Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hormoonstelsel

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1662 woorden
  • 10 april 2002
  • 189 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
189 keer beoordeeld

Hypofyse Tekening van de hypofyse: Bouw van de hypofyse: De hypofyse bestaat uit een voorkwab en een achterkwab. Door middel van een steeltje is de hypofyse met de hersenen verbonden en wel met de hypothalamus (deel van de hersenstam). Ligging van de hypofyse: De hypofyse is een orgaantje dat ligt onder hersenen in het Turkse zadel, een uitholling van het wiggebeen. Het heeft de grootte van een flinke erwt , ca. 1,5 cm breed en 0,5 tot 1 cm hoog. Welke hormonen produceert de hypofyse? De hypofyse produceert een groot aantal hormonen waardoor andere hormoonklieren worden aangezet tot hormoonproductie. Deze hormonen heten glandotrope hormonen. De hypofyse wordt ook beïnvloed door de hypothalamus, het onderste deel van de tussenhersenen. Er is dus een nauwe samenwerking tussen het neurologisch en het hormonaal stuurmechanisme. De hypofysevoorkwab produceert de volgende hormonen:  groeihormoon; dit stimuleert vooral de lengtegroei van de botten door activering van de groeischijven(epifysaire schijven) in de pijpbeenderen. Het groeihormoon bevordert tevens de ontwikkeling van spierweefsel. De naam van dit hormoon is enigszins misleidend, omdat dit hormoon tot op zeer hoge leeftijd geproduceerd wordt. Wanneer gedurende de jeugdjaren de voorkwab te weinig of eventueel te veel groeihormoon produceert, ontstaat dwerggroei of reuzengroei.  Bijnierschorsstimulerend hormoon; dit stimuleert de bijnierschors tot productie van zogenaamde schorshormonen.  Schildklierstimulerend hormoon; dit zet de schildklier aan tot de vorming van het schildklierhormoon thyroxine.  Geslachtsklierstimulerende hormonen; deze stimuleren de geslachtsklieren of gonaden: bij de vrouw de eierstokken en bij de man de zaadballen. Er zijn 2 geslachtsklierstimulerende hormonen, namelijk FSH (follikelstimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon). Het hormoon FSH bevordert bij de vrouw de groei en ontwikkeling van de follikels in de eierstok. Follikels zijn blaasjes waarin zich een eicel ontwikkeld. Bij de man heeft FSH invloed op de ontwikkeling van zaadcellen. Het hormoon LH stimuleert bij de vrouw de ontwikkeling van het gele lichaam in de eierstok. Bij de man stimuleert LH de productie van het mannelijk geslachtshormmoon testosteron, waarvan de productie plaatsvindt in de zaadballen.  Prolactine; dit hormoon stimuleert de melksecretie (lac=melk) bij de moeder na de geboorte van het kind. De hypofyseachterkwab produceert de volgende hormonen: De hypofyseachterkwab produceert zelf geen hormonen. Het is echter een tijdelijke opslagplaats van 2 hormonen die geproduceerd worden door de hypothalamus. Deze 2 hormonen worden dan vervolgens door de achterkwab aan het bloed afgegeven. Het gaat over de volgende hormonen:  antidiuretisch hormoon (ADH): Dit hormoon speelt een belangrijke rol in de nieren waar het zorgt voor de terugresorptie van water. Het gaat dus de urineproductie tegen. Dit hormoon houdt de waterbalans nauwkeurig in evenwicht. Wanneer we veel vocht verloren hebben, dan zal er door de hypofyseachterkwab meer ADH worden afgegeven. De urineproductie zal hierdoor dan sterk afnemen zodat het waterverlies wordt beperkt. Wanneer er te weinig ADH wordt geproduceerd, zal er dus overmatig veel urine worden geproduceerd, soms wel 15 liter per etmaal.  Oxytocine: Dit hormoon veroorzaakt samentrekkingen van glad spierweefsel met name in de wand van de baarmoeder op het einde van de zwangerschap. Hierdoor ontstaan de weeën. In de verloskunde speelt dit hormoon dan ook een belangrijke rol. Het hormoon oxytocine veroorzaakt bovendien contractie van het gladde spierweefsel in de borstklier en bevordert zo de afgifte van de melk na de geboorte van het kind. Dit hormoon mag je dus niet verwarren met prolactine (PRL), dat zorgt voor de productie van melk in de borstklier. Sinds kort weten we dat oxytocine ook belangrijk is voor de hechting van de moeder aan het pasgeboren kind. Oxytocine wordt daarom ook wel ‘knuffelhormoon’ genoemd. Schildklier Tekening van de schildklier: Bouw van de schildklier: Klier met inwendige afscheiding, bestaande uit 2 ter weerszijden van de luchtpijp gelegen, met elkaar verbonden lobben die zijn opgebouwd uit kleine, met een taaie vloeistof gevulde blaasjes. De schildklier weegt bij de volwassenen 15-25 gram en hij is daarmee een van de grootste klieren met inwendige afscheiding (endocriene klieren) in het lichaam. De 2 lobben of kwabjes zijn met een bruggetje van schildklierweefsel aan elkaar verbonden. Elk kwabje bestaat uit een groot aantal ronde blaasjes (follikels) van microscopisch kleine afmeting. De wand van deze blaasjes bestaat uit eenlagig dekweefsel. De cellen van dit dekweefsel vormen een eiwitachtige stof (colloïd) waaraan de hormonen gebonden zijn. Ligging van de schildklier: Deze klier ligt tegen het strottenhoofd. (zoals je op de tekening van de klier kan zien). Ligt aan de voorzijde van de hals en bedekt het schildkraakbeenstuk van het strottenhoofd en de bovenste ringen van de luchtpijp aan de voorzijde. Op de 2 schildklierlobben bevinden zich de 4 bijschildkliertjes. Welke hormonen produceert de schildklier? Er worden 2 hormonen afgescheiden, namelijk thyroxine en calcitonine. De schildklier heeft voor zijn normale ontwikkeling als voor de productie van het schildklierhormoon het element jood (jodium) nodig. Thyroxine: heeft invloed op de verbranding in de cellen. Het heeft dus invloed op de stofwisseling in ‘rust’, ook wel grondstofwisseling of basaalmetabolisme genoemd. Wanneer er te veel schildklierhormoon wordt geproduceerd is de grondstofwisseling verhoogd. De patiënten zijn rusteloos, vermageren snel, hebben een snelle pols, hoge lichaamstemperatuur en dikwijls uitpuilende ogen. Deze hyperfunctie van de schildklier kennen we onder naam: ziekte van Basedow. Bij een hypofunctie zal de stofwisseling op een laag pitje staan, dat betekent dat de groei sterk achterblijft. Calcitonine: dit hormoon verlaagt het calciumgehalte in het bloed.
Bijschildklieren: Tekening van de bijschildklieren: Bouw van de bijschildklier: Het schildklierweefsel bestaat uit blaasjes (follikels), terwijl het weefsel van de bijschildklier is opgebouwd uit klompjes en strengen cellen. De bijschildklier is, net als alle klieren met inwendige afscheiding, omgeven door een bindweefselkapsel die voor de stevigheid zorgt. Ligging van de bijschildklier: De bijschildklieren zijn kleine endocriene kliertjes die achter en tegen de schildklier aanliggen. De bijschildkliertjes, meestal 4 in getal (soms zijn het er ook wel 2 of meer dan 4) zijn kleine geel- tot okerachtige gekleurde orgaantjes van niet meer dan een halve centimeter. Ze zijn gelegen tussen de achterzijde van de schildklier en de voorzijde van de luchtpijp. Bij elkaar wegen de bijschildklieren nog geen 100mg. Het zijn dus hele kleine orgaantjes, die echter een grote hormoonproductie hebben. Met het ongewapende oog zijn ze moeilijk te onderscheiden van het schildklierweefsel, onder de microscoop is het onderscheid veel duidelijker. Welk hormoon produceren de bijschildklieren? Ze produceren het parathormoon, dat een regelende invloed heeft op de kalk(calcium)- en fosfaathuishouding in het lichaam en bijgevolg van belang is voor de botvorming en de werking van spieren en zenuwen. Alvleesklier: Tekening van de alvleesklier: Bouw van de alvleesklier: De alvleesklier is een ca. 12 tot 15 cm lang orgaan. In iedere alvleesklier bevinden zich gemiddeld 1 miljoen eilandjes van Langerhans. Desondanks vormen alle eilandjes samen slechts 2% van het totale volume van de alvleesklier. Een eilandje van Langerhans bestaat uit ongeveer 100 cellen en heeft een diameter van ongeveer 1/7 mm. Ligging van de alvleesklier: De alvleesklier ligt achter de maag, het achterste buikvlies en voor de wervelkolom ligt. Het brede gedeelte van de alvleesklier bevindt zich ter hoogte van de twaalfvingerige darm; de smalle ‘staart’ ter hoogte van de milt. Welke hormonen produceert de alvleesklier? De hormoonproductie vindt plaats in de eilandjes van Langerhans. Zij vormen dus het endocriene deel van de alvleesklier. De meeste cellen van zo’n eilandje produceren het hormoon insuline (insula= eiland), terwijl er ook cellen zijn die het hormoon glucagon produceren. Insuline: heeft invloed op het hele lichaam, met name op bloedglucosegehalte. De functie van dit hormoon is: bevordert de omzetting van glucose in glycogeen (verlaging bloedglucosegehalte) Glucagon: heeft invloed op het hele lichaam, met name op bloedglucosegehalte. De functie van dit hormoon is: bevordert omzetting van glycogeen in glucose (verhoging bloedglucosegehalte) Bijnier: Tekening van de bijnier: Zie plaatje bij ‘ligging’ bijnier voor vertaling van de delen. Bouw van de bijnier: De bijnier is een ca. 1-cm dik orgaan. Een bijnier is opgebouwd uit de (buitenste) bijnierschors en het (binnenste) bijniermerg. Ligging van de bijnier: De bijnieren liggen als kapjes links en rechts op de nieren. Welke hormonen produceert de bijnier? De bijnierschors produceert verschillende hormonen. Ze worden samengevat onder de naam: schorshormonen of corticoïden (cortex= schors). Aldosteron: heeft invloed op de nieren, met name op de mineraalhuishouding. De functie van aldosteron: stimuleert de terugresorptie van natrium, en de uitscheiding van kalium. Cortisol: heeft invloed op het hele lichaam. De functie van cortisol: remt ontstekingsreacties en overgevoeligheidreacties
Het bijniermerg produceert 1 hormoon: Adrenaline: heeft invloed op het hele lichaam, met name op lever- en spiercellen. De functie van adrenaline: het is een ‘actie’ hormoon bij alarmsituaties:  Bloedglucosegehalte stijgt  Hartslag en ademhaling versnellen  Bloeddruk stijgt  Werking van maagdarmkanaal wordt geremd Geslachtsklieren: Tekening van de geslachtsklieren: Bij de man: testis (teelbal) bij de vrouw: ovarium (eierstok) Bouw van de geslachtsklieren: Bij de man: De 2 zaadballen hebben een ovale vorm en zijn ongeveer 4 cm lang. De zaadballen zijn met een stevig bindweefselkapsel omgeven, dat zich in het inwendige voortzet in een aantal schotjes, waardoor zij in een aantal kwabjes zijn verdeeld. In ieder van deze kwabjes liggen de sterk gewonden zaadkanaaltjes, waarvan de wandcellen de zaadcellen vormen. Tussen de kanaaltjes ligt een tussenweefsel dat het karakter heeft van een endocriene klier. Bij de vrouw: De 2 eierstokken zijn amandelvormige organen. De eierstokken zijn 3-4 cm lang en 1-2 cm breed en vormt met de baarmoeder en de eileider de inwendige vrouwelijke geslachtsorganen, welke via de schede met de buitenwereld in verbinding staan. Ligging van de geslachtsklieren: Bij de man: De zaadballen liggen in de balzak. (zie tekening geslachtsklieren) Bij de vrouw: De eierstokken liggen in de baarmoeder, aan het uiteinde van de eileider. Welke hormonen produceren de geslachtsklieren? Bij de man: De zaadballen produceren het mannelijk geslachtshormoon testosteron. Testosteron: heeft invloed op het hele lichaam en de zaadcellen. De functie van testosteron: het ontwikkelen van de secundaire geslachtskenmerken en de productie van zaadcellen. Bij de vrouw: De eierstokken produceren de beide vrouwelijke geslachtshormonen oestron en progesteron. Oestron: heeft invloed op het hele lichaam en op de baarmoeder. De functie van oestron: het ontwikkelen van de secundaire geslachtskenmerken en het herstel van baarmoederslijmvlies na de menstruatie. Progesteron: heeft invloed op de baarmoeder. De functie van progesteron: verdikking van baarmoederslijmvlies en beschermt de jonge vrucht.

REACTIES

S.

S.

In het verslag staat, dat de vrouwelijke geslachtshormonen o.a. Oestron aanmaken. Volgens mij moet dit Oestrogeen zijn...

Verder een heel duidelijk verslag!

Groet,
Suzan

17 jaar geleden

B.

B.

heej leuk verslagje = echt leuk! echt heeel leuk. nice xxxxx bob-jan-kees

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.