H3
1
n = aantal chromosomen paren.
2n = aantal chromosomen
diploïd: chromosomen in de kern van de cel komen in paren voor (2n)
Haploïd: een cel bevat enkelvoudige chromosomen (n)
voorbeeld. Geslachtscellen.
2
fenotype: uiterlijk
genotype: innerlijk
milieufactoren: licht, lucht, vochtigheid, temperatuur, voeding, ziekten en
verwondingen.
Modificatie: er verander iets aan het fenotype en niet in het genotype. Voorbeeld.
Iemand verft zij haren.
3
allel: een gen
Homozygoot: twee genen zijn gelijk
Hetrozygoot: twee genen zijn ongelijk
Dominant: gen komt tot uiting
Recessief: gen komt alleen tot uiting als er geen dominant gen is
onvolledig dominant: het recessieve allel komt ook een beetje tot uiting.
Intermediair: beide allelen zijn even sterk.
Voorbeeld. Leeuwenbekje: ArAr, AwAw,ArAw. (rood,wit,roze)
4
monohybride kruising: 1 overerving
A a
A AA Aa
a Aa aa
1:2:1
dihybride kruising: 1 of 2 overerving.
AB Ab aB ab
AB AABB AABb AaBB AaBb
Ab AABb AAbb AaBb Aabb
aB AaBB AaBb aaBB aaBb
ab AaBb Aabb aaBb aabb
9:3:3:1
5
autosoom: allel ligt op één van de 22 chromosomen (niet op de geslachtshormonen)
x-chromosomaal: genen die in het X-chromosoom liggen
XR Xr
XR XRXR XRXr
Y XRY XrY
2:1:1
6
IaIa, Iai = bloedgroep A
IbIb, Ibi = bloedgroep B
IaIb = bloedgroep AB
ii = bloedgroep o
letale factoren: bij een gen zal het jong doodgaan voordat het geboren is.
Letale factor KK
K k
K KK † Kk
k Kk kk
1:2:1
7
Onafhankelijke overerving: twee genenparen in verschillende chromosomenparen.
gekoppelde overerving: 2 genenparen liggen in hetzelfde chromosomenpaar.
Samenwerkende genen: 2 of meer genenparen bepalen samen 1 erfelijke
eigenschap.
H4
1
DNA: desoxyribonucleïnezuur
Nucleotiden bestaat uit: fosfaatgroep, desoxyribose, stikstofbase
adenine (a) & thymine (t)
cytosine (c) & guanine (g)
2
mitose: kerndeling = 2n 2n+2n
mitose + interfase = celcyclus
DNA-replicatie: kopiëren van chromosomen
Chromatiden: twee identieke delen van een chromosoom
Centromeer: punt waar twee chromatiden aan elkaar zitten
75B2
3
ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een individu groeit uit tot een nieuw
individu.
kunstmatige voortplanting: stekken, enten, klonen en weefselkweek.
4
meiose = 2n ->n+n+n+n
meiose 1 = 2n -> n+n
meiose 2 = n ->n+n
Meiose 1: chromosomenparen gaan uit elkaar
Meiose 2: chromatiden gaan uit elkaar.
75B1
5
recombinatie: het ontstaan van nieuwe combinaties van genen.
Selectie: alleen de nakomelingen met de meest gunstige erfelijke eigenschappen
worden gebruikt voor verdere kruising.
Zuiverelijn: een groep planten die door geslachtelijke voortplanting zijn ontstaan.
6
mutatie: een blijvende verandering in de genen.
RNA: ribonucleïnezuur, overbrengen van informatie van de celkern naar het
cytoplasma.
Mutant: individu bij wie een mutatie tot uiting komt in het fenotype.
Wildtype: individu bij wie een mutatie NIET tot uiting komt in het fenotype.
Mutageen: stoffen waar mutaties in voorkomen.
primaire tumor: niet dodelijk, operatief verwijderen en de tumor kan door bestraling
gedood worden.
Secundaire tumoren: uitzaaiing
Cytostatica: stoffen die celdeling remmen.
Metastase: uitzaaiing van de tumor in andere lichaamsdelen.
7
echoscopie: controle groei en ligging
vlokkenweefsel: afwijkingen en geslacht bepalen
vruchtwaterpunctie: chromosomen onderzoek
trisomie in genenpaar 21 = downsyndroom.
Nondisjunctie: twee chromosomen die naar dezelfde pool gaan en samen in een
dochtercel komen.
Meiose 1: chromosomenpaar niet goed uit elkaar
Meiose 2: chromatiden niet goed uit elkaar.
8
Biotechnologie: organismen worden gebruikt om producten voor de mens te
vervaardigen.
Tetraploïde: cellen met 4n chromosomen.
Polyploïde: cellen met een veelvoud aan chromosomen.
Recombinant-DNA-techniek: cellen uit een individu weghalen (veranderen) en in een
ander individu inbrengen.
Genetische modificatie/manipulatie: de verandering die men bij een individu
aanbrengt.
Transgeen: genen van verschillende soorten worden met elkaar gecombineerd.
Resistent: ongevoelig.
***het kan zijn dat de kruisings schema's iets zijn verschoven, maar dat is niet zo moeilijk om t recht te zetten toch?! ;)
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
Waah, echt super! IK SNAP ALLES NU?
12 jaar geleden
Antwoorden