Hoofdstuk 6, Geordend Leven

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 594 woorden
  • 9 april 2004
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
14 keer beoordeeld

Samenvatting Hoofdstuk 6 Geordend Leven Par 6.1 Bij te fel licht gaan de oogleden half dicht, bovendien trekken de kringspiertjes van de iris zich samen, daardoor wordt de pupil kleiner. Als derde beschermen ook pigmentcellen zich, zij “vangen”het licht weg. Voor de beeldvorming worden de lichtstralen gebroken. Daarvoor is het hoornvlies erg belangrijk. Op het grensvlak van lucht en hoorvlies treed lichtbreking op. Je ooglens zorgt voor scherpe beelden. Een ooglens zit met lensbandjes aan het straalvormig lichaam vast. Die bestaat uit kringspiertjes. Als je naar iets ver weg kijkt ontspannen de kringspiertjes. Het straalvormig lichaam wordt groter en trekt via de lensbandjes de lens plat. Als je dan naar iets dichtbij kijkt spannen de spiertjes van het straalvormig lichaam zich en verslappen de lensbandjes en wordt de lens boller. Vormveranderen = accomoderen. In de gele vlek bevinden zich uitsluitend lichtgevoelige cellen met kegeltjes. Als iets buiten de gele vlek valt zie je dit wazig. Diepte zien en afstanden schatten kan alleen door met 2 ogen te kijken. Dit komt omdat je per oog net een iets ander beeld hebt. Buiten de gele vlek zijn heel veel staafjes, dit zijn lichtreceptoren. Ze zijn heel gevoelig voor licht. Als er veel licht is zijn de ionenkanalen dicht. In het donker reageren staafjes wel op zwakke lichtprikkels. Ze kunnen niet onderscheid tussen kleuren maken. Omdat de staafjes niet in de gele vlek licht zie je dat dus altijd wazig. Par 6.2 De staafjes en kegeltjes geven hun impulsen door aan neuronen. (in het netvlies zijn dat bipolaire cellen). Die bipolaire cel geeft de informatie door aan meerdere ganglioncellen. Staafjes en kegeltjes zijn in groepen geschakeld door de vertakte zenuwcellen van het netvlies. Een geschakelde groep zintuigcellen vormt met de afvoerende cellen een receptief veld. In het netvlies wordt de informatie selectief vernietigd om het contrast van de waarneming te verhogen en een duidelijke vorm te krijgen. Via de oogzenuw komen de impulsen in de thalamus en vandaar gaan ze door naar het visuele schors. Deze bestaat uit een aantal lagen neuronen. Elke laag is gespecialiseerd. 1 laag analyseert bijv de binnengekomen info en probeert verbanden te leggen, eentje is er voor beweging, voor vorm en kleur en voor de contouren van objecten in beweging. Het visuele schors zend vervolgens de info naar andere delen van de hersenen. Die vergelijken het met al opgeslagen informatie en kun je dingen herkennen. Als je een lui oog hebt heeft dit te maken met de kruising van de oogzenuwen in de hersenen. Sommige uitlopers zoeken in de visuele schors contact met elkaar of verbreken contact. Dit proces is na 6 jaar voltooid. Vaak gaan de neuronen van 1 oog de boventoon voeren; een actief oog. Deze verdringt het luie oog. Als je dan het dominante oog afplakt kan de ander verder gaan.Bij volwassenen zijn er in het visuele schors aparte gebieden voor elk oog.
Par 6.5 Je tong heeft receptoren voor zout, zuur, bitter en zoet. Een deel van wat je proeft kom eigenlijk door wat je ruikt. Daarom heb je minder smaak bij een verstopte neus. Onder oksels, tepels en in schaamstreek zitten geurklieren. Deze produceren fermonen. Dit geeft signalen af. Dieren kunnen er onderling mee communiceren. Je kunt ook waarnemen met je huid dmv exteroreceptoren. Je kunt het best betasten met je lippen want deze bevatten de meeste tastzintuigcellen. Je hebt ook rhermoreceptoren (warmte/koude) in je elleboog zitten veel warmtezintuigcellen. Het combineren van opgeslagen informatie met zintuiglijke informatie schept iets nieuws. Dit gebeurt in het zenuwstelsel. Hoe je het verwerkt is afhankelijk van erfelijke aanleg. Ook is er daar ergens intuïtie te vinden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.