Biologie hoofdstuk 9 – Bloedsomloop
§9.1 Hart en bloedsomloop
Spieren trainen
Door vaak te trainen moet het hart steeds vaker harder werken waardoor de hartspier toeneemt in dikte en kracht.
Een hartslag
Eerst trekken de boezems samen, vervolgens de kamers waarna een korte pauze volgt. Bij een stethoscoop hoor je 2 tonen, de 1e toon is het sluiten van de kleppen tussen de boezems en de kamers, de 2e toon het sluiten tussen kamers en slagaders. Na de 2e toon is er een korte pauze.
1 hartslag heeft 3 fasen:
- De passieve vullingsfase. De kamers en de boezems zijn ontspannen (een diastole). Het bloed gaat door de boezems en de hartkleppen naar de kamers (0,4s).
- De boezemsystole. De boezems persen het laatste beetje bloed in de kamers (0,1s).
- De kamersystole. De kamers persen het bloed in de longslagaders en de aorta. Door de druk sluiten de hartkleppen en gaan de slagaderkleppen open. Zodra de kamers ontspannen daalt de druk tot onder de druk van de slagaders en sluiten de slagaderkleppen.
Bloedsomloop
Linker en rechter harthelft gescheiden door een tussenschot waardoor ze allebei een aparte pomp hebben.
De kleine bloedsomloop: de rechter harthelft pompt O2-arm bloed door de longslagaders naar de longen. Het O2-rijke bloed komt via de longaders terug naar de linkerboezem.
De grote bloedsomloop: de linker harthelft pompt het O2-rijke bloed via de aorta en slagaders naar organen. De O2 gaat naar de cellen in de organen. Het O2-arme bloed stroomt daarna via de aders en de holle ader terug naar de rechter boezem.
De grote bloedsomloop + de kleine bloedsomloop = de dubbele bloedsomloop.
Slagaders stromen van het hart af en zijn vernoemd naar het orgaan waar ze naartoe stromen. De eerste aftakking van de aorta heet de kransslagader en brengt bloed naar de hartspier.
Aders stromen naar het hart toe en zijn vernoemd naar het orgaan waar ze vandaan komen. Kransaders zijn de aders die van het hartspierweefsel afkomen. De ader tussen de darm en de lever heet de poortader en de grote aders naar de rechter boezem heet de holle ader.
Haarvaten lopen door de organen.
We hebben een gesloten bloedsomloop omdat rode bloedcellen altijd in een bloedvat zitten.
Vissen hebben maar 1 kamer en 1 boezem. O2-arm bloed stroomt eerst naar de kieuwen en daarna naar de rest van het lichaam.
Insecten hebben een spierlaag aan hun rugzijde (de hartbuis). Het bloed heeft geen bloedcellen. De hartbuis pompt het bloed naar de kop. Vanuit daar sijpelt het door de open ruimtes van de cellen heen. De hartkamers in de hartbuis hebben een aanzuigingskracht. 02 nemen insecten op door tracheeën.
Embryonale bloedsomloop
Voor de geboorte krijgt een embryo O2 van de moeder via het bloed uit de navelstreng uit de placenta. Dit bloed vermengt met de holle ader van de baby dat O2-arm is. Daardoor krijgt de baby altijd maar half O2-rijk bloed in de rechterkamer.
Het meeste bloed uit de rechter harthelft van een baby stroomt niet naar de longen. Longen spelen nog geen rol in de gaswisseling. Voor de geboorte stroomt het bloed van de rechter boezem naar de linker boezem via het ovale venster. Deze moet bij de geboorte dichtgaan. Er is nog een sluiproute van het bloed, namelijk via de ductus Botalli. Dat is een verbinding tussen de longslagader en de aorta. Daardoor gaat het bloed van de longslagader de aorta in.
Na de geboorte zijn er 5 veranderingen in de bloedsomloop:
- Baby huilt ® lucht in longen ® meer bloed toe- en afvoer van en naar de longen.
- Ovale venster sluit waardoor er meer druk is in de linker harthelft. Door de sluiting gaat al het bloed van de rechterhelft naar de longen.
- De ductus Botalli sluit. Het overblijfsel is bindweefsel.
- Het bloedvat tussen de navelstrengader en de holle ader sluit na het afbinden van de navelstreng.
- De bloedvaten van de navelstreng verschrompelen.
§9.2 Bloeddruk
Extra zwaartekracht
Bij een te hoge zwaartekracht stroomt er meer bloed naar de benen en dus minder naar het hart en het hoofd. De bloeddruk daalt dus in het hart en het hoofd. Bloeddrukreceptoren in de aorta en de halsslagaders registreren dat. Als reactie daarop vernauwen de slagaders in de benen waardoor er weer meer bloed beschikbaar is voor de rest. Daarbij gaat de hartslagfrequentie weer omhoog. Door deze 2 reacties stijgt de bloeddruk in het hart en het hoofd weer.
Bloedgolven
Zodra het bloed vanuit de kamers in de slagader wordt gepompt, verhoogd de bloeddruk in de slagader tijdelijk. Daarbij rekt de wand van de slagader ook mee. Die tijdelijk hoge druk in de slagader is de systolische druk of de bovendruk. De elasticiteit van de slagader dempt de drukverhoging en verhoogt de druk na het sluiten van de slagaderkleppen. Zodra de kamers ontspannen in de diastole neemt de bloeddruk weer af tot de basiswaarde dat de diastolische druk of de onderdruk heet.
Doordat de wanden van de bloedvaten uitrekken kunnen er kleine littekentjes ontstaan waar vetachtige stoffen aan vast kunnen kleven. Dit heet atherosclerose (=vernauwing of verstijving van de bloedvaten. Hierbij speelt cholesterol een rol. Te hoge concentraties cholesterol kan leiden tot atherosclerose.
Bloeddrukmeting
Gebeurt bij de bovenarm, omdat dit ter hoogte van het hart is en de druk dus ook bijna hetzelfde is als in het hart. De manchet wordt opgepompt tot ongeveer 26 kPa, omdat de armslagader dan is dichtgedrukt. Met een stethoscoop hoort men dan niks. Het ventiel van de manchet wordt een beetje opengedraaid. Op een bepaald moment is de druk in de manchet net iets lager dan die van de linker kamer. Men hoort dan het bloed door de slagader stromen. Hij leest dan op de meter de bovendruk af. De druk in de manchet wordt nog iets meer afgenomen. Op het moment dat het bloed ongehinderd door kan stromen is de onderdruk bereikt. Er is dan geen geluid van doorstromend bloed meer te horen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden