzym: zetmeel voor een deel verteren

• Maagsap: water, zoutzuur en een enzym

- Functie zoutzuur: bacteriën in het voedsel doden

- Functie enzym: eiwitten voor een deel verteren.

• Gal: bevat geen enzym

- Functie: vetten emulgeren (grote vetdruppels verdelen in kleine vetdruppeltjes), zodat de vetten beter bereikbaar zijn voor enzymen

• Alvleessap: bevat verschillende enzymen

- Functie: eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

• Darmsap: bevat verschillende enzymen

- Functie: de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken

REACTIES

R.

R.

thnx pik had ik egt ff nodig :)

13 jaar geleden

J.

J.

Thx,
net op tijd.
heb dit pw morgen al
:-)

13 jaar geleden

J.

J.

trouwens wel letterlijk
overgenomen uit het boek
:-0

13 jaar geleden

C.

C.

Dankje ouwe! Zit helemaal in stress maar nu niet meer!

12 jaar geleden

M.

M.

thx anders had ik gewoon een 1.

12 jaar geleden

I.

I.

THANKS VOOR DIT

12 jaar geleden

J.

J.

morge pw , dit kryg ik echt niet in me kop. :(

12 jaar geleden

L.

L.

Echt een goede samenvatting! Hier heb ik veel aan. Let wel op typefouten. :)

11 jaar geleden

K.

K.

Bedankt anders haalde ik zeker weten een 3 (( of lager ))
Bedankt echt waar!
IK HOU VAN JEE!

11 jaar geleden

K.

K.

Grammaticale fouten, en dit is ook een beetje gewoon uit het boek overgenomen. niet bepaald een samenvatting dus. Gr, Jan Koos Spee.

11 jaar geleden

A.

A.

7 jaar geleden

S.

S.

dank je wel

11 jaar geleden

D.

D.

zou je dit naar me toe kunnen sturen want heb toets in proefwerkweek hierover en kan dit maar niet uitprinten?

10 jaar geleden

T.

T.

DANKJEWEL, veel minder stress, heb overmorgen pw al en wist niks

10 jaar geleden

G.

G.

Thnx! Heb overmorgen al de toets en heb niet geleerd. Was gek genoeg om te denk de samenvatting nu nog te maken. Maar hiermee spaar ik heel veel tijd thanks

10 jaar geleden

B.

B.

Een samenvatting is meestal overgenomen uit het boek dus als je het beter weet maak er lekker zelf 1

10 jaar geleden

H.

H.

je kunt nog beter uit boek leren

10 jaar geleden

S.

S.

Heel erg bedankt, heel goed gemaakt

10 jaar geleden

L.

L.

in de schijf van 5 staat bij vak 3: ''drink dagelijks melk en kaas''
ik vind het eigenlijk best moeilijk om kaas te drinken maar ik denk dat ik de enige ben.

9 jaar geleden

I.

I.

je kant ook heel bijdehand zijn

8 jaar geleden

J.

J.

als je gdvrdme boeken hebt waarom kijk je hier dan naar idioot

6 jaar geleden

P.

P.

tnxmaaann ik was mijn boeken op scchhool vergeten

9 jaar geleden

W.

W.

5. Eet helemaal geen tussendoortjes. Droml we; vp;dpemde water, thee of koffie zonder suiker, of lightfrisdranken.

7 jaar geleden

R.

R.

THNX THNX

7 jaar geleden

J.

J.

Oke ik ga dit nu echt maar is leren en morgen heb ik een toets en ik leer nooit echt goed maar ga het nu proberen en kijken of het goed gaat en het cijfer dat ik krijg dat geef ik deze site dat is eigenlijk best wel een goede beoordeling dan toch

6 jaar geleden

D.

D.

Thnx had ik net nodig, morgen pw over dit dus hoop dat het een beetje gaat lukken.

6 jaar geleden

L.

L.

Omg echt bedankt heb morgen pw en nu krijg ik een goed cijfer

6 jaar geleden

P.

P.

Redder, held en nog meer van dat soort dingen :)

6 jaar geleden

A.

A.

dit zijn exact de doelstellingen (samenvatting in het boek)
niet echt goede samenvatting
zonde van de tijd voor het typen
ik geef het een 1

5 jaar geleden

A.

A.

Basistof 9&10 gaan over heel wat anders ?

5 jaar geleden

K.

K.

5 jaar geleden

N.

N.

je kan net zo goed in het boek de samenvatting lezen , maar echt ...

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.