Biologie samenvatting §7.4
6 voedingstoffen:
Voedingstof |
Verteer? |
Functie |
Koolhydraten/Zetmeel |
Ja |
Brandstof |
Vetten |
Ja |
Brandstof/Bouwstof |
Eiwitten |
Ja |
Bouwstof |
Water |
Nee |
Bouwstof |
Mineralen |
Nee |
Beschermend/Bouwstof |
Vitamines |
Nee |
Beschermend |
Koolhydraten:
- -ose (glucose)
- zetmeel
Eiwitten:
- -ine (insuline)
- 20 aminozuren (8 kunnen mensen niet zelf maken)
Vetten:
- 20 verschillende
- Onverzadigd: vloeibaar, plantaardig, visolie
- Verzadigd: vast, dierlijk
Verteren = het in stukjes hakken van moneculen zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen
Keelholte:
- Huig = sluit neus af bij het slikken
- Strotklep = sluit de luchtpijp af bij het slikken
- Peristaltische beweging = knijpen van het voedsel door het spijsverteringsstelsel
Enzymen = knippen een stof doormidden
Orgaan |
Wat verteerd het? |
Spijsverteringssap |
Mond |
Koolhydraten |
Speeksel |
Maag |
Eiwitten |
Maagsap (zuur) |
Twaalfvingerige darm |
Koolhydraten Eiwitten Vetten |
Alvleessap (galsap) |
Dunne darm |
Koolhydraten Eiwitten Vetten |
Darmsap |
Dikke darm |
Cellulose, vitamine K |
Bacterien |
REACTIES
1 seconde geleden