Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1361 woorden
  • 23 mei 2008
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 5, Biologie, viaDELTA, Van de wieg tot het graf

- In het 1e jaar verdubbelt de lengte en verdrievoudigt het lichaamsgewicht. Rond het 4e levensjaar ontwikkelt de persoonlijkheid zich
- De grootste veranderingen zijn waar de nemen op 6-jarige leeftijd, in de puberteit, en na het 70ste levensjaar. Baby’s lijken veel meer op elkaar dan bejaarden

5.1
- Na de geboorte stuurt het zenuwstelsel signalen naar de tussenribspieren voor ademhaling
- Het bloed wordt naar de longen aangezogen: er stroomt meer bloed door de longen naar de linkerboezem dan eerst. Tussen de rechter- en linkerboezem van het foetale hart bevond zich eerst een doorgang (foramen ovale) met een klep in de linkerboezem: die wordt nu dichtgedrukt. De klep groeit in het eerste levensjaar dicht. Als dan niet gebeurt is er sprake van een ernstige hartafwijking

- Tussen de longslagader en de aorta bevindt zich voor de geboorte de ductus Botalli (= doctor arterioses) daardoor gaat er bloed vanuit de longslagader (gaat naar longen toe) naar de aorta. Deze trekt bij de geboorte samen en groeit dicht
- Via de navelstrengslagaders (gaat naar moeder toe) gaat het zuurstofarm-zuurstofrijke bloed naar de placenta, waar het zuurstof en voedingsstoffen opneemt. Via de navelstrengader gaat het terug naar het kind, hij splitst zich daar. Eén tak mondt in de poortader voor in de lever, de andere voegt zich bij de holle ader. Bij de geboorte trekken alle navelstreng(slag)aders samen en worden afgebonden

5.2
- Het eerste deel van de zwangerschap staat in het teken van specialisatie en aanlegging van cellen en organen, het tweede gedeelte staat in het teken van de groei. Dan neemt de buikomvang zichtbaar toe: 12,5kg. (baby 2400g, 800g vruchtwater, 1000g baarmoedergroei, 650g placenta, 400g borsten, 1250g extra bloed, 3500g vet, 1500g vocht)
- Na de geboorte is het hoofd relatief erg groot, en beginnen de ledematen erg snel te groeien. De eerste 6 maanden verdubbelt het geboorte gewicht, en na 1 jaar is het al verdrievoudigd. In de kleutertijd groei je weer minder, maar in de puberteit harder. De zwezerik (orgaan dat tegen de luchtpijp aanligt) groeit in de kinderjaren snel, om daarna in grootte af te nemen

- Groei wordt beïnvloed door erfelijke aanleg, hormonale regeling, voeding. Vitaminen en mineralen zijn dus verantwoordelijk voor het langer worden van mensen
- Hormonen zijn bijvoorbeeld het groeihormoon en het schildklierhormoon. Vanaf de puberteit tot de volwassenheid neemt het hart 90g toe in gewicht
- De mens is het langzaamst groeiende zoogdier
- De huid van een pasgeborene is ong 15% van het lichaamsgewicht, bij een volwassene 7% (1,6m2). Een baby koelt sneller af, maar heeft het niet snel koud vanwege de goede bloedsomloop (bij bejaarden is die slecht). Daarnaast drogen bejaarden soms uit

5.3
- Het 1e jaar van de baby is de baby geheel afhankelijk van zijn omgeving (voeding, verzorging). 2 maanden na geboorte begint het kind te bewegen, hij leert zitten, kruipen, staan en lopen. De lengte neemt met de helft toe (van 50 naar 75cm) Het lichaamsgewicht gaat van 3 naar 9kg
- In de eerste 4 jaar beginnen aangeboren en aangeleerde karaktertrekken naar voren te komen en ontwikkelt de persoonlijkheid zich


- In de peutertijd leren ze beter te bewegen, dit hangt samen met de hersenontwikkeling (met name zenuwcellen en hun contact). Bijv tekenen, schrijven en vioolspelen maar ook ontwikkeling van het spreken: op 3-jarige leeftijd kennen ze ong 1000 woorden
- Ze leren dan ook waarden, normen en gewoonten van hun ouders
- Stimulansen voor de intellectuele ontwikkeling zijn boeken, papier pen en viltstift, enz

- Tijdens de kleuterleeftijd (4-6) verfijnt de motoriek: evenwicht houden, tanden poetsen, veters strikken. Ook informatie, zoals tanden poetsen om gaatjes en dus pijn te voorkomen zijn belangrijk
- De grootste veranderingen zijn psychisch en sociaal, zoals waarnemen, denken, met gevoelens omgaan, interesses ontwikkeling

- Het schoolkind (6-12) heeft het lichaamsgewicht al verzesvoudigd t.o.v. t geboortegewicht
- 6-jarigen worden langer, slanker, gespierder, hoofd wordt relatief kleiner, het melkgebit wisselt, het gezicht wordt minder kinderachtig. Meisjes zijn dan gemiddeld 3cm langer en 2kg zwaarder dan jongens. Ze behouden die voorsprong tot hun 16e
- Het schoolkind wordt socialer: leraren, vrienden. Het kind leert logischer denken
- Rond 11-jarige leeftijd gaan meisjes zich volwassener gedragen, en krijgen ze grotere borsten en heupen. Dit gaat dus vooraf aan de puberteit
- Het kind maakt zich steeds meer los van het gezin, en de ‘peer group’ is erg belangrijk

- Tijdens de puberteit ontwikkelen bij jongens de teelballen, de penis, de zaadcellen, en het schaamhaar zich. Ze worden langer, krijgen oksel- en baarhaar, het strottenhoofd groeit (lagere stem) en geestelijke veranderingen voltrekken zich. Dit gebeurt tussen 12 en 17
- Het verantwoordelijke hormoon testosteron ontstaat in de hypofyse onder invloed van het luteïniserend hormoon LH, als gevolg van hormonen uit de hypothalamus

- Bij meisjes groeit het schaamhaar, en ontwikkelen de borsten, eierstokken, baarmoeder en vagina zich. De menstruaties beginnen, het bekken wordt breder, en er wordt onderhuids vet afgezet
- Het follikel stimulerend hormoon FSH is hiervoor verantwoordelijk, en ontstaat ook onder invloed van het LH. Het doelorgaan is het orgaan waar het hormoon invloed op moet hebben
- Bij meisjes treedt de puberteit op tussen 10 en 16, bij jongens tussen 12 en 17. Jongens maken een enorme groeispurt tijdens de puberteit
- Pubers willen graag volwassen zijn, en dat leidt tot conflicten tussen hun en de ouders. Soms kunnen ze de volwassene behandeling niet aan, soms vinden ze hun ouders overbezorgd. De peer group wordt nu nog belangrijker en biedt steun en veiligheid tegen het gezag. Door hun gevoelens worden pubers boos op leraren, ouders en zichzelf
- Jeugdpuistjes ontstaan door overmatige talgproductie. Ze ontstaan meer bij jongens dan bij meisjes

5.5
- Een adolescent is geen puber meer. Lichamelijk zijn ze volwassen, geestelijk in een overgang. Sociale, intellectuele en seksuele belangstelling verdiept zich. Het gaat gepaard met onzekerheid, maar is ook erg spannend. Ze maken zich los van de peer group en zoeken hun eigen identiteit
- Seksuele geaardheid wordt zeker in deze periode ontdekt

5.6

- Volwassenen houden zich bezig met het bepalen van hun doel en het verwerven van een positie in de maatschappij. Lichamelijk zijn jonge volwassenen op hun top, met veel spiermassa (topsporters!)
- Na de 30 houden topsporters vaak op omdat de spierkracht ontzettend snel afneemt. Het gehoor gaat ook langzaam achteruit maar dit is haast niet te merken
- De periode van 30-60 is erg stabiel. Je verouderd wel, maar je merkt er bijna niks van

- Tussen 47 en 51 jaar raakt de vrouw in de overgang. Oestrogeen- en eierstokproductie neemt af waardoor menstruaties langzaam wegvallen (ong 51 jaar). Ze krijgen soms last van opvliegers, maar ook duizeligheid, hartkloppingen, slapeloosheid, zweten, een droge vagina, depressiviteit
- Mannen maken nog geslachtscellen tot hun 70 / 80e. Soms worden ze wel prikkelbaar, slapeloos en depressief, maar dat komt doordat hun vermogens afnemen: de mid-leven crisis. Vaker dan bij vrouwen krijgen ze een burn out, omdat ze zich nutteloos en machteloos voelen. De meeste zelfdodingen treden tussen de 40 en 64 jaar op (355 / jaar). Bij vrouwen 175 / jaar

5.7
- Sommige ouderen worden vroeg oud, anderen erg laat (85 jaar). Er is veel variatie tussen ouderen
- Aandoeningen komen op hogere leeftijd meer voor, bijvoorbeeld reuma, suikerziekte, dementie, Parkinson, ouderdomsstaar; vaak meerdere tegelijk. Het GAAZ is gespecialiseerd voor bejaarden
- De lichamelijke functies nemen verder af, ze krijgen rimpels, vlekken, gewichtsverlies, lengte-afname. De zintuigen gaan achteruit, maar ook worden ze vergeetachtig. Het kortetermijngeheugen werkt slecht, de veerkracht van het lichaam neemt af, cellen delen zich slecht en kunnen tot zelfdoding overgaan (apoptose), botten slijten snel.
- Alzheimer is geen ouderdomsziekte. Door de vorming van plaques in de hersenen raakt prikkeloverdracht verstoort en raakt men dement. Vaak verloopt de ziekte duidelijk in 2 – 5 jaar. Minder hersendoorbloeding speelt een rol. Virussen, aluminium of zink kunnen oorzaken zijn: het is nog onduidelijk. Dementie kan ook door andere ziektes worden veroorzaakt.

5.7
- De sociale status van ouderen in westerse landen is niet hoog. Ze kunnen niet veel bijdragen aan de economie en wetenschap. Modellen in tijdschriften zijn ook altijd mooi en jong: de jeugd wordt verheerlijkt. Ook het taalgebruik, uiterlijk en hun tempo sluit daar bij aan.
- De ouderdom eindigt met de dood. Toch vinden ouderen de dood minder afschrikwekkend dan jongeren en groeien ze er naartoe. Veel ouderen verzetten zich dan ook tegen het eventueel zinloos rekken van hun leven, en ze vinden dat zij het recht hebben om het te beëindigen als zij dat willen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.