Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 8

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 884 woorden
  • 12 november 2017
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1. Het milieu heeft invloed op de mens. We zijn afhankelijk van het milieu, want het levert ons zuurstof, water, energie, grondstoffen en plaats voor recreatie. Door de invloed van de mens zijn milieuproblemen ontstaan. De mens kan stoffen toevoegen en onttrekken, maar ook het milieu veranderen. Milieuproblemen ontstaan als milieu door het ingrijpen van de mens ernstig wordt verstoord. Dat kan leiden tot vervuiling, uitputting of aantasting. De voornaamste oorzaken van het milieu zijn enorme bevolkingstoename en de manier van leven. De mens verbruikt veel meer energie, en gebruikt meer machines. Bij het opwekken van energie worden brandstoffen verbruikt en komen er meer afvalstoffen vrij. Dieren worden bedreigd door de landbouw die hun territorium inneemt.

2. er zijn 3 soorten landbouw; akkerbouw, veeteelt en tuinbouw. De planten die in de akkerbouw en tuinbouw verbouwt worden heten voedingsgewassen. De dieren die in de veeteelt worden gehouden heten landbouwhuisdieren. Om zo veel mogelijk winst te maken, wordt bij voedingsgewassen de bodem bemest en bewerkt en de voedingsgewassen worden beschermt tegen plagen. Bij veeteelt krijgen de dieren speciaal voer en worden ze beschermt tegen ziektes en plagen. Als reducenten dode planten opruimen komen er voedingstoffen vrij. Die worden weer opgenomen door planten, en dan ontstaat er de kringloop van stoffen. Door de voedingsgewassen te oogsten verdwijnen er voedingstoffen en groeien de voedingsgewassen minder goed. Landbouwgrond wordt bemest met stalmest of kunstmest zodat er weer voedingsstoffen inkomen. Stalmest bestaat uit uitwerpselen en urine van dieren. Vloeibare stalmest heet gier. Kunstmest bevat precies de voedingstoffen die de voedingsgewassen nodig hebben. Reducenten breken de mest af waardoor er voedingsstoffen vrijkomen. Door ploegen kunnen de wortels beter doordringen in de bodem, beter water en voedingsstoffen opnemen en kunnen de reducenten de mest sneller afbreken. Als veel dieren de voedingsgewassen bedreigen, heet dit een plaag. Bepaalde reducenten kunnen voedingsgewassen ziek maken. Chemische bestrijdingsmiddelen bestrijden de ziektes met giftige stoffen. Om de dieren beter te laten groeien wordt er krachtvoer  gebruikt. Dat is samengesteld uit verschillende grondstoffen en kan ook hormonen en geneesmiddelen bevatten. Selectie is het kiezen van de planten met de beste eigenschappen om verder te kweken. Kruisingen; men laat twee organismen met verschillende gunstige eigenschappen voortplanten. Het verbeteren van de eigenschappen van voedingsgewassen of landbouwhuisdieren door selectie of kruisingen wordt veredeling genoemd. De landbouw is ook sterk toegenomen door de moderne landbouw.

3. Vroeger waren er veel gemengde bedrijven, maar tegenwoordig zijn er akkerbouw-,veeteelt- en tuinbouwbedrijven. Monocultuur is dat er op een akkerbouw maar 1 soort gewas wordt verbouwd. Het kan makkelijk worden bewerkt en levert veel op, maar er is een grote kans op insectenplaag en ziektes kunnen zich makkelijk verspreiden. Daartegen worden chemische bestijdingsmiddelen gebruikt, maar die doden ook de nuttige organismen en vervuilen het drinkwater, net als kunstmest doet. Een bedrijf heeft koeien of kippen of varkens. Dat heet intensieve veehouderij of bio-industrie. Het bedrijf kan melk, vlees en eieren opleveren, maar de dieren hebben vaak geen prettig leven. Kistkalveren zijn mestkalveren die in een klein hok leven. Legbatterijen zijn gestapelde kooien waarin kippen leven. Als boeren teveel mest hebben voor eigen grond hete dat mestoverschot. Als gier wordt ingespoten heet dat mestinjectie. Tuinbouw dat buiten werd verbouwt heet open grond. Het kan ook in kassen, dat heet glastuinbouw. In kassen kan precies de temperatuur, licht en voeding worden toegevoegd en het kan het hele jaar door. Het verbruikt veel energie en de toename aan het broeikaseffect wordt groter.

4. in biologische landbouw wordt rekening gehouden met de dieren en het milieu. Om ziektes tegen te houden, worden er ieder jaar andere gewassen verbouwt. Dat heet vruchtverwisseling. De gewassen worden ook niet bespoten met bestrijdingsmiddelen (onbespoten) en de dieren kunnen scharrelen.

5. zure regen is een verzamelnaam voor verschillende vormen van verzuring van het milieu. Door gassen in de lucht ontstaan er zure stoffen. Als het regent wordt dat meegenomen door het water. die gassen worden het meest veroorzaakt door bio industrie, door het ammoniakgas in mest. En ook door het verkeer en de industrie, en elektriciteitscentrales. Die verbranden steenkool een aardolie. Elektriciteitscentrales die aardgas verbranden, zijn goed voor het mileu. Door zure regen kunnen planten minder water opnemen en wordt fotosynthese geremd en op een zure bodem groeien planten minder hard. De planten kunnen sneller ziektes krijgen en de naalden van naaldbomen worden kleiner en gaan uiteindelijk dood. Waterdieren en bomen gaan dood aan zure regen en beelden worden aangetast.

6. de dampkring bestaat uit verschillende gassen. Sommige gassen houden de warmte uitstraling tegen. Doordat we steeds meer broeikasgassen afgeven, wordt het broeikaseffect versterkt. Het wordt steeds warmer. De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide en waterdamp. Vooral door de toename van koolstofdioxide wordt het broeikaseffect versterkt. Uit mest en bij verbranding van steenkool enz komen er veel gassen vrij die dit ook doen. Door de opwarming van de aarde komt er klimaatverandering en de zeespiegel stijgt door het smeltende gletsjerijs. De woestijnen groeien hierdoor ook.

7. als bij alles wat we doen rekening wordt gehouden met het milieu, heet dat duurzame ontwikkeling. De belangrijkste maatregel van de overheid is beperking van energieverbruik. Er moet duurzamer om worden gegaan met energie en de rookgassen moeten worden gezuiverd. Alternatieve energiebronnen, zoals zonne energie en windenergie zijn veilig voor het milieu. De overheid wil ook het gebruik van auto’s beperken, meet fietsen en openbaarvervoer gebruik, het mestoverschot verminderen, uit mest biogas te halen.

 

REACTIES

J.

J.

een beetje en langdradig saai misschien bijv. de kopjes dikgedrukt!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.