Samenvatting paragraaf 4.1 Prikkels en Gedrag

Nectar Biologie havo vwo 1 paragraaf 4.1 Prikkels en Gedrag

Gedrag is alles wat een mens of dier doet, het ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. Een sleutelprikkel roept altijd hetzelfde gedrag op. 

Begrippen: inwendige prikkels, uitwendige prikkels, sleutelprikkel.

Je kunt om verschillende redenen gedrag bestuderen. Om te kijken of een hond geschikt is voor politiehond, onderzoekt de hondentrainer eerst het gedrag. Een bioloog die diergedrag bestudeert, noem je een etholoog. 

Begrippen: etholoog

Gedrag kun je verdelen in kleine stukjes. Zo'n stukje gedrag noem je een handeling. Een lijst met beschrijvingen van handelingen noem je een ethogram. Daarin zet je elke handeling van je dier en geef je die een naam, een afkorting en een omschrijving.

Begrippen: handeling, ethogram

Hoe onderzoek je het gedrag van een dier?

1. Je observeert wat het dier allemaal doet.

2. Je maakt een ethogram.

3. Daarna onderzoek je bijvoorbeeld hoe vaak het dier een handeling doet in een bepaalde tijd. Het resultaat noem je een protocol.

Een protocol is een overzicht van de handelingen die een mens of dier gedurende een bepaalde tijd laat zien.

4. Als laatste geef je je resultaten overzichtelijk weer in een (staaf)diagram.

Begrippen: observeren, ethogram, protocol, diagram