Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Thema 1 bas 1-3

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 445 woorden
  • 21 augustus 2008
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
6 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Inspiratie nodig voor je profielwerkstuk?

Ben jij op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk, maar weet je niet waar te beginnen? Bij de Universiteit Twente vind je volop inspiratie. Van organen op chips tot fast fashion tot het programmeren van een robot – er is altijd wel een onderwerp dat bij jouw interesses past.

Lees meer!
BAS 1

Moleculen van organische stoffen
Koolstof C
Waterstof H
Zuurstof O
Glucose C6H12O6
Eitwit C, H, O, N en vaak ook S, P

Moleculen van anorganische stoffen kunnen heel verschillende atomen bevatten.

Assimilatie (opbouw) doel: energie vastleggen (in ATP) organische stoffen zijn dus energierijk. Voor assimilatieprocessen is altijd energie nodig. *Energie vastgelegd in moleculen noemen we chemische energie*
Voorbeeld assimilatie: fotosynthese
6 H2O + 6 CO2 + licht - C6H12O6 + 6 O2
Er zijn ook andere assimilatie processen: bijv. Aminozuren - eiwitten

Dissimilatie (afbraak) oxidatie/verbranding (= formule fotosynthese andersom)
De chemische energie die bij assimilatie van organische moleculen was vastgelegd komt vrij.
Elk organisme heeft voortdurend energie nodig en in elk organisme vind dus continu dissimilatie/verbranding plaats.
Energie komt vrij als kinetische energie (maken van bewegingen) of warmte (op peil houden lichaamstemp.) Vrijgekomen energie kan ook weer chemisch opgeslagen worden. Elektrische energie (zenuwcellen) lichtenergie (glimwormen, vuurvliegjes)

Vrijgekomen energie wordt eerst opgeslagen in de moleculen van de stof ATP(ATP-molecuul bestaat uit 3 fosfaatgroepen)
Als de 3e fosfaatgroep wordt afgesplitst komt de chemische energie vrij.

BAS 2

Enzym = versnellen(katalyseren) of vertragen van chemische reacties.
Ze zijn zelf eiwitten
Sleutel-slotprincipe (soortspecifiek)
Zuurgraad temperatuur afhankelijk. Let op koken - denaturatie
Bij reacties blijven de enzymen zelf intact; worden zelf niet gebruikt.
De stof(fen) waarop een enzym inwerkt noemen we substraat.
De naam van een enzym is vaak afgeleid van het substraat met het achtervoegsel -ase.
De stof die bij de reactie ontstaat noemen we het product van de reactie.
De vorm van een enzymmolecuul is ingewikkeld en substraatspecifiek.
Als het substraatmolecuul aan het enzymmolecuul gebonden word ontstaat er een enzymsubstraatcomplex. Door deze EScomplex kunnen bindingen tussen atomen worden verbroken en tussen andere atomen makkelijker tot stand komen.
Hoe hoger de temperatuur hoe sneller werken de moleculen.
Het verband tussen temp. En enzymactiviteit word weergegeven in een optimumkromme.
Boven de max. temp hebben alle enzymmoleculen hun specifieke vorm verloren (onomkeerbaar)

BAS 3

Heterotofe organismen - planten + cyanobacterien.
Autotrofe organismen - nemen organische stoffen op. Bijv. CO2 en H2O hieruit word glucose gevormd. Bij dit proces komt zuurstof vrij. We noemen dit koolstofassimilatie (alleen bij autotrofe organismen)
Koolstofassimilatie is de vorming van glucose en zuurstof uit koolstofdioxide en water.
6 CO2 + 6 H2O + energie - C6H12O6 + 6 O2
Als deze energie licht is spreken we van fotosynthese.
Fotoautotroof - organismen met bladgroen (chlorofyl) zoals planten en cyanobacterien.
Glucose die bij fotosynthese ontstaat wordt in de bladeren van de planten onmiddellijk omgezet in zetmeel.
Zetmeel kun je aantonem met de indicator joodoplossing.
Fotos betekend licht (fotosynthese = lichtsynthese, licht is de energiebron)
Bij fotosynthese wordt lichtenergie vastgelegd als chemische energie in glucosemoleculen
Absorptiespectrum van een stof geeft aan in welke mate verschillende kleuren licht door die stof worden geabsorbeerd. (binastabel 71)

REACTIES

S.

S.

Ik vind het een prima samenvatting, nu snap ik het al een stuk beter!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.