Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Thema 2

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 2703 woorden
  • 28 januari 2010
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7
4 keer beoordeeld

2.1 
- Teelballen (testes) maken vele miljoenen spermacellen.
o Liggen in de scrotum
§ 2 graden lager dan in de buikholte, gunstiger voor de ontwikkeling van spermacellen
o Wandcellen in de zaadkanaaltjes delen zich voortdurend, er ontstaan zaadcelmoedercellen
§ Na deling van de zaadcelmoedercellen ontstaan er cellen die zich ontwikkelen tot zaadcellen. Dit wordt spermatogenese genoemd.
- In het zure milieu van de bijballen zijn de zijn de zaadcellen bewegingloos
o Dit is een opslagplaats voor zaadcellen

- De zwellichamen in de penis bevatten veel holten
o Een erectie is als het bloed zich in de holtes vult.
§ Gebeurd door seksuele prikkels
· De eikel is hier zeer gevoelig voor
- Zaadlozing (ejaculatie)
o De zaadcellen worden door peristaltische bewegingen van de zaadleiders voortgestuwd
§ Zaadblaasjes voegen vocht toe dat basisch is en maakt de zaadcellen actief
§ De prostaat voegt vocht toe dat voedingstoffen voor de zaadcellen bevat
· Dit mengsel heet sperma
o Tijdens een zaadlozing verlaten 100 tot 400 miljoen zaadcellen het lichaam
§ Voorvocht bevat veel minder zaadcellen
o Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis
§ Door peristaltische bewegingen komt het sperma met schokken uit de penis
· Dit gevoel heet een orgasme
o Onder de voorhuid wordt smeer (smegma) geproduceerd
§ Als het niet wordt gereinigd kan dit ontstekingen veroorzaken


2.2
- In de eierstokken (ovaria) vindt de ontwikkelen van de eicellen (oöcyten) plaats.
o De eicellen in de eierstokken zijn al aanwezig als het meisje geboren is
o Elk van deze cellen is omgeven door een laag andere cellen.
§ Deze vormen samen een jonge follikel
- De rijping van de eicellen in de follikels wordt oögenese genoemd.
o In een rijpende follikel ontstaat een holte gevuld met vocht
o Als de follikel rijp is, puilt deze buiten de eierstok uit
§ Neemt veel vocht op
§ Barst open
§ Hierdoor wordt de eicel naar buiten gestoten
· Dit heet ovulatie (eiersprong)
o Wat overblijft is het follikelweefsel, wat nu het gele lichaam (corpus luteum) wordt genoemd
- Na de ovulatie komt de eicel in de eileider
o Een onbevruchte eicel blijft hooguit 12 uur leven.
§ Als er geen bevruchting plaatsvindt, wordt de eicel afgebroken
§ De resten van de cel worden geresorbeerd (opgenomen) door de wand van de eileider.

 
- Bij geslachtgemeenschap (coïtus) komt een penis de vagina (schede) binnen.
o Na de ejaculatie bewegen de zaadcellen zich m.b.v. de zweepstaart in de richting van de baarmoeder.
§ Slijmprop in de baarmoeder die basisch is, ook het milieu is basisch
§ Hierdoor kunnen de zaadcellen zich goed bewegen
o Bevruchting vind plaats in een eileider
§ Kop van zaadcel dringt door het celmembraan, staart blijft achter.
§ Zodra de kop in de eicel is, vormt het een bevruchtingsmembraan waardoor geen andere zaadcellen niet meer in de cel kunnen komen.
· Wanneer de koppen van 2 of meer zaadcellen zijn binnengedrongen, sterft de cel na korte tijd
o Direct na het versmelten van de kernen van de eicel en zaadcel deelt de bevruchte cel (zygote) zich een aantal keer.
§ Het klompje cellen beweegt mee in een vochtstroom.
· Ontstaan door peristaltische bewegingen van de eileidber
§ De eileiders monden uit in de baarmoeder

· Deze bestaat uit een dikke gespierde wand met slijmvlies.
§ Na 5 tot 7 dagen komt het klompje cellen in de baarmoeder aan.
· het nestelt zich daar en maakt gebruik van de voedingsstoffen
- De verdere groei van de embryo vind plaats in de baarmoeder.
o Na 3 maanden heeft de placenta (moederkoek) zich ontwikkeld
§ Zorgt voor de uitwisseling van stoffen tussen het bloed van de moeder en de embryo.
o Na ongeveer 38 weken wordt het kind geboren.
- De vagina is bij de meeste vrouwen niet of weinig gevoelig voor seksuele prikkels
o De clitoris(kittelaar) zorgt voor de seksuele prikkeling en orgasme bij vrouwen
§ Slechts weinig vrouwen krijgen een orgasme door het op en neer gaan van de penis in de vagina
o In de wand van de kleine schaamlippen liggen klieren die bij seksuele opwinding slijm produceren.
§ Vagina wordt glad hierdoor
§ In het slijm kunnen bacteriën zich snel vermenigvuldigen.
o Vagina is aan de binnenkant bekleed met slijmvlies

§ Vooraan is een plooi die de vagina gedeeltelijk afsluit.
· Dit heet het maagdenvlies


2.5

- - Chlamydia
o Hoe word je besmet
□ Seksueel contact, Het is bacterieel
o Ziekte Verschijnselen
□ Ontsteken van urinebuis of baarmoederhals
o Geneeswijze
□ Penicilline innemen
- -Aids ( Acquired Immuno Deficiency Sydrome)
o Hoe wordt je besmet
□ Bloed, sperma, vaginaal vocht of voorvocht van een aidspatiënt of van een seropositieve persoon binnenkrijgen
o Ziekte Verschijnselen
□ Bij Aids wordt het persoon zijn afweersysteem aangetast. Hierdoor wordt deze persoon vatbaar voor allerlei ziekten zoals darm- en longontstekingen en kanker
o Geneeswijze

□ Is er (nog) niet
- HIV
o Hoe word je besmet
□ Bloed, sperma, vaginaal vocht of voorvocht van een aidspatiënt of van een seropositieve persoon binnenkrijgen
o Ziekte verschijnselen
□ Als de ziekte zich openbaart is de patiënt ten dode opgeschreven.
□ Kan ook zijn dat de ziekt zich niet openbaart
o Geneeswijze
□ Je kan er niet van genezen worden. Maar er bestaat wel een combinatie van pillen die het virus afremmen om zich te vermenigvuldigen.

2.3

Hormonale Regeling bij de man

Hypofyse FSH + Vorming Zaadcellen
LH + Testosteron + Vorming zaadcellen


Testosteron remt Hypofyso af
(Negatieve terug koppeling)

Hormonale Regeling bij de vrouw

Menstruatie Cyclus

- Periode voor Ovulatie
o Hypofyse produceert FSH + LH
o O.I.V FSH ---> Follikels worden groter

o O.I.V FSH + LH ---> Oestrogenen
o O.I.V oestrogenen ---> baarmoederslijmvlies wordt dikker
o O.I.V oestrogenen ---> hypofyse maakt meer LH
---> hypofyse maakt minder FSH
- Halverwege cyclus
o Rijpe Follikel barst open eicel komt vrij
□ Eicel leeft 12 tot 24 uur
§ Geen bevruchting ---> resorptie in eicleider
§ Wel bevruchting ---> Wordt Baby
o O.I.V LH ---> gele lichaam ( = restant follikel)

- Na de ovulatie
o O.I.V LH ---> Gele lichaam
o O.I.V gele lichaam --+-> Oestrogenen
--+-> Progesteron
o O.I.V progesteron ---> baarmoederslijmvlies nog dikker
---> voedingstoffen voor embryo
---> remt productie FSH + LH
- Einde Cyclus
o Gele lichaam sterft of wegens gebrek aan LH en dus ook daling progesteron
o Hierdoor treed menstruatie op: Baarmoederslijmvlies wordt afgesloten


Cyclus begint opnieuw

- Wel bevruchting
o Zwangerschap
□ Gele lichaam: nog drie maanden progesteron. Kan functioneren door hormoon H.C.G
(H.G.C. Eerst door Embryo daarna door placenta gevormd)
- Placenta
o H.C.G - zelfde werking als LH ---> Baarmoederslijmvlies blijft intact
o H.C.G kan bij urine worden aangetoond
o Productie progesteron



2.6


- Periodieke Onthouding
o Waar werkt het
□ Er is geen geslachtsgemeenschap dus het werkt nergens want het is er niet
o Hoe werkt het
□ Geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode van de vrouw
o Relatieve betrouwbaarheid
□ Een vrouw haar vruchtbare periode is niet altijd hetzelfde. Dus het is redelijk riskant

- Coïtus interruptus
o Waar werkt het

□ Doordat de man voor zijn ejaculatie zijn penis in erectie uit de vagina trekt, werkt het in het schema voor de zaadcel
o Hoe werkt het
□ De man trekt zijn penis in erectie voor de zaadlozing uit de vagina
o Relatieve betrouwbaarheid
□ In smegma kunnen ook zaadcellen zitten dus niet erg betrouwbaar

- De pil
o Waar werkt het
□ Doordat er geen vruchtbare eicellen aanwezig zijn werkt het in het schema voor de eicel
o Hoe werkt het
□ De vrouw neemt elke dag een pil met hormonen die de menstruatie cyclus overnemen. In een week neemt de vrouw geen pil in deze week vind de menstruatie plaats. Er komt geen (vruchtbare)eicel vrij?
o Relatieve Betrouwbaarheid
□ Zeer betrouwbaar. Je ziet meteen als je een dag hebt overgeslagen

- Het Condoom
o Waar werkt het

□ Er komen geen zaadcellen in de vagina van de vrouw. Dus voor de zaadcel
o Hoe werkt het
□ Wordt om de penis in erectie geschoven. Waardoor er geen zaadcellen in de vagina kunnen komen. Omdat deze worden opgevangen door het condoom
o Relatieve betrouwbaarheid
□ Zeer betrouwbaar

- Het Pessarium
o Waar werkt het
□ Er komen wel zaadcellen in de vagina, maar die worden opgevangen(of gedood door de zaaddodende pasta). Dus voor de eicel
o Hoe werkt het
□ Moet voor het vrijen met zaaddodende pasta worden ingesmeerd en in de vagina worden geschoven
o Relatieve betrouwbaarheid
□ Als op de goede manier gebruikt wordt zeer betrouwbaar

- Zaaddodende Middelen
o Waar werkt het
□ Bij alleen zaaddodende pasta voor de zaadcel. Want er zijn geen vruchtbare zaadcellen meer. Die worden gedood door de pasta
o Hoe werkt het

□ De pasta dood de zaadcellen waardoor er geen bevruchting kan plaatsvinden
o Relatieve betrouwbaarheid
□ Op zichzelf niet erg betrouwbaar. Maar als het in combinatie met andere voorbehoedsmiddelen wordt gebruikt, maakt het de andere middelen betrouwbaarder

- Spiraaltje/ankertje
o Waar werkt het
□ Na de bevruchting. Eitje wordt bevrucht maar kan niet overleven door de slechte staat van de baarmoederwand.
o Hoe werkt het
□ Is nog niet bekent. Waarschijnlijke reden: Eitje wordt bevrucht maar kan niet overleven door de slechte staat van de baarmoederwand.
o Relatieve betrouwbaarheid
□ Als alles is, zoals het moet zijn. Zeer betrouwbaar

- Sterilisatie
o Waar werkt het
□ Ligt eraan of de sterilisatie bij de Man of Vrouw plaatsvindt. Bij de man voor de zaadcel want er komen geen zaadcellen meer vrij komen. Bij de vrouw voor de eicel omdat er een onderbreking in de eileider zit dus sterft het eitje in de eileider
o Hoe werkt het

□ Kleine ingreep waardoor de M/V niet meer vruchtbaar is. Bij de man wordt er een onderbreking gemaakt in de zaadleider hierdoor komen er geen zaadcellen meer vrij. Bij de vrouw wordt de eileider onderbroken en hierdoor kunnen er geen eitjes meer indalen
o Relatieve betrouwbaarheid
□ Zeer betrouwbaar

Zaadcel + eicel ----> Bevruchting ----> Zwangerschap



2.7

Zygote = bevruchte eicel
Klievingdeling vind plaats bij zygote

• Trofoblast
○ Zorgt voor innesteling baarmoederwand
○ Beschermt embryoplast
○ Wordt Placenta
§ Uitwisselingsorgaan
§ Buiten embryo

• Foetus
○ Zit in vruchtwater
§ Beschermt tegen stoten en druk
§ Rond vruchtwater twee vliezen
□ Chorion ( buitenste ) , Amnion ( binnenste )
® Houden vruchtwater vast
® Beschermen tegen infecties
○ Bloedsomloop voor de geboorte
§ Foetus krijgt voeding via placenta
□ Uitwisseling via tegenstroom principe

□ Bevat bloedvaten van zowel moeder als kind
§ Navelstreng
□ 2 Navelstrengslagaders
® Afvalstoffen en kooldioxide
□ 1 Navelstrengader
® Voedingsstoffen en zuurstof
• Verstoorde embryonale ontwikkelingen
○ Miskraam of ( spontane ) abortus
§ Meeste vinden plaats eerste 3 Maanden van de zwangerschap
□ De Placenta onvoldoende progesteron produceert dat het baarmoeder slijmvlies niet meer in stand kan worden gehouden
□ Erfelijke afwijking bij embryo en niet levensvatbaar
□ Door bepaalde ziekteverwekkers
□ Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
® De innesteling van het klompje cellen vind buiten de baarmoeder plaats
□ Door bepaalde medicijnen

® Bijv. DES
• Tweelingen
○ Twee-eiige tweelingen
§ Twee eicellen komen vrij en worden bevrucht
○ Eeneiige tweelingen
§ Klompje cellen wordt in de deling gesplitst
§ Elk klompje kan uitgroeien tot een embryo

2.8

• Verminderde vruchtbaarheid bij mannen
○ Hoeveelheid sperma afgenomen laatste 50 jaar
○ Kwaliteit sperman afgenomen
§ Precieze wijze niet bekend omdat er geen experimenten kunnen worden uitgevoerd
○ Bepaalde stoffen waarmee we te maken krijgen zijn nadelig voor vruchtbaarheid
• Verminde vruchtbaarheid bij vrouwen
○ Later kinderen willen krijgen
○ Bepaalde stoffen waarmee we te maken krijgen zijn nadelig voor vruchtbaarheid

• Het opheffen van ongewenste kinderloosheid

○ (Kl) kunstmatige inseminatie
§ Arts brengt bij de man bij de vrouw sperma in van een andere man
□ Donorsperma
® Bij spermabank
○ (IVF) in-vitrofertilisatie
§ Door toediening van hormonen worden in de eierstokken meerdere eicellen tot rijping gebracht. Vlak na de ovulatie haalt een arts de vrijgekomen eicellen uit de eileider. De eicellen worden in een voedingsmedium gebracht waarna de arts sperma van de man toedient
○ Implantatie
§ Klompjes cellen worden in de baarmoeder gebracht.

• Preïmplantatie diagnostiek
○ De gezondheidstoestand van het klompje cellen wordt onderzocht, voordat het terug geïmplanteerd wordt
§ Uit het acht cellige stadium wordt een cel onderzocht om te kijken of er geen, ernstige en onbehandelbare erfelijke aandoeningen zijn

2.9

De geboorte
• Na ±39 weken wordt het kind geboren
• Een foetus vanaf 24 weken kan buiten de baarmoederwand in leven worden gehouden
○ Wordt verpleegt in een couveuse

○ Moeder merkt de bevalling aan de weeën
§ Krachtige samentrekking van spieren in de baarmoederwand die met tussenpozen plaatsvinden
□ Samentrekking O.I.V. oxytocine, dat door de hypofyse wordt afgegeven
• Bevalling
○ Ontsluiting
§ Eerst weeën vinden om de 15 tot 20 minuten plaats
§ Hierdoor wordt het onderste deel van de baarmoederwand en de baarmoederhals rond het hoofdje van de foetus getrokken. Dit wordt de indaling genoemd
§ Na de indaling komen de weeën om de drie tot vijf minuten
§ De slijmprop in de baarmoederhals wordt uitgestoten en de opening in de baarmoederhals wordt groter. Dit wordt de ontsluiting.
§ De arts of verloskundige kan voelen hoe groot de opening in de baarmoederhals is. Als de opening 10cm is, is de ontsluiting volledig en het hoofdje van de foetus kan er doorheen

○ De uitdrijving
§ De weeën worden steeds krachtiger en gaan ook spieren in de buikwand zich samentrekken ( persweeën)
§ Hierdoor wordt het hoofdje van de foetus door de baarmoederhals gedrukt

§ Het hoofdje draait daarbij naar beneden, om onder het schaambeen van de moeder door te kunnen
§ Verschillende liggingen
□ Stuitligging
® Hoofd naar boven kont naar beneden
□ Dwarsligging
® Kind ligt horizontaal in de buik. Keizersnee nodig om eruit te kunnen
□ Normale ligging
® Hoofd naar beneden komt naar boven
○ Nageboorte
§ Nageboorte: De placenta, de resten van de navelstreng en de vruchtvliezen worden door samentrekking van de baarmoederwand losgewoeld
□ Gebuurt meestal ±15 na de geboorte
□ Arts kan helpen door zachtjes aan de navelstreng te duwen en op de buikwand te duwen
§ Als het kind is geboren is het bedekt met een laagje huidsmeer
□ Deze laag bied de baby bescherming tegen ziekte verwekkers. Daarom wordt het kind niet meteen gewassen
§ De arts verwijdert eerst slijm uit de mond en neus van baby

□ De baby wordt onderste boven gehouden om slijm uit longen te laten lopen
§ Vervolgens wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt.
□ Hierdoor kan er geen bloed meer van de placenta naar het kind stromen. Koolstofdioxidegehalte van het bloed stijgt. Hierdoor komt de ademhaling op gang .(Eerste schreeuw van baby)

• Vlak na de geboorte wordt de baby een zuigeling genoemd
• Borstvoeding
○ Aan het einde van de zwangerschap maakt de moeder het hormoon prolactine aan.
§ Stimuleert melk door de melkklieren in de borst
○ Oxytocine
§ Komt vrij als reflex als er aan de tepel wordt gezogen
§ O.I.V oxytocine trekken spiertjes in de wand van de afvoergangen van de melkklieren zich samen, waardoor de melk naar buiten wordt geperst
○ Moedermelk
§ Bevat alle voedingsstoffen die nodig zijn voor de groei van de baby.
§ Bevat antistoffen die de baby nodig heeft tegen bescherming van o.a. darminfecties.
§ Flesvoeding bevat deze antistoffen niet

Verandering in bloedsomloop

• Voor de geboorte
○ Door de navelstrengaders stroomt het bloed van de foetus naar de placenta
§ Een foetus krijgt zuurstof en voedingsstoffen van de moeder via de placenta. En geeft afvalstoffen en kooldioxide en andere afvalstoffen af via de placenta
§ In de poortader en de onderste holle ader van de foetus vindt vermenging plaats van bloed dat rijd is aan zuurstof en voedingsstoffen, met bloed dat arm is aan zuurstof en voedingsstoffen
○ Ovale Venster
§ Opening tussen de rechterboezem en de linkerboezem
§ Een gedeelte van het bloed wordt vervolgens door de linkerkamer in de aorta geperst
○ ductus Botalli
§ Het grootste gedeelte van het bloed dat door de rechterkamer wordt weggepompt in de rechter kamer komt via de ductus Botalli in de aorta terecht.
○ Er stroomt maar weinig bloed via de longslagaders naar de longen
§ Dit komt door de grote weerstand in de longhaarvaten
• Na de geboorte
○ Kind begint te ademen
§ Hierdoor worden de longen gevuld met lucht. Hierdoor neemt de weerstand in de longhaarvaten af. Er vind een aanzuiging van het bloed door de longen plaats
□ Bloed stroomt gemakkelijker vanuit de rechterkamer/rechterboezem in de longslagaders/longhaarvaten

○ Door die gevolgen daalt de bloeddruk in de rechterkamer/rechterboezem, bloeddruk stijgt in linkerboezem
§ Ovale venster vergroeit spoedig met de harttussenwand
○ Ductus Botalli
§ Spieren in de ductus Botalli trekken zich samen, waardoor hij nauwer wordt. Later verschrompeld en verdwijnt hij
○ Ook de resten van de navelstrengslagaders en - aders verschrompelen en verdwijnen

2.10

• Levenscyclus van een mens
○ Embryonale ontwikkeling, geboren worden, groeien en ontwikkelingen, voortplanten en sterven. Horen bij onze levencyclus
( Blijft doorgaan, van de mensheid)
• Levensfasen
○ Levensfase duren niet bij iedereen even lang
§ Baby (0-1.5 jaar)
□ Grove motorische ontwikkeling
® Leren bewegen met het hele lichaam
□ Fijne motorische ontwikkeling
® Bijv. met blokjes/voetjes spelen
□ Sociale ontwikkelen
® Leren communiceren met mensen

§ Peuter (1.5-4 jaar)
□ Verdere ontwikkeling van genoemde
§ Kleuter(4-6 jaar)
□ Verdere ontwikkeling van genoemde
§ Schoolkind(6-12 jaar)
□ Leert lezen, schrijven en rekenen
□ Ontwikkelen van denkvermogen
§ Puber ( 12-16 jaar)
□ Beginnen voortplantingsorganen te functioneren (o.i.v FSH en LH)
□ Secundaire geslachtskenmerken tot ontwikkeling( o.i.v oestrogenen en testosteron)
§ Adolescent( 16-21 jaar)
□ Leert geheel zelfstandig te worden
§ Volwassene (16-65 jaar)
□ Willen zich voortplanten
§ Bejaarde (boven 65 jaar)
□ Veel mensen krijgen op latere leeftijd lichamelijke of geestelijke gebreken en worden hulpbehoevend
• Levensloop

○ Elk individu heeft zijn eigen levensloop

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.