Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Thema 2: Ordening

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 1294 woorden
  • 15 januari 2014
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
50 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Organismen ordenen

Rijken

Organismen zijn in 4 rijken verdeeld

Kenmerken van Bacteriën Schimmels, Planten en Dieren

Planten

  • Wel Celwand
  • Wel Celkern
  • Wel bladgroenkorrel

Schimmels         

  • Wel een Celwand
  • Wel een Celkern
  • Geen bladgroenkorrel

Bacteriën

  • Wel een Celwand
  • Geen Celkern
  • Geen bladgroenkorrel

Dieren

  • Wel een Celkern
  • Geen Celwand
  • Geen bladgroenkorrel

Afdelingen

Rijken kun je weer verdelen in afdelingen.                                                                                       

Soorten en Rassen

Organismen behoren tot één soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

De nakomelingen moeten vruchtbaar zijn.

Het rijk van de bacteriën

Voortplanting                                

Bacteriën zijn heel klein en planten zich voort door celdeling.

  1. Een bacterie deelt zich
  2. Die twee bacteriën groeien
  3. Die twee delen zich in vier bacteriën
  4. Die vier bacteriën groeien
  5. enzovoorts

Nuttige bacteriën

  • Bacteriën zijn reducenten, dat betekent dat ze resten van dode organismen opruimen en daardoor maken ze voedingsstoffen voor planten.
  • We gebruiken bacteriën om voedingsmiddelen (b.v. kaas-yoghurt-zuurkool) en medicijnen te maken.

Sommige bacteriën zijn schadelijk

  • Voedselbederf kan worden tegengegaan door voedsel te conserveren.
  • Bacteriën die in je lichaam komen kunnen infecties veroorzaken. Bijvoorbeeld cholera, longontsteking en oorontsteking.
  • Om bacteriën te doden in je lichaam gebruik je antibiotica (medicijnen).

Goede hygiëne vermindert de kans op infectieziektes

 

Het rijk van de schimmels

Er zijn Eencellige en Veelcellige schimmels

  • Gist is eencellige schimmels
  • Veelcellige schimmels bestaan uit schimmeldraden
  • Broodschimmel is veelcellige schimmel

 Voortplanting van schimmels

  • Gist plant zich voort door deling
  • Veelcellige schimmels planten zich meestal voort door sporen

Sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan

  • Sporen kunnen ontstaan aan het uiteinde van schimmeldraden

Bijvoorbeeld  penseelschimmels waarvan penicilline (antibioticum) gemaakt.

  • Sporen kunnen ontstaan in speciale organen, de paddenstoelen

Bijvoorbeeld: vliegenzwam

Nuttige schimmels

  • Schimmels zijn reducenten
  • Ook schimmels ruimen de dode resten van organismen op in de natuur en daardoor ontstaan voedingsstoffen voor planten
  • Speciale schimmels kunnen worden gebruikt bij het maken van voedingsmiddel. B.v. brood, bier, wijn en schimmelkaas. Van sommige schimmels kun je de paddenstoel eten, zoals de champignon
  • Bepaalde schimmels worden gebruikt om medicijnen te maken

Schadelijke schimmels

  • Schimmels kunnen voedsel bederven
  • Schimmels kunnen ziekten veroorzaken bij de mens

Bijvoorbeeld zwemmerseczeem

  • Planten en dieren kunnen worden aangetast door schimmels

 

Het rijk van de planten

Het rijk van de planten bestaat uit 3 afdelingen

  • Wieren
  • Sporenplanten
  • Zaadplanten

Hieronder alle kenmerken:

Wieren

  • Geen wortels
  • Geen stengels
  • Geen bladeren
  • Geen bloemen
  • Eencellige wieren (o.a. boomalg). Ze planten zich voort door deling
  • Veelcellige wieren (o.a. kranswieren en blaaswieren)

Sporenplanten

  • Wel wortels
  • Wel stengels
  • Wel bladeren
  • Geen bloemen
  • Sporenplanten planten zich voort door sporen
  • Sporenplanten kun je in mossen en varens indelen:

Mossen

  • Mossen zijn kleine plantjes die in groepjes bij elkaar staan
  • De sporen worden gevormd in sporendoosje

Varens

  • Varens herken je aan de grote bladeren
  • De bladeren zijn meestal ingesneden
  • De sporen worden gevormd in sporenhoopjes aan de onderkant van het blad

Zaadplanten

  • Geen wortels
  • Geen stengels
  • Geen bladeren
  • Wel bloemen
  • Bij zaadplanten vindt voortplanting plaats door zaden
  • De zaden ontstaan in bloemen. B.v.  struiken – bomen – boterbloem

De afdeling van de zaadplanten bestaat uit twee klassen

  • Naaktzadige planten
  • Bedektzadige planten

Naaktzadige planten (de zaden liggen op de schubben van de kegels)

  • De meeste naaktzadige planten hebben naalden (b.v. spar – lariks – den)

Bedektzadige planten (de zaden zitten in vruchten)

  • Bijvoorbeeld: appels – kersen - beuk

Stevige delen van een dier noem je het Skelet

  • Skelet geeft stevigheid
  • Skelet geeft bescherming

 

Het rijk van de dieren.

Inwendig en uitwendig skelet

Inwendig skelet: skelet binnen in het lichaam

Uitwendig skelet: skelet  aan de buitenkant van het lichaam

Het skelet is een kenmerk om dieren te ordenen

Eencellige dieren

  • Bestaan uit één cel                                       
  • Geen skelet
  • Leven in het water bijvoorbeeld: pantoffeldiertje – amoebe

Sponzen

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Uitwendige skelet
  • Niet symmetrisch
  • Leven in het water bijvoorbeeld: badspons – olifantoorspons

Holtedieren     

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Meestal geen skelet
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Vangen hun prooi met tentakels
  • Leven in het water bijvoorbeeld: kwal – zeeanemoon

Wormen

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Geen skelet
  • Veelzijdige symmetrisch
  • Lichaam is heel dun bijvoorbeeld: regenworm - Lintworm – spoelworm

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Wormen

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Geen skelet
  • Veelzijdige symmetrisch
  • Lichaam is heel dun bijvoorbeeld: regenworm - Lintworm – spoelworm

Weekdieren

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Soms een uitwendig skelet (huisje of schelp), soms een inwendig skelet (zeeschuim) en soms geen skelet
  • Tweezijdig symmetrisch bijvoorbeeld: slak – inktvis – mossel

Geleedpotigen

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Uitwendige skelet kan niet meer groeien
  • Het skelet is een pantser
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Groeien tijdens verveling
  • Vervellen
  • Lichaam bestaat uit Segmenten
  • De poten bestaan uit stukjes Leden bijvoorbeeld: krab – spin – vlieg - duizendpoot

Stekelhuidigen

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Inwendig skelet
  • De huis is bedekt met stekels of knobbels
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Leven in het water bijvoorbeeld zeester  en zee-egel

Gewervelden

  • Bestaan uit meerdere cellen
  • Inwendig skelet met Wervelkolom
  • Tweezijdig symmetrisch bijvoorbeeld: meeuwen – kikker – slang - zwijn

 

Geleedpotigen

Om te kunnen groeien, vervellen geleedpotige dieren

Een dier kruipt dan uit zijn pantser. Dan groeit het dier snel tot het een nieuwe pantser heeft.

Duizendpoten

  • Het lichaam bestaat uit segment
  • Aan elk segment zitten poten

Kreeftachtige

  • Hebben 10 poten
  • De scharen zijn ook een paar poten

Spinnen

  • Hebben 8 poten

Insecten

  • Hebben 6 poten

Het lichaam van insecten bestaat uit kop borststuk en achterlijf

  • Aan de kop zitten ogen en voelsprieten
  • Aan het borststuk zitten poten en vaak vleugel

Gewervelden

  • een van de afdelingen van het dierenrijk
  • hebben een inwendig skelet
  • hebben een wervelkolom

 

Gewervelden.

Wervelkolom

  • bestaat uit wervels
  • een deel van een inwendig skelet
  • bij mensen wordt een wervelkolom ook ruggengraat genoemd
  • dieren met een wervelkolom noemen we gewervelde dieren

kenmerken van de 5 klassen van de afdeling van de gewervelden

vissen

  • huid bedekt met schubben met slijm
  • kieuwen
  • eieren zonder schaal
  • koudbloedig
  • leven in het water

amfibieën

  • huid bedekt met slijm
  • uitwendige kieuwen
  • longen haalt ook adem door de huid
  • eieren zonder schaal
  • leven op water en land
  • koudbloedig

reptielen

  • huid  met droge schubben
  • longen
  • eieren met leerachtige schaal
  • leven in het water

vogels

  • huid bedekt met veren
  • longen
  • eieren met kalkschaal
  • warmbloedig
  • leven in de lucht

zoogdieren

  • huid bedekt met haren
  • longen
  • warmbloedig
  • levendbarend
  • leven op het land
  • mensen zijn gewerveld en horen bij de klasse van de zoogdieren

 

Het indelen van organisme

vertakkingsschema

Rijken deel je in afdelingen

Afdelingen deel je in klassen

Eencellige dieren

Amoebe

  • Kan steeds van vorm veranderen
  • Cel met onregelmatige uitsteeksels
  • Cytoplasma kan een bepaalde richting uitstromen
  • Cytoplasma kan een amoebe zich voortbewegen en aan voedsel komen
  • Voedingsvacuole is niet hetzelfde als de vacuole bij planten en wordt voedsel verteer

Pantoffeldiertje

  • Celmembraan staan fijne haartjes trilhaartjes
  • Trilhaartjes maken een golvende beweging in het water hierdoor kan het pantoffeldiertje zich voortbewegen
  • Trilhaartjes zorgen er ook voor dat er voedsel terechtkomt in de celmond
  • Via celmond kom voedsel terecht in voedingsvacuole
  • Voedingsvacuole wordt voedsel verteerd
  • Onverteerde resten worden verwijderd via de celanus

 

Werken met dieren: parasieten

Leven van anderen

  • Parasieten: leven op of in andere organismen
  • Parasieten kunnen op planten en op dieren voorkomen

REACTIES

L.

L.

Bij het indelen van organismen in de vier rijken wordt het aantal cellen waaruit een organisme bestaat gebruikt als kenmerk. Welke 3 andere kenmerken worden gebruikt bij het indelen van organismen in rijken ?

7 jaar geleden

M.

M.

Hoe planten veelcellige wieren zich voort?

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.