Paragraaf 9.1

Beoordeling 8.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 289 woorden
  • 16 mei 2016
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 8.9
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Paragraaf 9.1 Je lijf werkt

Hoe werkt je lichaam?

De meeste ORGANEN liggen in de ROMP. Het middenrif verdeelt je romp in 2 delen: de borstholte en de buikholte. Je lichaam bestaat uit ORGAANSTELSELS. Orgaanstelsel bestaan uit verschillende organen. Organen zijn opgebouwd uit WEEFSELS. Weefsels bestaan dan weer uit CELLEN. De volgorde van groot naar klein is dan ook: Organisme à Orgaanstelsel à Orgaan à Weefsel à Cel. Je hebt verschillende orgaanstelsels:

Orgaanstelsel

Taak

Organen

Verterings-stelsel

Maakt voedsel zo klein, dat het bloed de voedingstoffen uit het voedsel kan opnemen

Mond, slokdarm, maag, darmen,

anus

Uitscheiding-stelsel

Zorgt dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt

Nier, urineleider,

blaas, urinebuis

Zenuwstelsel

Zorgt dat alle organen goed werken

Hersenen,

ruggenmerg,

zenuwen

Ademhalings-

stelsel

Ze nemen vanuit de lucht zuurstof op vanuit het bloed en ze geven koolstofdioxide af vanuit het bloed naar de lucht

Neusholte, mondholte, luchtpijp, long

Bloedvaten-

stelsel

Vervoert voedingstoffen, zuurstof en andere stoffen door je lichaam

Bloedvaten, hart

De hele dag heb je energie nodig. Heel vaak haal je ENERGIE uit GLUCOSE. Door het verbranden van glucose komt er energie in je spieren. Voor de VERBRANDING heb je ZUURSTOF nodig. Verschillende orgaanstelsels helpen hieraan mee:

                                                        j verbranding komen er 2 afvalstoffen: Koolstofdioxide en water. Ze gaan op verschillende manieren je lichaam uit:

~ Je ademt het uit

~ Als urine op het toilet

~ Zweten

Alles bij elkaar kan je het makkelijk op schrijven:

GLUCOSE + ZUURSTOF à ENERGIE + KOOLSTOFDIOXIDE + WATER

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.