2.1
Ordenen = het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk
Organismen kunnen we indelen in 4 rijken op basis van hun cellen:
Bacterie
Schimmel
Plant
Dier
Aantal cellen
1
1 of meercellig
1 of meercellig
1 of meercellig
Celwand?
Ja
Ja
Ja
Nee
Celkern?
Nee, DNA los in cytoplasma
Ja
Ja
Ja
Grote vacuole?
Nee
Ja
Ja
Nee
Bladgroenkorrels?
Nee
Nee
Ja
Nee
Alleen meercellige organismen hebben weefsels of organen
Functie bladgroenkorrels = fotosynthese
Organismen behoren tot 1 soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen
Binnen een soort komen rassen voor (bijv. hondenrassen), ontstaan door selectief kruisen door mens
Populatie = groep individuen van zelfde soort, die zich onderling voortplanten
Rijk > afdelingen > klassen > orden > families > geslachten > soorten
Leer ook afbeelding 6 en 11
2.2 Bacteriën
- Sommige bacteriën noemen we bacillen
- Sommige bacteriën hebben zweepharen om voort te bewegen
- Bacteriën planten zicht voort d.m.v. deling
- Chromosomen/DNA liggen los in cytoplasma (vaak kringvormig chromosoom)
- Veel bacteriën ruimen dode resten van organismen op en zetten dit om in nuttige voedingsstoffen
- Bacteriën kunnen een infectie veroorzaken (bijv. cholera, longontsteking, tuberculose)
- Sommige bacteriën maken voedsel: o.a. yoghurt en zuurkool
Antibiotica (bijv. penicilline) kan bacteriële infecties bestrijden
2.3 Schimmels
Eencellige schimmel:
- Gist
- Voortplanting d.m.v. deling (snoert blaasje af)
Veelcellige schimmels:
- Bestaan uit schimmeldraden
- Voortplanten d.m.v. sporen
- Sporen soms in een speciaal orgaan, de paddenstoel (= voortplantingsorgaan)
Functies schimmel:
- Dode resten organismen afbreken (en voedsel bederven)
- Veroorzaken ziektes (o.a. zwemmerseczeem)
- Sommige schimmels maken antibiotica (penseelschimmel maakt penicilline)
- Voedsel maken: brood, bier, wijn (alle drie met gist), schimmelkaas of als hele schimmel (champignon)
2.4 Planten
Afdeling
Wieren (algen)
Sporenplanten
Zaadplanten
Aparte wortels, stengels en bladeren?
Nee
Ja
Ja
Bloemen?
Nee
Nee
Ja
Bevat de volgende groepen:
Eencellige wieren (doen aan deling)
Veelcellige wieren
1) Mossen
- Hebben sporendoosjes op steeltje
2) Varens
- Hebben sporenhoopjes onder blad
3) Paardenstaarten
- Hebben sporenvormende orgaantjes op einde stengel
1) Naaktzadigen
- Zaden tussen schubben van kegels
- Naaldvormige bladeren
2) Bedektzadigen
- Zaden in vruchten
- Bladeren geen naaldvorm
Voorbeelden:
Eencellige: boomalg
Meercellige: blaaswier, kranswier
Naaktzadige: den, spar, conifeer
Bedektzadige: tulp, gras, eik
2.5 Dieren
Afdelingen dierenrijk ingedeeld op basis van:
- Skelet
- Geen skelet
- Inwendig skelet (wervelkolom, inwendige schelp)
- Uitwendig skelet (schelp, huisje, pantser insect)
- Symmetrie = een voorwerp is in twee gelijke helften te verdelen
- Tweezijdig symmetrisch
- Veelzijdig symmetrisch (= straalsgewijs of radiaal symmetrisch)
- Asymmetrisch/niet-symmetrisch
8 afdelingen dierenrijk:
Eencelligen
Asymmetrisch
Geen skelet
1 cel
Leven in water
Bijv. amoebe en pantoffeldiertje
Sponzen
Asymmetrisch
Inwendig skelet van naalden tussen de cellen
Zitten vast op bodem zee
Bijv. badspons
Holtedieren
Veelzijdig symmetrisch
Geen skelet
Leven in water
Hebben tentakels met netelcellen (prooi vangen)
Bijv. kwal, zeeanemoon
Wormen
Tweezijdig symmetrisch
Geen skelet
Lichaam lang en dun
Bijv. lintworm, spoelworm en regenworm
Weekdieren
Tweezijdig symmetrisch
Schelp of huisje als skelet
Bijv. mossel, slak, inktvis
Geleedpotigen
Tweezijdig symmetrisch
Skelet is uitwendig pantser
4 groepen: duizendpoten, spinachtigen, insecten en kreeftachtigen
Stekelhuidigen
Veelzijdig symmetrisch
Inwendig skelet van kalk
Leven op bodem zee
Huid bedekt met stekels/knobbels
Bijv. zee-egel, zeester
Gewervelden
Tweezijdig symmetrisch
Inwendig skelet
5 groepen: vissen, reptiel, amfibie, vogel en zoogdier
Leer ook afbeelding 45 en 48 uit je boek
2.6 Eencelligen
Amoebe:
- Kan van vorm veranderen > cytoplasma stroomt richting uit en vormt zo schijnvoetjes
- Met schijnvoetjes ook voedsel sluiten > ontstaat voedingsvacuole (verteert het voedsel)
- Onverteerde resten worden verwijderd via het celmembraan
- Leeft in water
Pantoffeldiertje:
- Celmembraan bevat trilhaartjes om voort te bewegen
- Bevat celmond (instulping in cel) om voedsel op te nemen en voedingsvacuole te vormen. Celanus om onverteerde resten te verwijderen
Leer ook afbeelding 50 t/m 52 uit je boek
2.7 Geleedpotigen
Poten zijn geleed = opgebouwd uit kleine stukjes/leden
Het lichaam is gesegmenteerd = opgebouwd uit stukjes/segmenten
4 groepen:
- Duizendpoten: elk segment bevat poten
- Kreeftachtigen: 10 of meer poten (o.a. garnaal, kreeft, krab)
- Spinachtigen: 8 poten
- Insecten: 6 poten
Lichaam insect bestaat uit 3 segmenten:
- Kop > ogen en voelsprieten
- Borststuk > poten en evt. vleugels
- Achterlijf
Leer ook afbeelding 57 uit je boek
2.8 Gewervelden
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden