Par 4.1
Hoe ontstaat gedrag?
Bij biologie is het niet van wat iemand van je gedrag vindt maar je gedrag is alles wat een mens of dier doet. Gedrag ontstaat door een reactie op een inwendige en/of uitwendige prikkel. Je gedrag in de klas ontstaat door inwendige en uitwendige prikkels.
Het is bijvoorbeeld het resultaat van zin of geen zin hebben.
Voorbeeld: Jonge pimpelmeesjes doen hun bek open om gevoerd te worden. De uitwendige prikkel is ‘het zien van een ouder’ en de inwendige prikkel is ‘honger’.
Gedrag bij een haas:
De haas zit rechtop in het veld als je naar de haas toe loopt gaat de haas platliggen en als je echt dichtbij komt dan gaat de haas rennen.
Voorbeelden van gedrag zijn: “platliggen”, “rechtop zitten” en “rennen”. Het gedrag van de haas als hij wegrent zou dan ook zijn angst.
Prikkels:
Veranderingen waar je op kunt reageren heten prikkels.
- Inwendige prikkel: Als de prikkel vanuit het lichaam komt (angst)
- Uitwendige prikkel: Als de prikkel van buiten het organisme komt (een naderend mens)
Werk een prikkel altijd?
Ja, Alleen soms vangen dieren of mensen een prikkel wel op maar reageren ze er niet op. Bijvoorbeeld: Een hond die zijn baasje hoort maar toch blijft door snuffelen aan de boom waar een andere hond heeft geplast
Sleutel Prikkels:
Er zijn prikkels die tot gedrag leiden en ze roepen ook steeds hetzelfde gedrag op. Dit noem je een sleutelprikkel. Hoe een sleutel van je voordeur je deur openmaakt zo start een sleutelprikkel het gedrag.
Voorbeeld: Zodra een ouder van de jonge pimpelmezen aankomt bij het nest doen de kleine pimpelmeesjes hun bekjes open de oranje binnenkant van hun bekjes is de sleutelprikkel van de ouder dat hij ze moet voeren.
Voorbeeld 2: Stekelbaars mannetjes dreigen altijd naar andere mannetjes. De rode buik van een stekelbaars is de sleutelprikkel voor het dreigen naar elkaar toe. vrouwtjes hebben geen rode buik.
Par 4.2
Hoe bestudeer je gedrag?
Je kunt om verschillende redenen gedrag bestuderen bijvoorbeeld: Kijken of een hond goed is voor een opleiding tot politiehond maar biologen bestuderen waardoor gedrag ontstaat zo iemand noem je een Etholoog.
Gedrag kan je opdelen in kleine stukjes zo’n klein stukje gedrag heet een handeling
Voorbeeld van een handeling: lepel pakken, lepel in de soep doen en lepel in mond doen. Je moet immers wel de goede volgorde handelingen doen. voor je soep kan eten.
- Etholoog: Een bioloog die gedrag bestudeert
- Ethogram: Een lijst met handelingen
- Protocol: nadat je het ethogram heb gemaakt kan je het protocol maken. Je houdt gedurende tijd bij hoe vaak, in welke volgworde en hoelang een dier de handeling begaat.
Hoe leren dieren en mensen?
Jonge dieren besteden veel tijd aan spelen. Door dat spelen leren ze hoe ze om moeten gaan met kinderen en andere dieren. Ook omdat ze het zoveel doen leren ze het als gedrag aan. Zoals aanvallen en vechten.
Dieren en kinderen bootsen tijdens het spelen gedrag van hun ouders na dat noem je imiteren. Mensen en dieren leren ook door te oefenen voorbeeld: je probeert 9x op goal te schieten en dan lukt het de 10x. Vroeger op school heb je het ook zo geleerd met schrijven je oefent heel vaak en dan lukt het en dan krijg je een sticker. Dat is leren met beloningen.
Fietsen doe je nu zonder na te denken maar vroeger toen je het voor de eerste keer deed as het niet zo makkelijk om allemaal dingen te doen tegelijkertijd zoals trappen, sturen en remmen.
Sommige dieren kunnen ook leren door na te dat noem je leren door inzicht. Wanneer je een oplossing gaat vinden voor een probleem leer je dus door inzicht
Als een jonge gans uit het ei komt dan volgt hij zijn moeder en leert de vormen geluiden en bewegingen kennen. Het kuiken kan dat alleen in de eerste periode van zijn leven dat leren. Dat noem je inprenting. Zonder inprenting zoden veel jongen kuikentjes niet overleven omdat ze in hun eerste periode van hun leven geen ouders die hun ergens tegen kunnen houden.
Hoe train je dieren?
Als een wolf honger heeft in de natuur dan gaat hij voedsel zoeken. Hij ziet een prooi en probeert hem te vangen en het lukt dan heeft hij voedsel gevangen maar als het niet lukt dan heeft hij geen eten en dan ook niet goed gedaan. Dit is ook een beetje hetzelfde als je iets wil leren. Bijvoorbeeld als je een hond een kunstje wil leren dan gaat dat het best met beloningen als hij iets goeds doet dan verdient hij een beloning (snoepje) maar als hij het niet goed doet dan krijgt hij niks. Bij opvoeding is dit ook erg handig.
Moet je alles leren?
Gedrag dat je vanaf je geboorte al hebt heet aangeboren gedrag. Voorbeelden: Jonge vogels die sperren bij hun ouders. Pasgeboren zoogdieren doen hun bekje pas open als ze een tepel voelen, zien of ruiken. Komt de tepel in hun bekje dan gaan ze gelijk zuigen. Het zuigen aan de tepel noemen we de zuigreflex dat is een aangeboren gedrag de prikkel daarvoor is iets voelen in je bek.
- Reflex: Als op een prikkel meteen een reactie volgt
4.3 lichaamstaal
Wat is lichaamstaal?
Dieren gebruiken net zoals mensen lichaamstaal om elkaar iets duidelijk te maken. Honden laten met hun kop en staart zien wat ze bedoelen je kan ook zien aan hun staart of ze blij, boos of verdrietig zijn. Als een hond bang is gaat ie een beetje dreigen en houd ie zijn staart in. Als honden hun staart in de lucht hebben betekend dat dat ze zeggen dat ze de baas zijn
- Non-verbaal: Als je iets laat weten zonder te spreken.
- Verbaal: Als je iemand iets duidelijk maakt met woorden
- Lichaamstaal: De uitdrukking op het gezicht en de lichaamshouding kan iemand zien of iemand blij of verdrietig is bijvoorbeeld als iemand traanogen heeft en een beetje sip kijkt dan is die verdrietig maar als iemand een grote glimlach heeft dan zie je gelijk dat iemand blij is.
- Signaal: Door middel van lichaamstaal geeft een hond bijvoorbeeld een boodschap aan een andere hond dat noem je een signaal
Vrouwtjes mantelbavianen maken ook gebruik van lichaamstaal. Aan hun rode en gezwollen kont. Willen ze laten zien dat ze vruchtbaar zijn aan dan mannetjes. Een mannetje paart met een vrouwtje en past op of andere mannetjes niet hetzelfde doen.
Waardoor zorgen ouders hun jongen?
Baby’s hebben signalen die verzorggedrag oproepen, bijvoorbeeld een groot rond voorhoofd. Overdreven signalen zijn signalen die die erg opvallen. Knuffeldieren zijn schattig omdat ze overdreven signalen uitstralen
REACTIES
1 seconde geleden