thema 2 voeding en vertering

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo | 1996 woorden
  • 16 augustus 2011
  • 102 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
102 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
H2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen.

Voedingsmiddelen = alle producten die je eet of drinkt:

- Plantaardige=wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden. Deze zijn speciaal daarvoor gekweekt.

- Dierlijke=afkomstig van dieren(vlees, vis) of producten van dieren. Vlees eten= van dieren die daar speciaal voor zijn gefokt. Delen van dieren kunnen ook worden bewerkt tot bijv. worst.

Voorbeelden van producten van dieren= Eieren en melk

Producten die gemaakt worden van melk=zuivelproducten, zoals boter, kaas, yoghurt.


Turflijst: bijhouden wat je eet en drinkt.


Voedingstoffen = bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen.

Plantaardige voedingsmiddelen bevatten…= voedingsvezels

Voedingsvezels = verzamelnaam voor alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel.


Voedingsstoffen zijn nodig voor het lichaam als:

Bouwstoffen: Functie -> hulp bij het maken van nieuwe cellen en weefsels.

Bouwstoffen zijn nodig voor: groei en ontwikkeling van je lichaam en voor herstel bij verwondingen en beschadigingen.

Brandstoffen: functie -> leveren van energie.

Brandstoffen zijn nodig voor: 1. Beweging. 2. voor het op peil houden van je lichaamstemperatuur.

3. groei, ontwikkeling en herstel van je lichaam.

Reserve stoffen: functie -> niet direct nodig zoals bouwstoffen of brandstoffen. Ze worden opgeslagen in je lichaam (vet).

Beschermende stoffen: mineralen en vitamines. Functie -> zorgen dat je gezond blijft.



6 groepen VOEDINGSSTOFFEN -> eiwitten, koolhydraten, vetten, water mineralen (zouten) en vitamines.

Functie voedingsstoffen=Gezond blijven.


Eiwitten:

Functie: vooral bouwstoffen, ook brandstoffen.

Kunnen niet als reservestoffen dienen.

Zit in > kaas, eieren, vlees, pindakaas, yoghurt.

Koolhydraten:

O.a. -> glucose, suiker, zetmeel.

Functie: vooral brandstoffen, ook bouwstoffen en reservestoffen.

Zit in > aardappelen, jam, suiker, brood, spaghetti, rijst.

Vetten:

Functie: vooral brandstoffen, ook bouwstoffen en reservestoffen.

Te veel vet wordt opgeslagen onder je huid en daardoor word je dik.

Zit in > chips, boter, friet, mayonaise, slagroom.

Water:

Functie: bouwstof.

Belangrijke rol bij het vervoer van stoffen in je lichaam.

Zit in > meloen, komkommer, tomaat, (fruit / groente) , limonade, karnemelk


Mineralen (=zouten):

Functie: bouwstoffen en beschermende stoffen.

Vb.: kalkzouten voor de stevigheid van beenweefsel.

Zit in > vis, kaas, prei, vlees.

Vitamines:

Functie: bouwstoffen en beschermende stoffen.

Ze worden aangegeven met een letter -> Belangrijkste vitamines zijn: A-B-C-D

Zit in > (fruit, groente), sla, wortelen, kiwi, Blue Band, paprika’s.


H2.2 Adviezen voor Gezonde voeding.

Het Voedingscentrum -> levert regels voor gezonde voeding en een voedingswijzer.

De 3 regels voor een gezonde voeding:

• Eet gevarieerd:

- Uit elke groep van de voedingswijzer.

- Voldoende plantaardige voedingsmiddelen -> vormt de basis van je voeding -> rijk aan zetmeel en voedingsvezel.

• Drink per dag minimaal 1,5 liter vocht.

• Eet niet meer dan je lichaam nodig heeft -> niet teveel vet, niet teveel tussendoortjes.



De vier groepen van de voedingswijzer:

Groep 1:

- Brood en aardappelen (of rijst, macaroni, spaghetti, peulvruchten).

- Zetmeel, plantaardige eiwitten, vitamines, mineralen en voedingsvezel.

Groep 2:

- Groente en fruit

- Levert vitamine C en voedingsvezel.

Groep 3:

- Melk en kaas (of ander melkproducten) en vlees, vleeswaren, kip, vis, ei, tahoe of tempeh.

Beste > minder vet, zoals halfvolle melk en magere yoghurt.

- Levert vooral (dierlijke) eiwitten, vitamines en mineralen (o.a. kalk).

Groep 4:

- Margarine, halvarine of olie. Beste > weinig vet, dus plantaardige vetten.

- Bevat vooral vetten en vitamines.


H2.3 Hoeveel moet je eten en drinken?

Voeding met voldoende brandstoffen levert energie.


Energie, die voeding oplevert, wordt aangegeven in joule (afkorting > J). Één kilojoule (afkorting > kJ) is 1000 joule.

Hoeveel een persoon per dag nodig heeft hangt af van geslacht, leeftijd, lichaamsgrootte en de lichamelijke inspanning.


Teveel energie: Het teveel aan brandstoffen wordt opgeslagen als reservestoffen (vetten) -> gevolg: je wordt zwaarder.

Te weinig energie: Reservestoffen worden gebruikt -> gevolg: je valt af.


Verstandig lijnen (afvallen):

- Eet normaal en beweeg meer.

- Eet evt. tussendoortje met weinig vet en koolhydraten.

- Eet alleen de aanbevolen hoeveelheden. Dus: Meer brood, fruit en groenten. Minder beleg (kaas, vleeswaren en (vet) vlees.

- Eet van de aanbevolen hoeveelheden, de kleinste hoeveelheid.

- Eet geen tussendoortjes. Drink wel water, thee, koffie (zonder suiker) of light-frisdranken.


H2.4 Aantonen van zetmeel

Indicator (=aantoonstof) -> Een stof om te kijken of er een bepaalde stof ergens in zit.


Indicator voor zetmeel = jodium. Geelbruin wordt blauwzwart als er zetmeel bijkomt.


H2.5 Eerlijk zullen we alles delen.

Hoeveelheid energie die een volwassene per dag nodig heeft:

- ongeveer 7000 kJ > bij weinig lichamelijke arbeid.

- minimaal 12000 kJ > bij veel lichamelijke arbeid.

- gemiddeld 9500 kJ > om normaal te kunnen leven en werken.


Oorzaken ondervoeding > ontwikkelingslanden, zoals Afrika:

- te weinig eten;

- voedsel met te weinig bepaalde voedingsstoffen, zoals eiwitten.

Gevolgen van eiwittekort in het eten van kleine kinderen:

- langzamere groei en ontwikkeling;

- evt. hersenbeschadiging;

- opgezwollen buikjes.


Oorzaken overvoeding > westerse landen:

- te veel voedsel;

- te vet voedsel.

Gevolg: te veel vet wordt als reservestof opgeslagen -> overgewicht -> vaker ziek en meer kans op hart- en vaatziekten.



Feiten en meningen:

Feit: Vaststaand gegeven. Bijv. een gebeurtenis die werkelijk gebeurd is. Is voor iedereen hetzelfde.

Mening: Hoe je over iets denkt. Bijv. wat je van een gebeurtenis vindt. Kan per persoon verschillen.




H2.6 Het verteringsstelsel.

Verteringsstelsel: bestaat voor een groot gedeelte uit het Darmkanaal. Dit loopt van de mond tot de anus.

Voedingsstoffen die direct door de wand van het darmkanaal heen in het bloed worden opgenomen zijn: glucose, mineralen, vitamines en water.

Verteren: het omzetten van voedingstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden opgenomen. Bijv. eiwitten, koolhydraten (suiker en zetmeel) en vetten.


Vertering gebeurt met
verteringssappen die door verteringsklieren worden gemaakt.

Verteringssappen zijn: speeksel en maagsap.

Verteringsklieren zijn: speekselklieren, de maagsapklieren, de lever, de alvleesklier en de darmsapklieren.

Verteringssappen bevatten enzymen, die ervoor zorgen dat de vertering snel verloopt.

Enzymen = stoffen die scheikundige processen versnellen.


Darm-peristaltiek:

Kringspieren en lengtespieren: Zitten in de wand van het hele darmkanaal.

Darm-peristaltiek (Peristaltische bewegingen): het afwisselend samentrekken en ontspannen van kring- en lengtespieren in de wand van het darmkanaal.

Functie: het voedsel verplaatsen, kneden en vermengen met verteringssappen.

Voedsel dat veel voedingsvezel bevat prikkelt de spieren in de wand van het darmkanaal -> bevordert darmperistaltiek > betere stoelgang (=het poepen).


H2.7 Het gebit.

Functie van het gebit:


- Voedsel kauwen in kleine stukjes, om beter te kunnen inslikken.

- Vertering -> door de kleine stukjes wordt het oppervlak van het voedsel vergroot, zodat enzymen beter kunnen inwerken. Hierdoor zijn de voedingstoffen beter te bereiken voor de enzymen.


De bouw van het gebit:

Gebit bestaat uit: tanden en kiezen.


Buitenkant van een tand/kies bestaat uit:

- Kroon > steekt buiten de kaak uit.

- Wortel(s) > het deel in de kaak.


Binnenkant van een tand/kies bestaat uit:

- Tandbeen:

• van de kroon is bedekt met glazuur -> is heel hard.

• van de wortel(s) is bedekt met cement.

- Tandholte met bloedvaten en zenuwen.

- Wortelvlies, zorgt ervoor dat de tand/kies aan de kaak vast zit.

De kaak is bedekt met tandvlees.


Functie snijtanden/hoektanden: Stukken voedsel mee afbijten. Hoektanden zijn puntiger dan snijtanden.

Functie kiezen: Voedsel fijnmalen. Knobbelige bovenkant.

Verstandskiezen: Kleine kiezen die als laatste komen achter in de kaak. Soms krijg je ze niet en soms moeten ze snel verwijderd worden. Functie: geen.



Tandformule:

Melkgebit > ontstaat tussen ½ jaar en 2 jaar.

Iedere kaakhelft bestaat uit: 2 snijtanden, 1 hoektand en 2 kiezen.

Tandformule:

2.1.2.  /  2.1.2.

2.1.2.  /  2.1.2.


Blijvend gebit > vanaf 6 jaar worden de tanden/kiezen v.h. melkgebit gewisseld voor een blijvend gebit.

Iedere kaakhelft bestaat uit: 2 snijtanden, 1 hoektand en 5 kiezen, waarvan 1 verstandskies.

Tandformule:

5.1.2. / 2.1.5.

5.1.2. / 2.1.5.


Verzorging van het gebit:

Tandplak: Dun laagje aanslag dat iedere dag op je tanden/kiezen komt. Bestaat uit: veel bacteriën, speeksel en etensresten.

Gevolgen van tandplak:

- In tandplak zitten bacteriën die suiker uit voedsel omzetten in zuur. Dit zuur
tast het glazuur van de tanden/kiezen aan.

- De bacteriën in tandplak kunnen tandvleesontsteking veroorzaken. Het ontstoken tandvlees trekt zich terug. De tandplak gaat tussen het tandvlees en de wortels zitten, waar het moeilijk weg te poetsen is. Hierdoor kunnen de wortelvliezen gaan ontsteken en vervolgens de tanden/kiezen los gaan zitten.

- Tandplak kan verkalken tot tandsteen = ruw en hard -> kan alleen door tandarts/mondhygiënist verwijderd worden.


Tandplak tegengaan door:

- minstens 1x per dag heel goed poetsen;

- niet vaker dan 3x per dag een tussendoortje (=snoepen) > tandglazuur krijgt dan de tijd om te herstellen.


Wat meehelpt met reiniging van het gebit:

- Speeksel > spoelt je mond schoon en gaat zuurvorming tegen. Goed kauwen > meer speeksel.

- Tandenborstel met lange steel, korte borstelkop en veerkrachtige borstelharen.


- Gebruik tandzijde of tandenstokers.

- Let op voeding. Goed is bijv. bruinbrood, rauwe worteltjes en fruit.


Gebitscorrectie: Als tanden/kiezen niet goed staan, bijv. beugel.


H2.8 De organen voor vertering.

Organen verteringsstelsel bevinden zich voor het grootste deel in de romp.

De romp bestaat uit een borstholte en buikholte, die van elkaar gescheiden worden door een middenrif.


Vertering van het voedsel gaat via de volgende route:

Mond -> keelholte -> slokdarm -> maag -> twaalfvingerige darm -> dunne darm -> dikke darm -> endeldarm -> anus.


• Mondholte met gebit en speekselklieren:

- Functie gebit:

1. voedsel in kleine stukjes maken voor beter inslikken èn

2. enzymen krijgen meer de kans op het voedsel in te werken.

- Functie speekselklieren: Speeksel produceren. Speeksel bestaat uit:

water, slijm dat er voor zorgt dat het voedsel makkelijker ingeslikt wordt en
enzym dat zetmeel verteerd.

- De tong duwt het voedsel de keelholte in.

• Slokdarm: Door te slikken komt het voedsel vanuit keelholte in slokdarm -> neusholte wordt afgesloten met de huig en luchtpijp met strotklepje.

Functie: het verplaatsen van voedsel van keelholte naar maag. Geen verteringssappen.

• Maag: Constant in beweging, doordat de kringspieren en lengtespieren afwisselend samentrekken en ontspannen.

Maagportier = kringspier aan het eind v.d. maag, die de uitgang van de maag naar de twaalfvingerige darm kan afsluiten -> telkens worden kleine hoeveelheden doorgelaten.

Hierdoor heeft de maag een functie als: tijdelijke opslagplaats voor voedsel.

Maagsapklieren produceren Maagsap, dat uit water, zoutzuur en een enzym bestaat.

Zoutzuur doodt de bacteriën, het enzym verteert een deel van de eiwitten.


• Twaalfvingerige darm: Hierin komen de afvoerbuizen van de gal en lever uit.

Functie: gal en alvleessap vermengen met voedselbrij.

- Lever functie: Gal produceren > wordt tijdelijk opgeslagen in glasblaas, daarna via galbuis naar 12vingerige darm.

Functie gal: emulgeert vet. Vet mengt zich nl. niet met water. De gal zorgt er voor dat de grote druppels vet verdeeld worden in kleine vetdruppeltjes (=emulgeren), zo word het oppervlakte groter en kunnen enzymen er beter bij.

- Alvleesklier functie: Alvleessap produceren > voor verteren van eiwitten, koolhydraten en vetten.

• Dunne darm: ca. 8 m. lang.


Functie: voedingsstoffen, verteringsproducten en water opnemen in het bloed.

In de wand liggen darmsapklieren > produceren Darmsap > dit sap (bevat enzymen) maakt de vertering van eiwitten en koolhydraten af.

Verteringssappen bevatten water, hierin zijn voedingsstoffen en verteringsproducten opgelost > worden voor een groot deel opgenomen in het bloed.

Wand v.d. dunne darm bestaat uit darmplooien met uitstulpingen die darmvlokken genoemd worden.

In de darmvlokken zitten bloedvaten. De wand v.d. darmvlok is heel dun -> opnemen water met opgeloste voedingsstoffen en verteringsproducten in bloedvaten > vervoer naar cellen.

Opname stoffen in het bloed gaat snel -> door darmplooien en darmvlokken heeft de dunne darm een groot oppervlak.

• Blinde darm: Deze zit aan het begin van de dikke darm. Aan de onderkant heeft het een uitstulping > wormvormig aanhangsel = appendix.

Blindedarm ontsteking: het wormvormig aanhangsel is ontstoken > wordt operatief verwijdert.

• Dikke darm: ca. 1,5 m lang.

Functie: water verwijderen uit brij van onverteerde voedselresten > water wordt opgenomen door de bloedvaten in de wand v.d. dikke darm > voedselbrij wordt ingedikt.

Diarree: er wordt te weinig water in het bloed opgenomen in de dunne en dikke darm.


• Endeldarm functie: verzamelen en tijdelijk opslaan van onverteerde voedselresten.

- Anus: kringspier die het darmkanaal afsluit. -> als deze spier zich ontspant wordt de endeldarm geleegd = ontlasting.


REACTIES

P.

P.

bedankttttt super alleen jammer dat je de extra niet hebt gedaaan

11 jaar geleden

S.

S.

Echt een goede samenvatting!!!!
Is een aanrader.
Enige wat jammer is, is dat je de extra stof niet hebt gedaan

11 jaar geleden

D.

D.

Thanks voor de samenvatting , ik laat je het weten wat ik voor de toets krijg.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.